Naar boven ↑

Rechtspraak

X/Gentlemen Security B.V.
Rechtbank Noord-Holland (Locatie Haarlem), 3 april 2019
ECLI:NL:RBNHO:2019:3086

X/Gentlemen Security B.V.

Beroep van X op artikel 7:616a BW wordt niet gehonoreerd. X heeft onvoldoende aannemelijk gemaakt werkzaam te zijn geweest op basis van een arbeidsovereenkomst.

Feiten

Gentlemen Security is een beveiligingsbedrijf te Nieuw-Vennep. In 2015 heeft Gentlemen Security een opdracht voor twee maanden aangenomen voor de opvang van asielzoekers in Teats te Zaandam. Gentlemen Security heeft daarvoor Proservice Security ingeschakeld om beveiligingskrachten van haar in te lenen, zodat zij de opdracht die ziet op opvang van asielzoekers te Zaandam kon uitvoeren. X heeft van 11 december 2015 tot en met 18 januari 2016 werkzaamheden verricht als beveiliger in Teats te Zaandam. X is door Proservice Security niet betaald voor deze werkzaamheden. Vervolgens is Proservice Security uit het handelsregister uitgeschreven. X heeft daartoe Gentlemen Security gesommeerd tot betaling voor de uitgevoerde werkzaamheden. Gentlemen Security heeft eveneens van JURISTU Incasso Juristen namens Proservice Security een sommatie tot betaling ontvangen van de factuur die ziet op de werkzaamheden van X. Deze factuur (aan Proservice Security) heeft Gentlemen Security uiteindelijk voldaan. X vordert dat de kantonrechter Gentlemen Security veroordeelt tot betaling van € 6.481,89.

Oordeel

Tussen partijen is in geschil of Gentlemen Security als opdrachtgever hoofdelijk aansprakelijk kan worden gesteld voor de door X ingestelde loonvordering. Voor een geslaagd beroep op artikel 7:616a BW is vereist dat tussen Proservice Security en X sprake was van een arbeidsovereenkomst. Uit de nadere toelichting van X ter zitting volgt dat hij zich op het standpunt stelt dat hij op basis van een (mondelinge) arbeidsovereenkomst werkzaam is geweest bij Proservice Security. Ter onderbouwing van zijn standpunt heeft X ter zitting zijn beveiligingspas overgelegd, waarop 'Proservice Security' staat. Volgens X staat daarmee voldoende vast dat hij op basis van een arbeidsovereenkomst werkzaam was voor Proservice Security. Gentlemen Security betwist dat tussen X en Proservice Security een arbeidsovereenkomst tot stand is gekomen, omdat X geen bewijsstukken – zoals een arbeidsovereenkomst, loonstroken of gegevens die zien op zijn arbeidsverleden van X – in het geding heeft gebracht. Het enkel ter zitting tonen van een beveiligingspas met daarop 'Proservice Security' is onvoldoende, omdat een zzp’er een dergelijke pas ook kan verkrijgen volgens Gentlemen Security. De kantonrechter is van oordeel dat het – gezien de gemotiveerde betwisting van Gentlemen Security – op de weg van X had gelegen om stukken in het geding te brengen die wijzen op het bestaan van een (mondelinge) arbeidsovereenkomst tussen Proservice Security en X. X heeft dit nagelaten. Met Gentlemen Security is de kantonrechter van oordeel dat X onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat sprake is geweest van een (mondelinge) arbeidsovereenkomst tussen Proservice Security en X. Nu niet kan worden vastgesteld dat X op basis van een (mondelinge) arbeidsovereenkomst werkzaam was voor Proservice Security, zal de vordering van X worden afgewezen. Ten overvloede merkt de kantonrechter op dat Gentlemen Security voldaan zou hebben aan de niet-verwijtbaarheidstoets van lid 2 van artikel 7:616a BW.