Feiten

Werkneemster is vanaf 1 april 2016 tot ontbinding van haar arbeidsovereenkomst per 1 oktober 2020 als clinical research associate in dienst geweest van Ophtec. De kantonrechter heeft, voor zover in hoger beroep van belang, de arbeidsovereenkomst op verzoek van Ophtec ontbonden op de subsidiair aangevoerde grond dat de arbeidsverhouding duurzaam is verstoord. Aanleiding hiertoe vormde kritiek van werkneemster op het functioneren van haar direct leidinggevende, het niet conformeren aan de herhaalde oproep van werkgever dat werkneemster haar houding moest aanpassen, met uiteindelijk een op non-actiefstelling in mei 2020 tot gevolg.  Ophtec heeft dit besluit op haar intranet geplaatst met de mededeling dat en waarom inmiddels ook een ontbindingsverzoek is ingediend. De primaire grondslag – al dan niet (ernstig) verwijtbaar handelen – is afgewezen. Aan het ontbindingsverzoek van werkneemster kwam de kantonrechter niet toe. Op verzoek van werkneemster  is Ophtec veroordeeld tot betaling van de transitievergoeding en tot plaatsing van een rectificatietekst op het bedrijfsintranet. Het verzoek van werkneemster om een billijke vergoeding is afgewezen en in diverse nevenverzoeken is zij niet-ontvankelijk verklaard. Werkneemster wenst dat alsnog voor recht wordt verklaard dat Ophtec niet als goed werkgever, onrechtmatig en ernstig verwijtbaar heeft gehandeld. Ook moet Ophtec worden veroordeeld tot betaling van een billijke vergoeding van € 50.000. Ophtec wenst dat het hof alsnog oordeelt dat sprake is van ernstig verwijtbaar handelen. 

Oordeel

Het hof oordeelt als volgt. 

Verstoorde arbeidsrelatie: verhouding werkgever-werknemer uit het oog verloren

Naar het oordeel van het hof heeft werkneemster de normale werkgevers-werknemersrelatie volledig uit het oog verloren. Haar kritiek, de scherpe bewoordingen en het (constant) pareren van kritiek op haar eigen functioneren, brengt met zich dat zij de beslissingen en feedback van haar COO niet accepteert. De arbeidsovereenkomst is derhalve terecht ontbonden.

Geen sprake van ernstig verwijtbaar gedrag werkgever

Van ernstig verwijtbaar gedrag van de werkgever is geen sprake. Er is niet gebleken van pesterijen of doelgerichte acties. Het plaatsen van een bericht op het intranet is weliswaar verwerking van persoonsgegevens in de zin van de AVG, maar in dit geval gerechtvaardigd. Ophtec diende haar werknemers, die samenwerkten met werkneemster, te informeren over haar plotselinge afwezigheid. Een deel van de informatie was mogelijk onjuist omdat de rechter hierover nog moest oordelen en daarmee was het bericht onvoldoende neutraal. Maar het hof kwalificeert dit niet als ernstig verwijtbaar handelen van Ophtec. 

Verzenden van zakelijke e-mails aan privéadres niet ernstig verwijtbaar (werkneemster)

Het hof oordeelt dat werkneemster verwijtbaar heeft gehandeld door in strijd met de haar bekende bedrijfsregels zakelijke stukken naar haar privé-e-mailadres te sturen, ook nadat zij nog in maart 2020 op de noodzaak van naleving van die regels was gewezen. Werkneemster heeft daarvoor redenen aangevoerd die het hof niet begrijpt, zoals dat zij daarmee wilde aantonen dat zij wel normaal kon communiceren en haar werk goed uitvoert. Ook heeft zij aangevoerd dat zij die stukken zelf geschreven had en daarmee nog aan het werk was. Waarom dat voorafgaand aan haar op non-actiefstelling niet vanuit haar werkaccount kon, is onopgehelderd gebleven. Uit het feit dat zij de stukken ‘bcc’ naar zichzelf heeft gestuurd is af te leiden dat werkneemster  dit ook onopgemerkt wilde doen. Maar niet is voldoende komen vast te staan dat werkneemster hiervoor ook nog een specifieke ‘onderwaterverbinding’ voor structurele automatische verzending heeft aangelegd, ofwel een ‘ruler’ zoals Ophtec dat noemt. Er is derhalve sprake van verwijtbaar, maar niet van ernstig verwijtbaar gedrag.