Naar boven ↑

Rechtspraak

Bredox B.V./werknemer
Rechtbank Limburg (Locatie Roermond), 19 september 2017
ECLI:NL:RBLIM:2017:9068

Bredox B.V./werknemer

Werknemer is onvoldoende gewezen op de gestelde tekortkomingen in zijn functioneren. Ook is geen verbetertraject met werknemer gevoerd. Derhalve is er geen voldragen d-grond. De h-grond dient niet ter reparatie. Het ontbindingsverzoek wordt afgewezen.

Feiten

Werknemer is op 1 juli 2006 bij Bredox in dienst getreden. Bredox verzoekt de tussen haar en werknemer bestaande arbeidsovereenkomst te ontbinden op basis van (primair) de d-grond dan wel (subsidiair) de h-grond. Uit een achttal incidenten trekt Bredox de conclusie dat werknemer niet (langer) geschikt is voor zijn functie.

Oordeel

De kantonrechter laat in het midden of werknemer daadwerkelijk ongeschikt is voor de uitoefening van zijn functie. De kantonrechter is namelijk van oordeel dat Bredox niet heeft voldaan aan het vereiste om werknemer tijdig en op duidelijke wijze van het gestelde disfunctioneren in kennis te stellen en hem in voldoende mate de gelegenheid te bieden zijn functioneren te verbeteren. In het onderhavige geval is de kantonrechter onvoldoende gebleken dat er op duidelijke wijze kritiek is geuit op het functioneren van werknemer. Door Bredox is in dit verband gesteld dat werknemer meermaals binnen het managementteam en het productieoverleg is gewezen op zijn functioneren, maar die stelling is slechts onderbouwd met achteraf opgestelde verklaringen. Dat er geen notulen zijn gemaakt van die besprekingen omdat Bredox een klein bedrijf is en men op informele wijze met elkaar omgaat, mag echter in dit verband niet voor rekening van werknemer komen. Uit de namens Bredox overgelegde documenten, blijkt dat Bredox niet altijd tevreden is over het functioneren van werknemer maar daar blijkt nog niet uit dat Bredox hem ook daadwerkelijk aanspreekt op zijn functioneren en hem duidelijk kenbaar maakt welke aspecten van zijn functioneren verbetering behoeven. Niet blijkt dat er een verbetertraject is opgestart waarin is aangegeven op welke punten werknemer zijn functioneren dient te verbeteren, doelen zijn opgesteld of aanwijzingen zijn gegeven hoe werknemer de door Bredox gewenste verbetering kan bereiken. Voor zover Bredox er onder meer op heeft gewezen dat firma A is ingehuurd voor persoonlijke en technische begeleiding van projecten overweegt de kantonrechter dat tussen partijen vaststaat dat dit bureau sinds 2006 tot en met 2016 voor projecten is ingehuurd. Weliswaar zagen die werkzaamheden op ondersteuning van werknemer in zijn werkzaamheden, maar dit had geen betrekking op zijn vermeende disfunctioneren. Bovendien geldt ten aanzien van de door Bredox gestelde verbeteringsacties dat niet is aangegeven op welke wijze dit werknemer dient te ondersteunen om zijn functioneren structureel te verbeteren, alsmede binnen welk tijdsbestek dit gerealiseerd dient te worden. Kort en goed kan de kantonrechter niet anders dan de conclusie trekken dat, zo er al sprake is van disfunctioneren van werknemer, Bredox heeft nagelaten om werknemer in voldoende mate in de gelegenheid te stellen zijn functioneren te verbeteren. Dit betekent dat van een voldragen d-grond geen sprake is. Subsidiair beroept Bredox zich op de h-grond. De h-grond dient blijkens de parlementaire geschiedenis niet als ‘reparatiegrond’, in die zin dat deze niet dient te worden gebruikt voor het repareren van het op de overige gronden onvoldoende onderbouwde ontslag. Onder deze h-grond kunnen niet verschillende andere gronden worden ondergebracht, die op zich onvoldoende ‘redelijke grond’ opleveren, maar dat samengeteld wel kunnen. Derhalve kan ook deze grondslag niet tot toewijzing van het verzoek leiden.