Naar boven ↑

Rechtspraak

Mecanoo Architecten B.V./werkneemster
Rechtbank Den Haag (Locatie Den Haag), 8 juni 2020
ECLI:NL:RBDHA:2020:8053
Werkgeefster handelt ernstig verwijtbaar door senior architecte in functioneringsgesprekken te verwijten dat zij disfunctioneert, maar op geen enkele wijze concreet toe te lichten aan welke functie-eisen zij niet voldoet. Toekenning billijke vergoeding ter hoogte van € 300.445,50.

Feiten

Mecanoo Architecten B.V. (hierna: Mecanoo) is een architectenbureau. Werkneemster is op 14 augustus 1995 in dienst getreden bij Mecanoo. Op dit moment is zij werkzaam in de functie van senior architect. Op de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst is de cao voor Architectenbureaus (hierna: de cao) van toepassing. Het loon dat werkneemster ontvangt, bedraagt € 5.160 bruto per maand. Het salaris van werkneemster valt daarmee in het hoogste functieniveau (N) van de cao. Op of omstreeks 28 juni 2017 en 9 april 2018 heeft er tussen partijen een functioneringsgesprek plaatsgevonden. In de verslagen van beide gesprekken is – kort gezegd – te lezen dat werkneemster volgens Mecanoo voldoet aan het verwachte niveau en dat haar slechts enkele tips worden meegegeven. Op 3 april 2019, 23 april 2019 en 1 juli 2019 heeft er wederom een gesprek plaatsgevonden. In de verslagen van deze gesprekken is – kort gezegd – opgenomen dat werkneemster onzichtbaar is binnen het kantoor en associate partners niet met haar willen samenwerken, omdat zij te duur is en te weinig toegevoegde waarde heeft. Daarnaast ontbreken ontwerpkwaliteiten en lopen projecten vaak chaotisch en verliesgevend. Op 13 juli 2019 heeft werkneemster in haar schriftelijke reactie aan Mecanoo bestreden dat zij ondermaats functioneert. Op 5 augustus 2019 heeft Mecanoo een brief verzonden aan werkneemster waarin zij werkneemster wijst op de functie-eisen van functieniveau N in het functiehandboek dat hoort bij de cao. Ook heeft Mecanoo toen met voorbeelden onderbouwd waar het disfunctioneren van werkneemster uit bestaat. Op 7 augustus 2019 hebben partijen wederom met elkaar gesproken en is aan werkneemster een verbeterplan overhandigd. Werkneemster heeft zich op of omstreeks 16 augustus 2019 ziek gemeld. Nadat werkneemster het spreekuur van de bedrijfsarts heeft bezocht, hebben er tussen partijen gesprekken plaatsgevonden met een bedrijfsmaatschappelijk werker. Dit heeft niet tot een oplossing geleid. Mecanoo verzoekt de kantonrechter om de arbeidsovereenkomst met werkneemster op de kortst mogelijke termijn te ontbinden wegens disfunctioneren, dan wel een verstoorde arbeidsverhouding of de cumulatiegrond. Werkneemster verzoekt op haar beurt om toekenning van een billijke vergoeding ter hoogte van € 350.000 wegens ernstig verwijtbaar handelen van Menacoo.

Oordeel

Omdat werkneemster heeft erkend dat de arbeidsverhouding verstoord is, partijen het erover eens zijn dat die verstoring onherstelbaar is en herplaatsing van werkneemster niet meer mogelijk moet worden geacht, zal de kantonrechter de arbeidsovereenkomst ontbinden.

