Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Wegener Media B.V.
Rechtbank Gelderland, 13 januari 2016

werknemer/Wegener Media B.V.

Vaststellingsovereenkomst na boventalligverklaring als gevolg van reorganisatie is gesloten onder voorbehoud. Beroep op vernietiging vaststellingsovereenkomst faalt. Schending goed werkgeverschap vanwege niet voldoen aan voorkeursbehandeling (conform sociaal plan) bij het ontstaan van vacatures?

Feiten

Werknemer, geboren in 1957, is in dienst getreden bij de Provinciale Zeeuwse Courant (hierna: PZC), een rechtsvoorganger van Wegener, op 2 april 1979. Dit dienstverband is beëindigd in 1998, waarna hij freelance werkzaamheden is gaan verrichten, onder meer sinds 2000 voor de PZC. Op 10 februari 2003 is werknemer in dienst getreden van Wegener, waarna hij per 1 januari 2006 weer bij PZC in dienst is getreden. Laatstelijk was werknemer daar werkzaam als eindredacteur. Wegener heeft te kampen (gehad) met een aanhoudende daling van de advertentieomzet en een terugval van het aantal betaalde oplagen. Als gevolg van een reorganisatie is werknemer boventallig verklaard. Met de vakbonden is overeenstemming bereikt over het Sociaal Plan Phoenix. Werknemer heeft op 30 september 2013 een vaststellingsovereenkomst ondertekend met Wegener. Werknemer heeft een voorbehoud laten opnemen in de vaststellingsovereenkomst, omdat hij het niet eens is met de vaststelling van het aantal dienstjaren. De ondertekening van de vaststellingsovereenkomst is onder het uitdrukkelijk voorbehoud van de uitspraak van de Begeleidingscommissie. De Sociale Begeleidingscommissie (SBC), heeft op 4 december 2013 aan Wegener geadviseerd het bezwaar van werknemer ongegrond te verklaren en de boventalligheid te handhaven op 1 oktober 2013. Bij brief van 20 januari 2014 heeft (de gemachtigde van) werknemer de vernietiging ingeroepen van de vaststellingsovereenkomst en heeft hij aanspraak gemaakt op werkhervatting. Werknemer verzoekt onder meer voor recht te verklaren dat de vaststellingsovereenkomst terecht is vernietigd en hij verzoekt wedertewerkstelling in zijn eigen functie althans een passende functie.

Oordeel: geen vernietiging vaststellingsovereenkomst

Volgens het door werknemer gemaakte en door Wegener geaccepteerde voorbehoud bij de vaststellingsovereenkomst zouden een viertal geschilpunten door werknemer aan de SBC worden voorgelegd. Niet kan worden aangenomen dat werknemer daarmee op een later moment eenzijdig mocht terugkomen op zijn instemming met het einde van de arbeidsovereenkomst. Uit de bewoordingen van het gemaakte voorbehoud moet, in de context van de boventalligverklaring van werknemer die hem uitnodigde om binnen de kaders van het sociaal plan een keuze te maken, worden afgeleid dat een ontbinding van de door hem gekozen vertrekregeling alleen aan de orde was indien de SBC op enig onderdeel de twijfels die werknemer daarbij had over met name het voor hem vastgestelde aantal dienstjaren en de toepassing van het afspiegelingsbeginsel zou honoreren. Dat laatste is echter niet gebeurd en daarmee is er voor aantasting van de vaststellingsovereenkomst op deze grond geen aanleiding. Het beroep op misbruik van omstandigheden faalt. Niet valt in te zien dat de informatie en de uitleg die Wegener aan werknemer heeft gegeven erop gericht is geweest hem ongeoorloofd onder druk te zetten en hem er onnadenkend toe te bewegen in te stemmen met de optie van het persoonlijk budget. Ook het beroep op dwaling faalt. Er kan niet worden aangenomen dat tussen partijen een door misverstand beïnvloede zekerheid bestond vanwege het door werknemer gemaakte voorbehoud ten aanzien van zijn ontslagselectie in verband met de juiste toepassing van het afspiegelingsbeginsel. Daarover twijfelde werknemer nu juist en de vaststellingsovereenkomst diende ertoe deze onzekerheid te beëindigen. Het gemaakte voorbehoud voorzag daarbij ook nog eens in een inhoudelijke toetsing buiten UWV (en de rechter) om door een onafhankelijke derde partij en was in die zin een vernuftige vondst.

Beëindigingsvergoeding op grond van sociaal plan

Werknemer heeft subsidiair aanspraak gemaakt op een ‘ontbindingsvergoeding’ van € 165.625,50 bruto en de kantonrechter begrijpt dat dit het volgens werknemer op juiste gronden berekende bedrag van de beëindigingsvergoeding volgens het sociaal plan is. Daargelaten dat werknemer daarop dan ten onrechte niet het wel voor hem gereserveerde persoonlijk budget van € 71.771,05 in mindering brengt, staat het finale kwijtingsbeding van artikel 8 van de vaststellingsovereenkomst reeds aan toewijzing van het verschil in de weg. Daarmee valt nog niet het doek. Vanwege het betoog van werknemer dat Wegener in meerdere opzichten niet als goed werkgever heeft gehandeld beschouwt de kantonrechter het subsidiair gevorderde eveneens als schadevergoeding in dat kader omdat artikel 7:611 BW daarvoor immers als grondslag voor aansprakelijkheid kan dienen. Daarbij kan het uiteraard niet gaan om datgene waar de vaststellingsovereenkomst exclusief in voorziet.

Behoorlijke nakoming sociaal plan?

De kantonrechter begrijpt dat werknemer klaagt over de niet (behoorlijke) nakoming van de artikelen E.7.2 en G.2 van het sociaal plan, waarin voor boventallige c.q. oud-medewerkers is voorzien in een voorkeursbehandeling bij het ontstaan van vacatures. Concreet betekent dit dat werknemer gedurende de periode van 1 oktober 2013 tot 1 september 2014, waarin hij ‘daadwerkelijk boventallige’ was (zie art. A.3.7 sociaal plan), er aanspraak op kon maken dat hij bij interne vacatures als eerste in de gelegenheid diende te worden gesteld om te solliciteren indien het een passende functie betreft. In de periode van 1 september 2014 tot 1 september 2016 geldt vervolgens hetzelfde, zij het dat dan eerst interne kandidaten moeten zijn geraadpleegd. Werknemer maakt in dit verband de vergelijking met de wederindiensttredingsvoorwaarde die aan ontslagvergunningen wordt verbonden maar daarin volgt de kantonrechter hem niet nu een dergelijke voorwaarde exclusief ziet op de werkzaamheden die de ontslagen werknemer verrichtte. Werknemer noemt vier vacatures waarvoor hij ten onrechte door Wegener is gepasseerd. De kantonrechter wenst hierover nadere informatie van Wegener. Volgt aanhouding van de zaak (voor vervolg zie AR 2017-0502 en AR 2017-0503).

  • Instantie: Rechtbank Gelderland
  • Datum uitspraak: 13-01-2016
  • Roepnaam: werknemer/Wegener Media B.V.
  • Zaaknummer: 3855830 CV EXPL 15-1255
  • Nummer: AR-2017-0487
  • Onderwerpen: Overige en Wilsgebrek/dwaling
  • Trefwoorden: vaststellingsovereenkomst, wilsgebrek, misbruik van omstandigheden , dwaling, sociaal plan, goed werkgeverschap en voorkeursbehandeling vacatures