werknemer/werkgever

Feiten

Werknemer is op 1 januari 2011 bij de rechtsvoorganger van werkgever in dienst getreden. Hij vervulde laatstelijk de functie van exportmanager tegen een loon van € 3183 bruto per maand, exclusief vakantiebijslag. Werknemer heeft verzocht – kort samengevat – werkgever te veroordelen om aan werknemer de transitievergoeding ad € 6875,28 bruto, de loonvordering ad € 1365,65 bruto, de opgebouwde vakantietoeslag, alsmede de opgebouwde vakantiedagen ad € 4717,14 bruto te voldoen en werkgever te veroordelen de salarisspecificatie van februari en maart 2017 te verstrekken.

Oordeel

Werkgever is niet in de procedure verschenen en heeft geen verweer gevoerd. Op 17 juli 2017 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden, waarbij werknemer zijn vorderingen mondeling heeft toegelicht. De stellingen en vorderingen van werknemer staan derhalve als niet weersproken vast. De conclusie is dat de kantonrechter de vorderingen van werknemer zal toewijzen en dat werkgever in de kosten van deze procedure wordt veroordeeld.