Naar boven ↑

Rechtspraak

Stichting KwadrantGroep/werkneemster
Rechtbank Noord-Nederland (Locatie Leeuwarden), 12 december 2018
ECLI:NL:RBNNE:2018:5382

Stichting KwadrantGroep/werkneemster

Ontbindingsverzoek a-grond afgewezen omdat werkgeefster niet heeft voldaan aan de herplaatsingsplicht.

Feiten

Werkneemster is als receptioniste in dienst bij Stichting KwadrantGroep (hierna: KwadrantGroep). In het kader van toekomstbestendigheid is KwadrantGroep een reorganisatie gestart en heeft daartoe een programma opgesteld, met als belangrijk onderdeel het zogenoemde formatieplaatsenplan dat is gericht op het op orde krijgen van de organisatie en bijbehorende functies en formatie, alsmede een sociaal plan. Ten gevolge van het formatieplaatsenplan is werkneemster op 27 februari 2017 boventallig verklaard en is meegedeeld dat de herplaatsingstermijn van tien maanden ingaat per 1 juni 2017. De termijn eindigde derhalve op 1 april 2018. Per 1 april 2018 heeft een medewerkster van de receptie (X) ontslag genomen. KwadrantGroep heeft de hierdoor vrijgekomen functie en formatie niet als vacature opengesteld. Vervolgens heeft KwadrantGroep bij het UWV een ontslagvergunning voor werkneemster aangevraagd. In reactie hierop heeft het UWV de ontslagvergunning geweigerd en geoordeeld dat de herplaatsingsinspanningen van KwadrantGroep onvoldoende zijn aangezien het mogelijk was om werkneemster te herplaatsen. KwadrantGroep verzoekt de kantonrechter dan ook de arbeidsovereenkomst te ontbinden op de a-grond.

Oordeel

Niet in geschil tussen partijen is dat KwadrantGroep voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de arbeidsplaats van werkneemster wegens bedrijfseconomische redenen dient te vervallen en dat op juiste wijze is afgespiegeld. Partijen verschillen wel van mening of KwadrantGroep aan haar herplaatsingsverplichting heeft voldaan, met name nu zij de per 1 april 2018 vrijgekomen functie niet aan werkneemster heeft aangeboden. Partijen zijn het erover eens dat de desbetreffende functie bij de receptie in beginsel een passende functie voor werkneemster zou zijn, ware het niet dat KwadrantGroep heeft besloten de aldus vrijgekomen formatie niet op te vullen. De herplaatsingsperiode van werkneemster liep af op 1 april 2018. Per diezelfde datum kwam er een passende functie vrij voor werkneemster. Zoals werkneemster ter zitting ook heeft aangevoerd moet het derhalve al vóór dat tijdstip voor KwadrantGroep bekend zijn geweest dat de bewuste functie vrij zou komen. Onder die omstandigheden had KwadrantGroep werkneemster de vacante functie moeten aanbieden en was herplaatsing binnen een redelijke termijn wel mogelijk. Het bovenstaande leidt tot de vaststelling dat KwadrantGroep niet heeft voldaan aan de herplaatsingsplicht. De verzoeken worden derhalve afgewezen.