Naar boven ↑

Rechtspraak

Delta N.V./werknemer
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 13 april 2017

Delta N.V./werknemer

Ontbinding van de arbeidsovereenkomst (e-grond), nadat werknemer sinds medio juli 2016 zonder deugdelijke reden en zonder nader bericht niet meer op het werk bij Delta is verschenen.

Feiten

Werknemer is op 1 oktober 2007 in dienst getreden bij Delta en vervulde laatstelijk de functie van Functioneel Beheerder. Delta verzoekt ontbinding van de arbeidsovereenkomst op grond van artikel 7:671b lid 1 onderdeel a BW.

Oordeel

De mondelinge behandeling van het verzoek had plaats op 30 maart 2017. Werknemer is ter zitting niet verschenen. Na raadpleging van het GBA-register is gebleken dat werknemer nog staat ingeschreven op een adres in Middelburg. Het verzoekschrift is op verzoek van Delta door de deurwaarder per exploot van 21 februari 2017 betekend aan het adres van werknemer door achterlating daarvan aan het adres in gesloten envelop, omdat niemand werd aangetroffen aan wie rechtsgeldig een afschrift kon worden gelaten. De kantonrechter is van oordeel dat werknemer behoorlijk is opgeroepen. Het verzoek zal dan ook inhoudelijk worden beoordeeld. Naar het oordeel van de kantonrechter leveren de door Delta in dat verband naar voren gebrachte feiten en omstandigheden een redelijke grond voor ontbinding op, zoals bedoel in artikel 7:669 lid 3 onderdeel e BW. Daartoe overweegt de kantonrechter dat werknemer ondanks dringende verzoeken van Delta, zonder nader bericht en zonder deugdelijk grond niet is verschenen om zijn werkzaamheden te hervatten of gesprekken te voeren. Werknemer is onbereikbaar, heeft zelf ook geen contact meer opgenomen met Delta en is inmiddels al sinds medio juli 2016 niet meer op het werk verschenen. Gelet op de hiervoor geschetste omstandigheden ligt herplaatsing van werknemer binnen een redelijke termijn niet in de rede. Naar het oordeel van de kantonrechter is het in beginsel werknemer ernstig te verwijten dat hij gedurende ruim acht maanden niets meer van zich laat horen. Dit is door het niet verschijnen van werknemer ter zitting niet weersproken. Niet is gebleken van omstandigheden waarvan het van werknemer niet kon worden gevergd contact op te nemen of te hebben met Delta. De kantonrechter zal dan ook bepalen dat Delta aan werknemer geen transitievergoeding verschuldigd is wegens ernstig verwijtbaar handelen of nalaten als bedoeld in artikel 7:673 lid 3 onderdeel c BW. De kantonrechter ontbindt de arbeidsovereenkomst tussen partijen met ingang van 1 juni 2017.

  • Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
  • Datum uitspraak: 13-04-2017
  • Roepnaam: Delta N.V./werknemer
  • Zaaknummer: 5703342 / AZ 17-11
  • Nummer: AR-2017-0495
  • Onderwerpen: Ernstig verwijtbaar handelen of nalaten en Gronden: e-grond
  • Trefwoorden: ontbindingsverzoek werkgever, ontbinding arbeidsovereenkomst, verwijtbaar handelen werknemer, ernstig verwijtbaar handelen of nalaten werknemer, niet verschijnen partij, niet verschijnen op werk en transitievergoeding