Rechtspraak
werknemer/Wegener Media B.V.Rechtbank Gelderland, 1 maart 2017
werknemer/Wegener Media B.V.
Schadevergoeding tot pensioen gerechtvaardigd
(Vervolg AR 2017-0487 en AR 2017-0502.) Het gaat nog om de vraag welke schade werknemer heeft geleden en zal lijden als gevolg van het door Wegener niet naar behoren nakomen van het sociaal plan en het daarom niet handelen als goed werkgever. Er is naar het oordeel van de kantonrechter niets van belang gesteld en evenmin gebleken dat werknemer als regioverslaggever er niet op had kunnen en mogen rekenen dat hij tot zijn pensioen in dienst van Wegener had kunnen blijven. Het gaat om een functie die behoort tot het hart van de journalistiek, welke in de toekomst niet zal verdwijnen. Wegener heeft nog wel de aandacht gevraagd voor de kwaliteit van het functioneren van werknemer zoals die zou blijken uit het verslag van een met hem gehouden (periodiek) beoordelingsgesprek d.d. 14 december 2012. De kantonrechter gaat hieraan voorbij. Incidentele kritiek in een beoordelingsgesprek is een onvoldoende basis om te concluderen tot structureel onvermogen om het werk als regioverslaggever te kunnen verrichten.
Schadebegroting tot 1 januari 2017
Vanaf 1 januari 2015 wordt aangenomen dat werknemer vanaf deze datum in dienstbetrekking bij Wegener € 4085,52 bruto per maand had kunnen verdienen. Over 2015 en 2016 komt dat neer op een bedrag van € 4085,52 x 24 x 1,08 = € 105.896 bruto. Daarop komt in mindering de door werknemer ontvangen WW-uitkering, in 2015 een bedrag van € 35.359 en in 2016 een bedrag van € 37.114 oftewel in totaal € 72.473 bruto. De door werknemer geleden schade in 2015 en 2016 bedraagt dan € 33.423 bruto. Met de in deze jaren door werknemer verdiende freelance werkzaamheden waarmee hij € 6967 (2015) en € 13.545 (2016) heeft verdiend, wordt bij de schadebepaling geen rekening gehouden omdat werknemer op de comparitie onbestreden heeft gesteld dat deze verdiensten zijn/worden verrekend met de WW-uitkering, kennelijk omdat dit inkomsten zijn die vanwege hun aard voor volledige verrekening in aanmerking komen. Over de periode tot 1 januari 2017 wordt een bedrag van € 33.423 bruto aan werknemer toegekend.
Schadebegroting vanaf 1 januari 2017
Bij de begroting van de na 1 januari 2017 nog niet ingetreden schade dient te worden uitgegaan van een redelijke verwachting omtrent toekomstige ontwikkelingen, waarbij zowel de goede als de kwade kansen in de nog steeds voortdurende werkloosheidssituatie van werknemer moeten worden meegewogen, nu de aan hem toekomende schadevergoeding immers tot doel heeft om hem zo veel mogelijk in dezelfde (vermogens)positie te brengen als de positie waarin hij zonder schending van het sociaal plan zou hebben verkeerd. Reeds bij dagvaarding heeft werknemer aandacht gevraagd voor zijn dramatische arbeidsmarktpositie, als journalist op leeftijd in een kwetsbare regio. Gelet op de grote hoeveelheid sollicitaties die werknemer meer dan twee jaar later inmiddels vruchteloos blijkt te hebben verricht, gaat de kantonrechter ervan uit dat hij feitelijk kansloos is om nog werkzaamheden in loondienst als journalist te kunnen verrichten. Dat doet niet af aan zijn verdienvermogen als freelancer zoals werknemer dat in de verstreken jaren daadwerkelijk heeft benut, maar dat is in omvang beperkt gebleven en aangenomen wordt niet dat hij daarmee gedurende zijn nog resterende beroepsleven een inkomen zal kunnen verwerven waarmee hij niet langer is aangewezen op het ontvangen van een uitkering. Omdat die inkomsten met de uitkering zullen worden verrekend, betekent dit per saldo dat aan werknemer vanaf 1 januari 2017 tot 1 december 2024 een schadevergoeding toekomt bestaande uit het verschil tussen het loon dat hij als regioverslaggever had kunnen (blijven) verdienen en de uitkeringen, tot 1 september 2017 een WW-uitkering en vanaf laatstgenoemde datum een IOAW-uitkering. De hoogte van al deze bedragen fixeert de kantonrechter op het per 1 januari 2017 geldende niveau, te weten voor het loon op € 53.477,88 (€ 4126,38 x 12 x 1,08), voor de WW-uitkering op € 37.102,10 (€ 2642,60 x 13 x 1,08) en voor de IOAW-uitkering op € 20.970,57 (€ 1618,10 x 12 x 1,08), alles bruto en op jaarbasis.
Nog niet ingetreden schade
De kantonrechter zal om praktische redenen de nog niet ingetreden schade in jaarbedragen vaststellen:
– op 1 januari 2018 een bedrag van € 21.751 bruto;
– op 1 januari 2019, 1 januari 2020, 1 januari 2021, 1 januari 2022, 1 januari 2023 en 1 januari 2024 telkens een bedrag van € 32.507 bruto;
– op 1 januari 2025 een bedrag van € 29.798 bruto.
Voorts wordt bepaald dat daarbij rekening is gehouden met de volgende uitgangspunten:
– werknemer slaagt er niet meer in werkzaamheden in loondienst te verrichten;
– werknemer zal geen inkomsten als freelancer ontvangen die meer bedragen dan de hoogte van zijn WW- of IOAW-uitkering;
– de uitkeringsinstantie IOAW zal in de toekenning van schadevergoedingsbedragen volgens dit vonnis geen grond zien om de uitkering te weigeren of te staken;
– de echtgenote van werknemer zal na 1 september 2017 geen eigen inkomsten uit arbeid verwerven die in dat geval met de IOAW-uitkering zullen worden verrekend.
Het doel daarvan is om eventueel te komen tot aanpassing van de schadevergoeding indien zich in de toekomst met betrekking tot deze uitgangspunten wijzigingen zouden voordoen. Voor wat betreft de pensioenschade wordt verwezen naar de schadestaatprocedure.