Rechtspraak
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 21 juli 2017
ECLI:NL:RBROT:2017:5606
werknemer/Tulp Verkoop BV
Feiten
Werknemer stelt tot 1 april 2017 (op basis van een contract voor bepaalde tijd) bij Tulp Verkoop BV (hierna: Tulp) in dienst te zijn geweest. Tulp heeft volgens werknemer echter niet aan hem meegedeeld dat de arbeidsovereenkomst niet verlengd zou worden. De e-mail die Tulp daarover zegt te hebben verstuurd, heeft werknemer naar eigen zeggen niet gekregen. Werknemer vraagt daarom om veroordeling van Tulp tot betaling van de vergoeding hiervoor, namelijk één maandloon van in zijn geval € 1.648,23 bruto.
Oordeel
De arbeidsovereenkomst tussen werknemer met Tulp eindigde van rechtswege op 1 april 2017. Tulp had werknemer dus uiterlijk op 1 maart 2017 moeten meedelen of de arbeidsovereenkomst al dan niet verlengd zou worden. Uit de overgelegde stukken blijkt voldoende dat Tulp dit bij e-mail van 24 februari 2017 aan werknemer meegedeeld heeft. Dat dit is gebeurd blijkt niet enkel uit de e-mail van 14:24 uur van die dag zelf, maar ook, belangrijker nog, uit het overgelegde overzicht van de IT-afdeling van Tulp, waaruit volgens Tulp, en werknemer betwist dit niet, blijkt dat de e-mail om 15:24 die dag de server van Tulp heeft verlaten. De enkele ontkenning van werknemer dat hij de e-mail ontvangen heeft, volstaat niet. Als een e-mail, ondanks alle aanwijzingen die op het tegendeel wijzen, niet aankomt bij de geadresseerde, moet hier een verklaring voor zijn. Er had van werknemer, ter onderbouwing van zijn stelling dat hij de e-mail niet ontvangen heeft, verwacht mogen worden dat hij uitgelegd had hoe het kan dat de e-mail niet in zijn ‘inbox’ terecht is gekomen. Als het regelmatig voorkomt dat e-mails niet aankomen, wat werknemer naar voren heeft gebracht, had hij dit met andere (eventueel technische) informatie hierover moeten onderbouwen. Dit heeft hij niet gedaan. Het blijft bij de enkele stelling dat hij de e-mail niet gekregen heeft. Omdat hij alle andere e-mails die Tulp hem in de loop van de tijd heeft gestuurd, wel heeft gekregen, is deze stelling te mager om ervan uit te kunnen gaan dat hij de e-mail van 24 februari 2017 niet gekregen heeft. Dat werknemer Tulp op 30 maart 2017 e-mailde met de mededeling dat hij een dag daarvoor van de bedrijfsarts had gehoord dat zijn contract niet werd verlengd, met welke e-mail werknemer wil aangeven dat hij vóór 29 maart 2017 nog van niets wist, maakt het voorgaande niet anders. Als werknemer op 29 maart 2017 niet wist dat zijn arbeidsovereenkomst niet verlengd zou worden, kan dit erop wijzen dat werknemer de e-mail van Tulp van 24 februari 2017 niet gelezen heeft. Een niet-gelezen e-mail is echter niet per definitie een niet-ontvangen e-mail. Het verzoek van werknemer wordt gelet op het voorgaande afgewezen.