Rechtspraak
Rechtbank Amsterdam (Locatie Amsterdam), 31 juli 2017
ECLI:NL:RBAMS:2017:5694
Werkneemster/Met & Co B.V.
Feiten
Met & Co exploiteert een onderneming, die onder meer zorgdraagt voor het vervoer van rolstoelpassagiers. Werkneemster is op 8 februari 2016 bij Met & Co in dienst getreden als chauffeur/personenvervoerder. Op 21 augustus 2016 en 6 december 2016 heeft werkneemster een rolstoelpassagier vervoerd zonder de in de bedrijfsregels voorgeschreven, veilige bevestiging. Bij brief van 8 december 2016 is werkneemster op staande voet ontslagen. Werkneemster verzoekt veroordeling van Met & Co tot betaling van een billijke vergoeding. Werkneemster voert aan dat er geen dringende reden aanwezig is. Beide incidenten betroffen soortgelijke problemen echter onder verschillende omstandigheden. In het eerste geval betrof het een voor werkneemster onbekend busje, waarin de stoel van de passagier niet kon worden bevestigd omdat werkneemster het systeem niet kende. De tweede keer was het wel het eigen en dus bekende busje van werkneemster, maar werkneemster had een dienst overgenomen en wist niet dat er een passagier extra was. Zij heeft toen besloten om de passagier toch mee te nemen en diens rolstoel zo goed mogelijk vast te zetten, omdat deze persoon anders 45 minuten moest wachten. Zij meent dat de feiten geen ontslag op staande voet rechtvaardigen, al was het maar omdat van recidive geen sprake is. Daarvoor verschillen de feiten te veel.
Oordeel
Tussen partijen staat vast dat werkneemster in augustus 2016 – weliswaar mondeling, want telefonisch, maar niettemin officieel en expliciet – is gewaarschuwd voor het meenemen van een passagier, van wie de rolstoel door werkneemster niet goed was vastgezet, terwijl dat volgens de bedrijfsregels niet is toegestaan (de gevaarzetting nog even daargelaten). Vast staat ook dat krap drie maanden later werkneemster precies dezelfde overtreding van de bedrijfsregels begaat en wederom een passagier meeneemt van wie de rolstoel niet goed vastgezet is. Dit is zeer ernstig en Met & Co hoeft dit niet te accepteren. Dat aan het gedrag van werkneemster (mogelijk) oprecht goede motieven ten grondslag liggen, maakt de overtreding niet minder ernstig. Het veilig en conform de bedrijfsregels vervoeren van rolstoelpassagiers vormt de kern van de verplichtingen van de werkzaamheden van werkneemster, welke zij in het korte dienstverband bij herhaling heeft genegeerd. Werkneemster had – indien zij de passagier niet wilde laten staan – de passagier niet op eigen houtje mogen meenemen maar met Heliomare en/of Met & Co een alternatief moeten onderzoeken. Naar het oordeel van de kantonrechter is de onmiddellijke beëindiging van de dienstbetrekking door Met & Co in de gegeven omstandigheden derhalve gerechtvaardigd geweest. Met & Co heeft gesteld dat zij genoodzaakt is met strikte veiligheidsregels te werken. Die strikte regels zijn geformuleerd in de bedrijfsregels waarvan werkneemster heeft erkend dat zij daarmee bekend was. Bovendien zijn deze regels herhaaldelijk en zeer recent nog uitdrukkelijk onder de aandacht van werkneemster gebracht. Werkneemster wist dat ze die moest volgen en dat heeft zij bij herhaling niet gedaan. Mee weegt voorts dat het een nog maar kort dienstverband betreft, waarbinnen werkneemster nu al twee keer de bedrijfsregels heeft overtreden. De kantonrechter wijst het verzoek tot vernietiging van het ontslag op staande voet af.