Rechtspraak
Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Locatie 's-Hertogenbosch), 1 augustus 2017
ECLI:NL:GHSHE:2017:3475
Werkgever/werknemer
Feiten
Werknemer is op 21 mei 2007 in dienst getreden als chauffeur bij werkgever. Op de arbeidsovereenkomst is de CAO voor het Beroepsgoederenvervoer over de weg en de verhuur van mobiele kranen (hierna: de cao) van toepassing. Werknemer is sinds 22 mei 2013 volledig arbeidsongeschikt. Met ingang van het tweede ziektejaar is 70% van het loon betaald. In de cao is een aanvullingsverplichting opgenomen. In eerste aanleg heeft de kantonrechter geoordeeld dat werkgever het aan werknemer toekomende salaris c.q. ziekengeld tot 100% dient te betalen. Tegen dit oordeel keert werkgever zich in hoger beroep.
Oordeel
De laatste zin van artikel 16 lid 4 van de cao luidt als volgt: “De aanvulling wordt ook verlengd tot 104 weken indien de werknemer blijvend volledig arbeidsongeschikt is.” De vraag die partijen verdeeld houdt, is wat onder “blijvend volledig arbeidsongeschikt” moet worden verstaan. Het hof is van oordeel dat de stelling van werkgever dat voor het begrip “blijvend volledig” aansluiting gezocht moet worden bij het duurzaamheidsbegrip zoals dat voor de toepassing van de IVA-uitkering wordt gebruikt, onvoldoende steun vindt in de tekst van artikel 16 van de cao, gelezen in het licht van de gehele tekst van de overeenkomst, de aannemelijkheid van de rechtsgevolgen en de kennelijke strekking van de cao. Vast staat dat werknemer gedurende de gehele periode van 104 weken wegens arbeidsongeschiktheid volledig verhinderd is geweest om zijn chauffeurswerkzaamheden te verrichten. Gesteld noch gebleken is er dat gedurende het tweede ziektejaar concrete aanwijzingen waren dat de volledige arbeidsongeschiktheid slechts tijdelijk zou zijn. Dit betekent dat, in de bewoordingen van de cao, sprake is geweest van ‘blijvende’ volledige arbeidsongeschiktheid in de zin van artikel 16 lid 4 van de cao. En dat betekent dat werknemer, ingevolge artikel 16 lid 2 en 4 van de cao, een aanvulling op de wettelijke loondoorbetalingsverplichting van artikel 7:629 BW toekomt tot 100% gedurende een periode van 104 weken.