Rechtspraak
Rechtbank Amsterdam (Locatie Amsterdam), 14 oktober 2019
ECLI:NL:RBAMS:2019:7768
Simply Translate B.V./werkneemster
Feiten
Werkneemster is met ingang van 1 januari 2019 voor de duur van één jaar in dienst getreden bij Simply Translate B.V. in de functie van junior projectmanager. Bij brief van 28 mei 2019 heeft werkneemster haar ontslag aangeboden per 30 juni 2019, omdat zij is aangenomen bij het ministerie van Buitenlandse Zaken. Simply Translate verzoekt de kantonrechter haar op grond van artikel 7:677 lid 4 BW een vergoeding toe te kennen gelijk aan het bedrag van het in geld vastgestelde loon over de termijn dat de arbeidsovereenkomst met werkneemster zou hebben geduurd indien deze van rechtswege zou zijn geëindigd.
Oordeel
De kantonrechter oordeelt als volgt. Het verweer van werkneemster dat Simply Translate niet als goed werkgever heeft gehandeld wordt gepasseerd. Het feit dat Simply Translate werkneemster voorafgaand aan de totstandkoming van de arbeidsovereenkomst niet heeft gewezen op het ontbreken van een tussentijds opzegbeding leidt er niet toe dat zij in strijd heeft gehandeld met het goed werkgeverschap. Een dergelijke algemene verplichting rust immers niet op haar als werkgever. Dat Simply Translate de indruk heeft gewekt dat werkneemster de arbeidsovereenkomst zonder gevolgen tussentijds kon opzeggen, is niet gebleken. Dat zij positief heeft gereageerd op de sollicitatieprocedure van werkneemster en de voortgang daarin, rechtvaardigt nog niet het oordeel dat Simply Translate zonder meer zou instemmen met tussentijdse opzegging. Dit leidt ertoe dat, nu niet in debat is dat werkneemster onregelmatig heeft opgezegd, werkneemster in beginsel gehouden is de gefixeerde schadevergoeding aan Simply Translate te voldoen. Tevens staat vast dat de arbeidsovereenkomst nog zes maanden zou duren, zodat de vergoeding zes maanden zou bedragen. De kantonrechter ziet in de omstandigheden van het geval in ieder geval aanleiding deze vergoeding te beperken tot het wettelijke minimum, het in geld vastgestelde loon voor drie maanden, nu dit billijk voorkomt. Bij die afweging wordt in aanmerking genomen dat niet voldoende aannemelijk is geworden dat werkneemster bij Simply Translate een sleutelpositie heeft ingenomen. Zij was nog maar kort in dienst. Dat Simply Translate in werkneemster heeft geïnvesteerd in de zin van bijvoorbeeld een opleiding en daar kosten voor heeft gemaakt, is gesteld noch gebleken. Volledige toepassing van artikel 7:677 lid 4 BW zou bovendien tot gevolg hebben dat werkneemster zes maanden voor niets heeft gewerkt en feitelijk zou moeten betalen voor de zes maanden dat zij daar heeft gewerkt, hetgeen niet billijk is. Ook wordt daarbij betrokken dat Simply Translate gedurende het sollicitatieproces van werkneemster bij Buitenlandse Zaken niet steeds volledig duidelijk is geweest dat tussentijdse opzegging tot deze financiële gevolgen zou kunnen leiden. Pas na die opzegging heeft Simply Translate werkneemster voor dit voldongen feit gesteld. Hierdoor heeft zij werkneemster de mogelijkheid onthouden haar keuze in dat sollicitatieproces nader te bepalen, dan wel in overleg te treden. Ten slotte wordt in ogenschouw genomen dat door Simply Translate in dit geding niet aannemelijk is gemaakt dat de opzegging door werkneemster schade van enige omvang heeft opgeleverd. De kantonrechter kent aan Simply Translate een vergoeding toe ter hoogte van € 7.452.