Rechtspraak
werknemer/Reef B.V.
Feiten
Werknemer is op 20 september 2016 op basis van een arbeidsovereenkomst voor de duur van een project in dienst getreden bij Reef. In de arbeidsovereenkomst is opgenomen dat de einddatum van het project 20 september 2017 is. Tevens is opgenomen dat de overeenkomst van rechtswege eindigt op het moment dat het project is voltooid of door de opdrachtgever wordt beëindigd. Reef heeft werknemer op 13 december 2016 medegedeeld dat het project per 1 januari 2017 afgerond zou zijn ten gevolge waarvan de arbeidsovereenkomst per die datum zou eindigen. Werknemer verzoekt onder meer de opzegging te vernietigen dan wel voor recht te verklaren dat de arbeidsovereenkomst niet met ingang van 1 januari 2017 van rechtswege is geëindigd.
Oordeel
De vraag is derhalve of hier sprake is van een rechtsgeldige ontbindende voorwaarde. De Hoge Raad heeft bij de beoordeling hiervan vooropgesteld dat de voor de arbeidsovereenkomst kenmerkende bescherming van de werknemer meebrengt dat de geldigheid van een ontbindende voorwaarde in een arbeidsovereenkomst slechts bij uitzondering kan worden aanvaard. Een voorwaarde die redelijkerwijs niet met dat wettelijk stelsel is te verenigen, zal niet tot een beëindiging van rechtswege van de arbeidsovereenkomst kunnen leiden. Van geval tot geval moet worden bezien of een voorwaarde als vorenbedoeld is te verenigen met dat wettelijk stelsel. Daarbij komt het mede aan op de aard, inhoud en context van de voorwaarde (HR 2 november 2012, ECLI:NL:HR:2012:BX0348). De kantonrechter is, met inachtneming van het voorgaande, van oordeel dat de ontbindende voorwaarde niet rechtsgeldig is. De ontbindende voorwaarde is te ruim en onduidelijk geformuleerd. De wijze waarop de ontbindende voorwaarde is opgesteld maakt dat het van de subjectieve waardering van de ‘inlener’ afhangt of en wanneer de voorwaarde in vervulling gaat. De ontbindende voorwaarde, waarbij het ‘project’ betreft de inzet van werknemer en derhalve niet een activiteit die op enig moment eindigt, lijkt op een uitzendbeding, terwijl die zelfs verstrekkender gevolgen heeft dan een uitzendovereenkomst waarbij een werknemer na 26 weken arbeid te hebben verricht wel rechtsbescherming toekomt. De ontbindende voorwaarde doet naar het oordeel van de kantonrechter afbreuk aan de voor de werknemer geldende ontslagbescherming en is derhalve niet rechtsgeldig. Voor zover er geen ander werk voor werknemer bij Reef of een van haar opdrachtgevers voorhanden is, dient dit voor rekening en risico van Reef te komen die zich bedient van een dergelijk beding. Dit betekent dat de arbeidsovereenkomst niet van rechtswege is geëindigd. De gevorderde verklaring voor recht dat de arbeidsovereenkomst niet per 1 januari 2017 is geëindigd wordt derhalve toegewezen.