Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Vivat NV
Gerechtshof Den Haag (Locatie 's-Gravenhage), 9 mei 2017
ECLI:NL:GHDHA:2017:1220

werknemer/Vivat NV

Ontbinding op de e-grond. Werknemer heeft opzettelijk handelingen verricht die hebben geleid tot verwijdering van agendaposten van collega’s uit het computersysteem. Geen ernstig verwijtbaar handelen. Transitievergoeding.

Feiten

Werknemer is werkzaam bij Vivat NV. Vivat verwijt werknemer dat hij opzettelijk handelingen heeft verricht die hebben geleid tot verwijdering van agendaposten van collega’s uit het computersysteem. Vivat heeft de kantonrechter verzocht de arbeidsovereenkomst met werknemer te ontbinden op de e-grond. De kantonrechter heeft dit verzoek toegewezen. Door de kantonrechter is bovendien geoordeeld dat werknemer ernstig verwijtbaar heeft gehandeld, zodat hij geen transitievergoeding heeft ontvangen en de arbeidsovereenkomst met onmiddellijke ingang is ontbonden. Tegen dit verzoek komt werknemer in hoger beroep. Het hof heeft in een tussenbeschikking bewijs opgedragen aan Vivat voor zijn stelling. Vivat heeft dit bewijs geleverd.

Oordeel

Bewijsopdracht

Vivat is geslaagd in het bewijs dat werknemer opzettelijk handelingen heeft verricht die hebben geleid tot de door Vivat gestelde verwijdering van agendaposten van collega’s uit het computersysteem op 22 april 2015. Het door Vivat uitgevoerde onderzoek en het naar aanleiding daarvan opgemaakte onderzoeksrapport, in combinatie met de aan de zijde van Vivat afgelegde getuigenverklaringen, zijn overtuigend. Uit dit onderzoek blijkt dat er vanuit het account van werknemer op 22 april 2015 rond 8 uur 19 agendaposten zijn verwijderd, en dat werknemer in elk geval zowel direct voorafgaande aan het verwijderen van de agendaposten als in het halfuurtje daarna werkzaam is geweest op zijn laptop. Uit de onderzoeksbevindingen blijkt voorts dat werknemer in de tijdspanne tussen 7:53:54 en 7:55:17 uur vijf registraties heeft vermeld in het ID-systeem in verschillende schadedossiers van hemzelf. Deze vijf registraties hebben in totaal derhalve 1 minuut en 23 seconden in beslag genomen. Op grond van de verklaringen van X en Y wordt bewezen geacht dat voor het verwijderen van een agendapost 3-4 muisklikken nodig zijn, die direct achter elkaar kunnen plaatsvinden, waarna een korte vertraging optreedt van enkele seconden waarin het ID-systeem de verwijdering verwerkt. Hiervan uitgaande en in aanmerking genomen dat werknemer binnen 1 minuut en 23 seconden vijf mutaties/registraties in verschillende schadedossiers van hemzelf heeft aangebracht, is het verweer van werknemer dat het ID-systeem dermate traag was dat het verwijderen van één agendapost ongeveer een minuut duurde, zodat het technisch onmogelijk is dat hij binnen drie minuten 19 agendaposten zou hebben verwijderd, niet overtuigend en onvoldoende onderbouwd. Datzelfde geldt voor het verweer van werknemer dat iemand anders via zijn computer of via zijn account de agendaposten zou hebben verwijderd, of dat sprake zou zijn geweest van een storing. Uit het onderzoeksrapport van Vivat en de getuigenverklaringen van X en Y blijkt dat werknemer op 22 april 2015 rond 8 uur als enige van zijn team aanwezig was. De pertinente ontkenning van werknemer dat hij de agendaposten zou hebben verwijderd, is in het licht van het door Vivat aangedragen bewijs onvoldoende overtuigend. Zijn betoog dat hij hierbij geen belang zou hebben gehad wordt verworpen. Door het aantal schaderegelingen van een collega minder te doen lijken, kwam de eigen productie van werknemer immers in een beter daglicht te staan. Aan het bewijs doet niet af dat geen van de door Vivat voorgebrachte getuigen zelf heeft gezien dat werknemer de agendaposten heeft verwijderd. Anders dan werknemer meent, hebben deze getuigen uit eigen waarneming kunnen verklaren wat hen uit hun onderzoek aan de hand van objectieve gegevens is gebleken.

E-grond

Uit het bovenstaande volgt dat in deze procedure is komen vast te staan dat werknemer niet alleen de compliance-regels van Vivat heeft geschonden door enkele vertrouwelijke e-mails ‘in de bulk’ mee te sturen naar zijn privé-e-mailadres, door de betreffende zakelijke e-mails te verwijderen uit zijn mailbox en door zijn echtgenote toegang te verlenen tot zijn Outlook, maar dat hij bovendien opzettelijk agendaposten van een collega uit digitale schadedossiers heeft verwijderd. Een dergelijke handelwijze strookt niet met de beginselen van vertrouwen en integriteit die Vivat van haar medewerkers mag verlangen. Naar het oordeel van het hof heeft de kantonrechter de arbeidsovereenkomst terecht ontbonden. Anders dan de kantonrechter is het hof van oordeel dat er onvoldoende aanleiding is om het handelen van werknemer aan te merken als ‘ernstig verwijtbaar’. Hierbij is van belang dat Vivat het verwijderen door werknemer van de agendaposten destijds zelf kennelijk niet als ernstig verwijtbaar heeft aangemerkt, aangezien zij ermee heeft volstaan om werknemer hiervoor bij brief van 27 mei 2015 een formele waarschuwing te geven. Gevoegd bij de schending van de compliance-regels is wel voldoende reden aanwezig om ontbinding van de arbeidsovereenkomst op grond van artikel 7:669 lid 3 onderdeel e BW te rechtvaardigen, maar niet om het handelen van werknemer aan te merken als ernstig verwijtbaar. Werknemer heeft aldus wel recht op de transitievergoeding.