Rechtspraak
Rechtbank Den Haag (Locatie Den Haag), 24 mei 2017
ECLI:NL:RBDHA:2017:5675
Stationsfoodstore B.V./werkneemster
Feiten
Werkneemster is sinds 2006 in dienst van werkgever, die alle vestigingen van AH to go op treinstations exploiteert. De werkgever verkoopt naast voedingswaren onder meer ook alcohol en tabak. Voor de verkoop hiervan gelden wettelijke leeftijdsvereisten. Om invulling te geven aan het feit dat verkopers van alcohol of tabak een inschatting moeten maken van of een klant wel of niet om diens identiteitsbewijs moet worden gevraagd dan wel onmiskenbaar de vereiste leeftijd van 18 jaar heeft bereikt, heeft het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL) besloten dat in Nederlandse supermarkten aan iedereen die jonger is dan 25 jaar en alcohol of tabak wil kopen om legitimatie moet worden gevraagd. Wanneer deze klant zijn legitimatiebewijs niet laat zien, mag geen alcohol of tabak worden meegegeven. Ingeval de werkgever in strijd met de wet wel alcohol of tabak verkoopt zonder de klant om diens leeftijd te vragen, riskeert zij forse boetes. Bij herhaling kan haar zelfs een verbod worden opgelegd op de verkoop van alcohol en tabak. Werkneemster heeft op 7 oktober 2009 de schriftelijke kennistoets omtrent de verkoop van alcohol of tabak afgelegd. Zij is geslaagd voor de toets. Werkgever verzoekt ontbinding wegens (ernstig) verwijtbaar handelen. Aan dit verzoek legt werkgever ten grondslag dat werkneemster in een relatief korte periode vijfmaal de wet en regels omtrent de verkoop van alcohol en tabak heeft overtreden, terwijl zij hierop elke keer is aangesproken en telkens duidelijke schriftelijke waarschuwingen heeft gekregen.
Oordeel
Uit de feiten blijkt dat de werkneemster in een relatief korte periode vijfmaal de wet en regels omtrent de verkoop van alcohol en tabak heeft overtreden, terwijl zij hierop elke keer is aangesproken en telkens duidelijke schriftelijke waarschuwingen heeft gekregen. Door deze herhaalde overtredingen heeft zij de werkgever blootgesteld aan het risico dat hoge boetes worden opgelegd. Bovendien heeft zij door aldus te handelen meerdere keren de gezondheid van personen onder de 18 jaar in gevaar gebracht en ondermijnt zij het door de overheid gevoerde beleid ten aanzien van de verkoop van alcohol en tabak aan personen onder de 18 jaar. Nu het slechts vijf gevallen betreft die zijn ontdekt, waarvan vier door middel van een ‘mystery guest’, acht de kantonrechter het aannemelijk dat de werkneemster in de praktijk in een aanzienlijk groter aantal gevallen de wet en regels omtrent de verkoop van alcohol en tabak niet heeft nageleefd. De kantonrechter is op basis van deze feiten van oordeel dat de werkneemster zodanig verwijtbaar nalatig is geweest dat van de werkgever in redelijkheid niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Werkneemster heeft als verweer gevoerd dat zij door de werkdruk en het werktempo weleens bij sommige klanten heeft nagelaten om te controleren of zij oud genoeg waren om tabak of alcohol te kopen. De kantonrechter is van oordeel dat dit verweer niet slaagt. Voor zover de werkneemster moeite had of niet in staat was om de wet en regels omtrent de verkoop van alcohol en tabak na te leven, had het op haar weg gelegen om dit aan de werkgever te melden. Dat heeft zij, zoals de werkgever ter zitting onbestreden heeft gesteld, niet gedaan. Geoordeeld wordt dat sprake is van ernstig verwijtbaar handelen, zodat de arbeidsovereenkomst per direct wordt ontbonden. De gevorderde verklaring voor recht dat werkneemster geen recht heeft op de transitievergoeding wordt toegewezen.