Naar boven ↑

Rechtspraak

Werknemer/Groveko B.V. en SterGro International B.V.
Rechtbank Gelderland (Locatie Arnhem), 17 juli 2020
ECLI:NL:RBGEL:2020:3999
Dat de bedoeling van partijen is geweest dat werknemer de functie van statutair bestuurder zou vervullen, is onvoldoende om aan te nemen dat werknemer ook tot statutair bestuurder is benoemd nu een AVA niet heeft plaatsgevonden en een benoemingsbesluit ontbreekt.

Feiten

SterGro International B.V. (hierna: SterGro) is aandeelhouder en bestuurder van Groveko B.V. Groveko is een groothandel in schoonmaakartikelen voor de zakelijke markt. Alle bedrijfsactiviteiten binnen het SterGro-concern worden thans binnen Groveko verricht. Alleen het 100%-aandelenbelang in Groveko en de achtergestelde leningen van aandeelhouders bevinden zich in SterGro. Werknemer was aanvankelijk indirect bestuurder en aandeelhouder van Ewepo Reinigingssystemen B.V. (hierna: Ewepo), een bedrijf dat in 2015 door Groveko is overgenomen. De op 21 april 2015 opgestelde intentieovereenkomst inzake de overname van Ewepo is mede door werknemer ondertekend. Uit het overgelegde uittreksel van het handelsregister van de Kamer van Koophandel volgt onder meer dat werknemer per 20 augustus 2015 is ingeschreven als bestuurder van SterGro. Werknemer houdt 4,98% van de aandelen in SterGro. Tijdens de aandeelhoudersvergadering van SterGro op 27 april 2020 is werknemer als statutair bestuurder per 1 juli 2020 ontslagen en geschorst voor de periode tot die datum. Groveko heeft op 28 april 2020 haar personeel per e-mail op de hoogte gesteld van het besluit van de AVA. Bij brief van 8 mei 2020 heeft de gemachtigde van werknemer de aandeelhouders en het bestuur van Groveko onder meer medegedeeld dat werknemer niet is aangesteld als statutair bestuurder van SterGro en dat het ontslagbesluit niet aan de eisen voldoet, zodat geen sprake is van een rechtsgeldige beëindiging van het dienstverband. Werknemer vordert dat de kantonrechter Groveko en/of SterGro veroordeelt hem in staat te stellen zijn werkzaamheden op basis van zijn arbeidsovereenkomst op de gebruikelijke wijze te hervatten.

Oordeel

Arbeidsovereenkomst

De eerste vraag die in dit kort geding beantwoord dient te worden is met welke vennootschap werknemer een arbeidsovereenkomst heeft. Vastgesteld kan worden dat de door werknemer overgelegde arbeidsovereenkomst is gesloten met SterGro. Dat werknemer vervolgens de laatste jaren feitelijk heeft gewerkt voor Groveko kan zo zijn; dat was immers op dat moment de enige dochtermaatschappij van SterGro. Daarin werden van meet af aan de activiteiten verricht. Dit maakt nog niet dat werknemer daarmee ook in dienst was bij Groveko. Gelet op het voorgaande is voldoende aannemelijk geworden dat werknemer een arbeidsovereenkomst met SterGro had en niet met Groveko. Dat het loon van werknemer werd uitbetaald door Groveko maakt het voorgaande niet anders.

Statutair bestuurder

Nu voorshands geoordeeld wordt dat er een arbeidsovereenkomst bestaat tussen werknemer en SterGro, dient vervolgens de vraag te worden beantwoord of werknemer ook statutair bestuurder van SterGro was. Uit de intentieovereenkomst en de aandeelhoudersovereenkomst volgt dat het de bedoeling was van partijen dat werknemer de functie van statutair bestuurder van SterGro op zich zou nemen. Feitelijk is dat ook zo geschied. Werknemer ondertekende de geconsolideerde jaarrekeningen van SterGro en sloot zelfstandig contracten. SterGro heeft geen stukken overgelegd waaruit volgt dat er een aandeelhoudersvergadering heeft plaatsgevonden waarin de benoeming van werknemer als statutair bestuurder van SterGro op de agenda stond. Evenmin bevindt zich bij de stukken een benoemingsbesluit. In de aandeelhoudersovereenkomst is alleen opgenomen dat onder meer werknemer tot directeur van SterGro zouden worden benoemd en dus niet tot statutair bestuurder. Dat werknemer als statutair bestuurder is ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel van SterGro maakt nog niet dat sprake is van een benoeming. De bedoeling van partijen is onvoldoende om aan te nemen dat werknemer ook daadwerkelijk tot statutair bestuurder is benoemd. Het voorgaande maakt dat onvoldoende aannemelijk is geworden dat werknemer statutair bestuurder was van SterGro. De kantonrechter acht het aannemelijk dat in een bodemprocedure de opzegging van de arbeidsovereenkomst op 29 april 2020 zal worden vernietigd, omdat de opzegging in strijd is met het bepaalde in artikel 7:671 BW. Dit leidt ertoe dat de vorderingen van werknemer tot het hervatten van zijn werkzaamheden en het doorbetalen van loon toewijsbaar zijn.