Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Desert Eagle V.O.F.
Rechtbank Den Haag (Locatie Den Haag), 31 augustus 2017
ECLI:NL:RBDHA:2017:9803

werknemer/Desert Eagle V.O.F.

Afwijzing schadevergoeding werknemer wegens het ontbreken van causaal verband tussen de werkzaamheden/verweten gedraging (onder druk zetten, veel uren werken, pesten, bedreigen) en de door werknemer geleden schade (psychische klachten).

Feiten

In 2014 is werknemer voor de duur van één jaar bij DE in dienst getreden. Met ingang van 1 maart 2015 heeft werknemer zich ziek gemeld. De arbeidsovereenkomst met werknemer is met ingang van 20 april 2015 tot een einde gekomen. Op 1 april 2015 heeft de GZ-psycholoog het volgende geschreven: ‘Het betreft een 34-jarige man met in de voorgeschiedenis een depressie waarvoor hij een medicamenteuze heeft gehad, en sinds 7 jaar citalopram gebruikt. Nu presenteert hij zich met klachten van somberheid, minder kunnen genieten, verminderde eetlust, slecht slapen, concentratie- en geheugenklachten en prikkelbaarheid. Daarnaast heeft hij last van nachtmerries, herbelevingen, een overmatige waakzaamheid na een conflict en bedreigingen in de werksituatie. (…)’ Op 1 juni 2015 heeft werknemer aangifte gedaan van bedreiging. Daarin is onder meer het volgende vermeld: ‘Op 29 augustus 2014 heb ik een gesprek aangevraagd met [HH]. (…) Verder vertelde [HH] mij dat hij zo mijn contract kon beëindigen als hij dat wilde. (…) Begin september 2014 nam [HH] mij mee naar het oude kantoor. (…) Op zijn telefoon liet hij mij toen twee foto’s zien. Op de ene foto stond een zilveren revolver afgebeeld, ik vermoed dat dit een echt vuurwapen is. Op de andere foto stond een Dessert Eagle afgebeeld. (…) [HH], [SC] en [EB] hebben meerdere keren tegen mij gezegd dat zij de dieven die zij pakken meenemen naar kantoor en dan in elkaar slaan op kantoor. Daarbij zeiden zij ook: “niemand kan ons wat maken, zelfs niet de politie”. Ik had het gevoel dat dit een bedreiging naar mij was. (…) Op 1 maart 2015 heb ik mij ziek gemeld. Ik ben ziek geworden van de bedreigingen die ik heb gekregen. (…).’ Thans vordert werknemer een verklaring voor recht dat DE jegens werknemer aansprakelijk is voor de door werknemer geleden en nog te lijden schade op grond van artikel 7:648 en/of 6:162 BW. DE voert gemotiveerd verweer.

Oordeel

Artikel 7:658 BW

DE heeft onweersproken aangevoerd dat zij bij aanvang van de dienstbetrekking van werknemer niet op de hoogte is gesteld van bijzondere risicofactoren rond werknemer, in het bijzonder niet van het feit dat hij aan een depressie lijdt, althans heeft geleden, en daarvoor al zes jaar medicatie gebruikt. Daarnaast heeft DE onweersproken naar voren gebracht dat werknemer in de periode waarin hij voor DE werkzaam was geen klachten heeft geuit omtrent nachtmerries, herbelevingen en dergelijke en, ook, dat gelet op de door werknemer ingevulde, binnen het bedrijf gebruikelijke, rapportage, er zich tijdens zijn diensten geen buitenproportionele situaties hebben voorgedaan. Onder deze omstandigheden was het onmogelijk voor DE om rekening te houden met een bijzondere kwetsbaarheid van werknemer. Dat betekent dat DE ook geen maatregelen heeft kunnen treffen om te voorkomen dat werknemer in de uitoefening van zijn werkzaamheden schade heeft geleden. Mogelijk is tegen de achtergrond van de door werknemer genoemde incidenten de bedrijfscultuur binnen DE wat ruw te noemen. Waar andere werknemers daardoor kennelijk niet worden geraakt zoals werknemer stelt daardoor te worden geraakt, kan niet tot uitgangspunt worden genomen dat die bedrijfscultuur zodanig is dat een werknemer met een normale psychische weerstand daarin niet kan functioneren. Het beroep van werknemer op artikel 7:658 BW dient dus te worden verworpen. 

Artikel 6:162 BW 

Naar het oordeel van de kantonrechter had het op de weg van werknemer gelegen om, nu uit zijn medische documentatie uitdrukkelijk volgt dat bij hem sprake is van recidiverende depressie, concrete feiten en omstandigheden te stellen waaruit kan volgen in welke mate zijn werkzaamheden bij DE aan zijn huidige depressie hebben bijgedragen. Dat heeft hij echter nagelaten. De kantonrechter weegt daarbij mee dat een aantal van de door werknemer opgevoerde klachten ook niet duiden op onzorgvuldig gedrag aan de kant van de werkgever. Blijft over wat stoere praat over het in elkaar slaan van dieven en een kennelijk aanbod aan werknemer om zwart te worden betaald dat hij niet zegt te hebben geaccepteerd. Het causaal verband tussen deze twee gedragingen, indien zij komen vast te staan, en de depressie van werknemer is, tegen de achtergrond van het recidiverende karakter van de depressie, onvoldoende toegelicht.