Rechtspraak
Rechtbank Noord-Holland (Locatie Zaanstad), 25 juli 2019
ECLI:NL:RBNHO:2019:6928
Foekens Sloopcombinatie B.V./werknemer
Feiten
Werknemer is per 1 april 2017 in dienst getreden bij Foekens Sloopcombinatie B.V. (hierna: Foekens) in de functie van bouwplaatsmedewerker. Foekens is een bedrijf dat zich onder meer bezighoudt met het aannemen en uitvoeren van sloopwerken, asbestsaneringen en boor- en zaagwerkzaamheden. In de arbeidsovereenkomst is een concurrentie- en relatiebeding en een daaraan gekoppeld boetebeding overeengekomen. Werknemer heeft de arbeidsovereenkomst opgezegd per 1 december 2018. Werknemer is op diezelfde datum in dienst getreden bij Break Down Sloopsupport B.V. (hierna: Break Down). Break Down is een gecertificeerd bedrijf voor asbestsanering en -verwijdering. Thans is in geschil of werknemer in strijd heeft gehandeld met het overeengekomen concurrentie- en relatiebeding en of hij moet worden veroordeeld tot betaling van een boetebedrag van € 5.000 ineens en een boetebedrag van € 2.500 per dag vanaf 10 december 2018, zoals gevorderd door Foekens.
Oordeel
De kantonrechter overweegt allereerst dat sprake is van een geldig overeengekomen concurrentie- en relatiebeding. Dat het concurrentie- en relatiebeding ruim is geformuleerd en dat daarin geen geografische beperking staat, doet aan de geldigheid niet af. Ook de stelling van werknemer dat Break Down geen directe concurrent is van Foekens treft geen doel. Op de zitting heeft werknemer erkend dat hij tijdens zijn dienstverband met Foekens heeft waargenomen dat Foekens sloopprojecten heeft uitgevoerd waarbij ook asbestsanering en -verwijdering plaatsvond. Alleen al gelet op die erkenning door werknemer staat voldoende vast dat Break Down een concurrent is van Foekens in de zin van het overeengekomen concurrentie- en relatiebeding. Ook Break Down houdt zich immers bezig met asbestsanering en -verwijdering en is of kan daardoor concurrerend zijn met de activiteiten van Foekens. Dat Foekens bij sloopprojecten voor de asbestsanering of -verwijdering gebruikmaakt van de diensten van een onderaannemer, maakt niet uit, omdat de sloopprojecten in zijn geheel een activiteit zijn van Foekens als hoofdaannemer. Vervolgens overweegt de kantonrechter dat geen grond aanwezig is voor gehele of gedeeltelijke vernietiging van het concurrentie- en relatiebeding. Werknemer heeft van zijn kant geen belangen naar voren gebracht die een vernietiging kunnen rechtvaardigen. De enkele stelling van werknemer dat sprake was van een 'weinig tactvolle omgang' van Foekens met haar werknemers en van een 'zeer hoge werkdruk' is daarvoor niet genoeg. Daarnaast is het salaris zo goed als gelijk gebleven. Daartegenover heeft Foekens aannemelijk gemaakt dat zij voldoende belang heeft bij de bedingen, alleen al gelet op het feit dat werknemer bekend is met de klanten en relaties van Foekens en er een risico bestaat dat Break Down daarvan profiteert, temeer nu Foekens en Break Down ‘in dezelfde vijver vissen’. Het voorgaande brengt met zich dat werknemer in strijd heeft gehandeld met het concurrentie- en relatiebeding. Dat betekent dat werknemer in beginsel een boete heeft verbeurd van € 5.000 ineens en € 2.500 per dag vanaf 10 december 2018. Toewijzing van de gevorderde boete zou er echter toe leiden dat werknemer aan Foekens een boete moet betalen van in totaal € 892.500. Dat leidt volgens de kantonrechter uiteraard tot een onaanvaardbaar resultaat. De kantonrechter matigt daarom de boete tot een bedrag van € 4.000, te weten een bedrag gelijk aan ongeveer twee maandsalarissen van werknemer.