Naar boven ↑

Rechtspraak

Stichting Evean Zorg/werknemer
Rechtbank Noord-Holland (Locatie Zaanstad), 26 juni 2020
ECLI:NL:RBNHO:2020:4912
Werkgever handelt ernstig verwijtbaar door op ontoereikende basis te stellen dat de verhoudingen ernstig zijn verstoord, mediation geen zin had en desalniettemin aan te sturen op directe beëindiging van de arbeidsovereenkomst.

Feiten

Werknemer is sinds 1 augustus 2018 in dienst bij Stichting Evean Zorg (hierna: Evean). De functie van werknemer is Directeur Zorg. Werknemer is verantwoordelijk voor het dagelijks beleid van Evean en maakt deel uit van het managementteam (hierna: MT) van Evean. In december 2019 heeft de raad van bestuur (hierna: RvB) bureau JBBX ingeschakeld om een onderzoek in stellen naar samenwerkingsproblemen en spanningen binnen het MT. Daarbij is met name gevraagd te onderzoeken wat de oorzaak is van die problemen en spanningen, wat de rol is van werknemer daarin en hoe het zit met de veiligheid en het vertrouwen binnen het MT van Evean. Op 19 februari 2020 is het eindverslag van JBBX opgesteld waarin onder meer staat dat de stijl van leidinggeven van werknemer door meerdere MT-leden wordt ervaren als ‘verdeel en heers’, wat een verlammende werking lijkt te hebben op het functioneren van het team. In een gesprek op 28 februari 2020 heeft de RvB aan werknemer meegedeeld dat Evean het voornemen heeft om de arbeidsovereenkomst te beëindigen. Dat is bevestigd in een brief, waarin onder meer is opgemerkt dat het voor de RvB duidelijk was dat mediation geen zin had vanwege de ernst van de problemen. In de brief is werknemer met onmiddellijke ingang vrijgesteld van werk. Evean verzoekt de arbeidsovereenkomst met werknemer te ontbinden vanwege, kort gezegd, een verstoorde arbeidsverhouding. Volgens werknemer streeft Evean op valse redenen de ontbinding van zijn dienstverband na. Voor het geval de arbeidsovereenkomst toch zou worden ontbonden, verzoekt werknemer onder meer om toekenning van een transitievergoeding van € 10.494,81 bruto en een billijke vergoeding van € 479.141,52 bruto.

Oordeel

De kantonrechter kan niet anders dan concluderen dat de arbeidsverhouding tussen Evean en werknemer duurzaam en onherstelbaar is verstoord. Vast staat dat de huidige RvB en de mededirecteur geen vertrouwen meer hebben in werknemer als Directeur Zorg en niet meer met hem kunnen en willen samenwerken. Onder die omstandigheden ziet de kantonrechter niet in dat de arbeidsovereenkomst nog zinvol kan worden voortgezet. Het is in de functie van werknemer als Directeur Zorg bij uitstek van belang en noodzakelijk dat hij het vertrouwen heeft van de RvB, de mededirecteur en de RvC. Daar waar dat vertrouwen is weggevallen door de verstoorde arbeidsverhouding, kan werknemer niet meer (blijven) functioneren. Daarnaast is de kantonrechter van oordeel dat de ontbinding van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van Evean. In het verslag van JBBX noch in de overige stukken kan de kantonrechter een voldoende feitelijke en concrete basis vinden voor de stelling van Evean dat de verhoudingen in het MT ernstig zijn verstoord en dat mediation zinloos zou zijn. In het verslag van JBBX staat uitsluitend in vage en algemene bewoordingen wat bepaalde MT-leden zouden hebben ervaren, zonder dat duidelijk wordt om wie het gaat, waar het om gaat en waarop dat is gebaseerd. Er wordt niet toegelicht of gemotiveerd aan welke afspraken werknemer zich niet zou hebben gehouden, er wordt niet duidelijk gemaakt in welke zin sprake is van een ondeugdelijke stijl van leidinggeven en er wordt niet concreet gemaakt op welke manier feedback door werknemer zou worden ‘afgestraft’. In het verlengde van het voorgaande is het de kantonrechter ook niet duidelijk waarom mediation bij voorbaat zinloos was. Daarbij komt dat de kantonrechter niet kan vaststellen dat werknemer tijdig en op adequate wijze is aangesproken op zijn functioneren en in staat is gesteld om daarin verandering aan te brengen. Door onder deze omstandigheden niettemin aan te sturen op een directe beëindiging van de arbeidsovereenkomst, heeft Evean ernstig verwijtbaar gehandeld. De kantonrechter ziet dan ook aanleiding om aan werknemer een billijke vergoeding toe te kennen en stelt deze vast op een bedrag van € 125.000 bruto.