Rechtspraak
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Locatie Leeuwarden), 17 mei 2021
ECLI:NL:GHARL:2021:4698
Feiten
Werknemer is in 1985 in dienst getreden bij ESD. Op 25 juni 2014 is werknemer volledig arbeidsongeschikt geraakt. Nadat ESD gedurende een periode van 104 weken het loon van werknemer volledig heeft doorbetaald, is de wettelijke loonbetalingsverplichting per 25 juni 2016 geëindigd en was sprake van een slapend dienstverband. In een brief van 23 januari 2017 heeft werknemer ESD verzocht om hun slapend dienstverband te beëindigen. Werknemer heeft een conceptvaststellingsovereenkomst van ESD ontvangen. Werknemer heeft verzocht om in de vaststellingsovereenkomst een (aangepaste) transitievergoeding op te nemen. ESD heeft geantwoord dat zij niet bereid is om werknemer een (gedeeltelijke) transitievergoeding aan te bieden. Op 12 september 2017 is de arbeidsovereenkomst tussen partijen vanwege de AOW-gerechtigde leeftijd van werknemer van rechtswege geëindigd zonder toekenning van een transitievergoeding. De advocaat van werknemer heeft ESD verzocht om aan werknemer een schadevergoeding ter hoogte van de transitievergoeding toe te kennen op de grond dat sprake is van slecht werkgeverschap omdat ESD niet is overgegaan tot beëindiging van het dienstverband onder toekenning van een transitievergoeding. In een brief van 30 maart 2020 is namens ESD dit verzoek afgewezen. Werknemer heeft verzocht om ESD te veroordelen tot betaling van een schadevergoeding. De kantonrechter heeft het verzoek afgewezen. Werknemer komt tegen het vonnis in hoger beroep.
Oordeel
Anders dan werknemer betoogt, volgt uit de Xella-uitspraak niet dat ongeacht de compensatieregeling iedere weigering van een werkgever na 1 juli 2015 van een dergelijk beëindigingsverzoek als strijdig met het goed werkgeverschap heeft te gelden. Dit is slechts het geval indien de werkgever aanspraak heeft op een (gedeeltelijke) compensatie van een transitievergoeding. Over zo’n aanspraak is pas op 20 juli 2018 zekerheid verkregen door publicatie van het daartoe aangenomen wetsvoorstel. In februari 2017 was alleen nog sprake van een door de minister van Sociale Zaken aangekondigd voorstel voor een compensatieregeling, maar nog niet van een ingediend voorstel, laat staan van een aangenomen parlementaire wens. Dat voorstel van wet is pas op 20 maart 2017 ingediend en vervolgens kort daarna in het zicht van de verkiezingen voor de Tweede Kamer controversieel verklaard. Dat is zo gebleven tot in oktober 2017, dus nadat de arbeidsovereenkomst tussen ESD en werknemer al op 12 september 2017 van rechtswege is geëindigd. Mede gelet op de stand van de wetgeving in februari 2017, gaat de norm van goed werkgeverschap, zoals door de Hoge Raad in de Xella-uitspraak geschetst, niet zover dat ESD gehouden was om werknemers voorstel tot beëindiging van het dienstverband te aanvaarden en het risico dat zij een uitbetaalde transitievergoeding niet gecompenseerd zou krijgen voor haar rekening te nemen. Het hof bekrachtigt het vonnis.