Ernstig verwijtbaar handelen

In april 2017 en april 2018 hebben er functioneringsgesprekken plaatsgevonden. In beide jaren is het functioneren als positief beoordeeld. Werkneemster kon er dan ook tot in ieder geval april 2019 van uitgaan dat zij volgens Mecanoo geschikt was tot het verrichten van de bedongen arbeid. Vanaf 3 april 2019 en op 23 april 2019 heeft Mecanoo aan werkneemster te kennen gegeven dat zij niet tevreden was over haar functioneren. Aan de hand van welke concrete eisen Mecanoo het functioneren van werkneemster op dat moment als onvoldoende heeft beoordeeld, volgt echter niet uit verslagen van deze gesprekken. Zo volgt uit de verslagen weliswaar dat Mecanoo van mening was dat de samenwerking van werkneemster niet goed ging, dat werkneemster in een isolement zit op het bureau en dat werkneemster zelf moet zorgen voor acquisitie, maar aan welke functie-eisen werkneemster niet voldeed, blijkt niet duidelijk uit die verslagen. Dit geldt eveneens voor het verslag van het derde functioneringsgesprek, op 1 juli 2019. Pas in de brief van 5 augustus 2019 heeft Mecanoo duidelijk gemaakt aan welke functie-eisen zij het functioneren van werkneemster toetst om te beoordelen of sprake is van geschiktheid voor de bedongen arbeid. Het verbeterplan dat Mecanoo op 7 augustus 2019 heeft aangeboden acht de kantonrechter niet serieus en reëel. In het verbeterplan is weliswaar opgenomen op welke punten werkneemster volgens Mecanoo tekortschiet, maar Mecanoo is in haar verwijten daarin niet erg concreet. Wat Mecanoo precies van werkneemster in haar functie verwacht en op welke wijze of met welke instrumenten Mecanoo verwacht dat de beoogde verbetering concreet moet worden bereikt, heeft zij niet benoemd. Met het oog op hetgeen hiervoor is overwogen, is de kantonrechter van oordeel dat Mecanoo werkneemster op 3 april 2019 heeft overvallen met de mededeling dat zij niet goed functioneerde. Daarmee heeft Mecanoo niet zorgvuldig gehandeld. Door meerdere keren niet zorgvuldig te handelen heeft Mecanoo, mede gelet op het feit dat werkneemster al ongeveer 24 jaar in dienst was bij Mecanoo en werkneemster in 2017 en 2018 nog een positieve beoordeling heeft gekregen, zich niet als een goed werkgever gedragen. Werkneemster wordt daarom gevolgd in haar stelling dat Mecanoo ernstig verwijtbaar heeft gehandeld. Naast de transitievergoeding zal bovendien ten laste van Mecanoo aan werkneemster een billijke vergoeding worden toegekend.

Hoogte van de billijke vergoeding

Uitgaande van het voorgaande zal de kantonrechter de billijke vergoeding vaststellen op een bedrag van € 300.445,50 bruto, waarbij de volgende omstandigheden en schadecomponenten in aanmerking worden genomen. Alles afwegende acht de kantonrechter in dit geval een bedrag van € 15.000 bruto (circa drie maanden salaris) een billijke compensatie voor deze component van de billijke vergoeding. Daarnaast weegt mee dat werkneemster – die haar gehele werkzame leven bij Mecanoo heeft gewerkt – noodgedwongen op zoek moet naar een andere baan. Voor de tijd die deze zoektocht zal duren lijdt werkneemster inkomensschade. Daarbij acht de kantonrechter de kans klein dat de 59-jarige werkneemster met haar eenzijdige arbeidsverleden bij Mecanoo op oudere leeftijd ooit nog werkzaam zal raken in een vergelijkbare baan in de (jonge en dynamische) creatieve sector zoals zij die had bij Mecanoo. De inkomensschade die werkneemster als gevolg van het ernstig verwijtbaar handelen van Mecanoo lijdt, begroot de kantonrechter daarom op het loon dat werkneemster zou hebben verdiend vanaf 1 november 2020 (de ontbindingsdatum) tot aan 14 april 2028. Dat is de datum waarop werkneemster 67 jaar wordt en de pensioengerechtigde leeftijd bereikt. Het loon dat werkneemster zou hebben verdiend over deze periode en werkneemster aan inkomensschade lijdt, bedraagt zodoende € 456.660 bruto. De inkomensschade van € 456.660 bruto wordt echter deels gecompenseerd door de transitievergoeding van € 47.374,50 bruto. Daarnaast zal op de inkomensschade ook het bedrag van in totaal € 123.840 in mindering worden gebracht. Dat is het bedrag dat werkneemster in de twee jaar na haar ontslag aan WW-uitkering zal ontvangen.