Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Erasmus Universitair Medisch Centrum Rotterdam
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 21 juli 2021
ECLI:NL:RBROT:2021:8100
Ontslag op staande voet facilitair medewerker ziekenhuis terecht gegeven. Sprake van grensoverschrijdend gedrag waarvoor werknemer eerder was gewaarschuwd.

Feiten

Per 30 december 2013 is werknemer bij Erasmus Universitair Medisch Centrum Rotterdam (hierna: Erasmus MC) aangesteld in de functie van facilitair medewerker allround. Op 16 juli 2020 heeft werknemer een officiële waarschuwing gekregen wegens ongewenste bejegening tijdens werktijd van een medisch studente. Werknemer ligt sinds oktober 2020 in scheiding met zijn partner en leeft sinds januari 2021 uit zijn auto. Op 24 maart 2021 heeft werknemer in de keuken waar meerdere collega’s aanwezig waren aan een van de facilitaire zorgmedewerkers een knuffel gegeven. Op 26 maart 2021 is C door de coördinator van de afdeling Facilitaire diensten gebeld met de mededeling dat signalen waren ontvangen dat werknemer vijf vrouwelijke collega’s lastig zou hebben gevallen tijdens werktijd. Twee vrouwelijke collega’s hadden zich beklaagd over de gedragingen van werknemer. Nadat C telefonisch vier van deze collega’s had gesproken, heeft hij werknemer per direct naar huis gestuurd en hem vrijgesteld van werkzaamheden. Bij brief van 29 maart 2021 is de op non-actiefstelling bevestigd. Op 30 maart 2021 heeft Erasmus MC in het kader van het onderzoek zowel met medewerkster 1 als met medewerkster 2 een gesprek gevoerd over de melding die zij op 24 maart j.l. hadden gedaan bij Erasmus MC over het ongewenste gedrag van werknemer. Van deze gesprekken zijn gespreksverslagen gemaakt. Vanwege de belangen van de medewerksters zijn de verklaringen anoniem. Op 31 maart 2021 heeft er een gesprek op locatie plaatsgevonden tussen C, D en werknemer. In dit gesprek werd werknemer geconfronteerd met de mededeling dat er vijf vrouwelijke collega’s verklaringen hebben afgegeven dat hij vrouwen lastig valt tijdens werktijd. Op 1 april 2021 is werknemer door zijn leidinggevende gebeld en is aan werknemer medegedeeld dat hij op staande voet is ontslagen. Het ontslag is op 2 april 2021 per brief bevestigd. Het geschil van partijen spitst zich toe op de vraag of het ontslag op staande voet van 1 april 2021 rechtsgeldig is gegeven.

Oordeel

Werknemer wordt verweten dat hij ondanks een eerdere schriftelijke waarschuwing meerdere vrouwelijke collega’s lastig heeft gevallen tijdens werktijd met seksueel getinte opmerkingen en ongepaste verzoeken. Daarnaast heeft hij een collega fysiek aangeraakt door haar te knuffelen, waarbij hij ook nog eens geen 1,5 meter afstand heeft gehouden. Werknemer heeft erkend dat hij een collega op 24 maart 2021 heeft geknuffeld. Werknemer heeft weliswaar aangevoerd dat een groot deel van de verklaringen anoniem zijn afgegeven en voor hem niet herleidbaar tot personen zijn, maar werknemer heeft de inhoud van het verslag en de verwijten die hem daarin worden gemaakt onvoldoende gemotiveerd weersproken. Dat de verklaringen anoniem zijn afgelegd, wil niet zeggen dat ze qua inhoud niet weergeven wat zich in de visie van deze medewerksters heeft voorgedaan. Werknemer heeft onvoldoende redenen aangevoerd om te twijfelen aan de juistheid van deze verklaringen, die ieder afzonderlijk zijn afgelegd. De kantonrechter gaat daarom uit van deze verklaringen van deze medewerksters. De opmerkingen gaan een grapje tussen collega’s onderling ver te buiten. Dit geldt ook indien collega’s op zich amicaal met elkaar omgaan. Het met regelmaat doen van dit soort uitlatingen jegens collega’s, te meer als het een vrouwelijke collega is, kan niet door de beugel. Voor de collega’s in kwestie kan het (regelmatig) plaatsen van dergelijke opmerkingen een onveilig gevoel op het werk creëren. De kantonrechter is bovendien van oordeel dat de geschetste gedragingen ook in objectieve zin als grensoverschrijdend en niet passend binnen een werkkring dienen te worden beoordeeld. De werkgever mag op de werkvloer een professionelere houding en professioneler gedrag verwachten van een werknemer. De werkgever heeft er recht op en belang bij, omwille van het kunnen waarborgen van een veilige en betrouwbare werkomgeving voor al zijn werknemers, te bewerkstelligen dat dit gedrag binnen de organisatie van Erasmus MC niet wordt getolereerd. Erasmus MC is immers een toonaangevend ziekenhuis en vervult een belangrijke maatschappelijke functie waarvan het naleven van professionele omgangsvormen deel uitmaakt. Van werknemer mag worden verwacht dat hij op een professionele wijze omgaat met zijn collega’s. Dat Erasmus MC dit als werkgever van haar medewerkers eist, moest werknemer duidelijk zijn (geworden) gelet op de eerder gegeven waarschuwing in 2020 waarin werknemer is gewezen op zijn gedrag en zijn uitlatingen jegens vrouwelijke collega’s. Het verweer van werknemer dat de waarschuwing van 2020 door zijn leidinggevende niet heel serieus werd genomen volgt de kantonrechter niet. Een officiële waarschuwing is immers een formele sanctie, die niet voor niets wordt gegeven. Werknemer is destijds met zoveel woorden erop gewezen om te letten op wat hij tegen vrouwelijke collega’s zegt, daar kan geen misverstand over bestaan. Er is rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van werknemer. Hoe moeilijk die omstandigheden ook voor hem waren, deze kunnen zijn handelen niet rechtvaardigen. De conclusie is derhalve dat het ontslag op staande voet rechtsgeldig is gegeven.