Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Sun Chemical B.V.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Locatie Leeuwarden), 24 oktober 2017
ECLI:NL:GHARL:2017:9216

werknemer/Sun Chemical B.V.

Ontslagen werknemer (woonachtig in België) met een Belgische en Nederlandse arbeidsovereenkomst valt niet onder de werking van het BBA. Op het moment van ontslag was geen sprake van sociaaleconomische betrokkenheid in Nederland, geen noodzaak bescherming te bieden tegen sociaal ongerechtvaardigd ontslag.

Feiten

Werknemer heeft de Belgische nationaliteit en is op 1 maart 1999 in dienst getreden van de Belgische naamloze vennootschap Sun Chemical BE gevestigd te België. De plaats van tewerkstelling is België. Werknemer is op 1 juni 2003 (eveneens) in dienst getreden van de besloten vennootschap Sun Chemical Lelystad B.V., thans Sun Chemical. Bij brief van Sun Chemical BE en Sun Chemical van 23 maart 2015 is werknemer, kort gezegd, beëindiging van de arbeidsovereenkomst medegedeeld. Bij brief van 1 mei 2015 van de gemachtigde van werknemer is de nietigheid van het ontslag van 23 maart 2015 jegens Sun Chemical ingeroepen wegens het ontbreken van toestemming van het UWV en aanspraak gemaakt op doorbetaling van het loon vanaf 23 maart 2015. Werknemer heeft in eerste aanleg, kort samengevat, gevorderd een verklaring voor recht dat het verleende ontslag op staande voet nietig is. De vordering is afgewezen en door de kantonrechter is geoordeeld dat de situatie van werknemer zich zodanig onderscheidt van die van andere werknemers die werkzaam zijn in Nederland dat de ontslagbescherming van artikel 6 BBA ten aanzien van hem toepassing mist.

Oordeel

De grieven 1 tot en met 7 keren zich tegen een zevental overwegingen die de kantonrechter mede tot het oordeel hebben gebracht dat het BBA toepassing mist. Tegen de achtergrond van het algemene beoordelingskader dient te worden onderzocht of de situatie van werknemer zich ten tijde van de ontslagverlening zodanig onderscheidde van die van volledig in Nederland werkzame werknemers, die zonder meer de ontslagbescherming van het BBA genieten, dat daardoor de niet-toepasselijkheid van het BBA op werknemer gerechtvaardigd wordt. Door de grieven niet bestreken, maar voor de beoordeling wel relevant, zijn de vaststellingen van de kantonrechter dat werknemer de Belgische nationaliteit heeft, dat hij sociaal verzekerd is gebleven in België en dat hij niet aangesloten is geweest bij een Nederlands pensioenfonds. De grieven richten zich kort samengevat tegen de volgende overwegingen van de kantonrechter: het sociale leven van werknemer speelt zich voornamelijk in België af, werknemer is aangesteld met een internationale functie met als werkgebied België en Nederland en als standplaats België, de tweede arbeidsovereenkomst in Nederland is voornamelijk aangegaan vanwege belastingtechnische voordelen en er zijn onvoldoende aanwijzingen dat werknemer terugvalt op de Nederlandse arbeidsmarkt. Werknemer voert aan dat hij vele vrienden/kennissen in Nederland heeft, dat hij supporter (voetbal) is van Sparta én het Nederlands elftal, dat hij regelmatig bezoeker is van tentoonstellingen en muziekoptredens in Nederland en dat hij een boot in Drimmelen heeft gehad.  Dat neemt echter niet weg dat werknemer geboren en getogen Belg is. Zijn sociale leven speelde zich ten tijde van het ontslag (gelijk daarvoor en daarna) grotendeels in België af. Bevestigd is dat hij voor vier dagen per week werkzaam was voor Sun Chemical BE, één dag voor Nederland. Het zwaartepunt van de arbeidsverhouding die werknemer had met Sun Chemical BE en Sun Chemical lag evident in België. Werknemer was voorts van meet af aan (1 maart 1999, aanvang dienstverband met Sun Chemical BE) mede werkzaam ten behoeve van vestigingen van Sun Chemical in Nederland. Met werknemer werd op 1 juni 2003 door Sun Chemical een arbeidsovereenkomst aangegaan. De situatie was in feite gelijk aan die van voor 1 juni 2003 toen Sun Chemical BE ook al bepaalde in welke mate werknemer in Nederland ingezet kon worden. Waar de feitelijke werkzaamheden niet noopten tot een arbeidsovereenkomst met Sun Chemical maar het te behalen fiscaal voordeel wel, is de conclusie gerechtvaardigd dat in dat laatste de doorslaggevende reden gelegen was om die overeenkomst aan te gaan. Samengevat luidt de beoordeling aldus: werknemer heeft de Belgische nationaliteit, zijn sociale leven speelt zich hoofdzakelijk in België af, hij was sociaal verzekerd in België, hij betaalde geen premies werknemersverzekeringen in Nederland (WW, WAO, WIA, ZW) en had (dus) geen recht op Nederlandse werknemersvoorzieningen, hij was slechts voor 20% werkzaam in Nederland, de omvang van zijn inzet in Nederland werd door de Belgische vennootschap Sun Chemical N.V. bepaald, de arbeidsovereenkomst met Sun Chemical werd kennelijk geheel of grotendeels gesloten met het oog op fiscaal voordeel voor werknemer en na ontslag was werknemer primair aangewezen op de Belgische arbeidsmarkt. Deze factoren in onderling verband bezien maken dat de situatie van werknemer zich ten tijde van de ontslagverlening op 23 maart 2015 zodanig onderscheidde van die van volledig in Nederland werkzame werknemers, die zonder meer de ontslagbescherming van het BBA genieten, dat daardoor de niet-toepasselijkheid van het BBA op werknemer gerechtvaardigd wordt. De slotsom is dat de grieven, voor zover gehandhaafd, falen.