Naar boven ↑

Rechtspraak

werkgever/stichting
Rechtbank Den Haag (Locatie Den Haag), 21 februari 2022
ECLI:NL:RBDHA:2022:2220
Werkgever blijft na het bedrijfsoordeel ‘onvoldoende’ vermeld op de zwarte lijst wegens het niet naleven van de cao Particuliere Beveiliging. Een hercontrole zal niet leiden tot een ander bedrijfsoordeel.

Feiten 

Werkgever is een beveiligingsbedrijf en valt onder de cao Particuliere Beveiliging (cao PB) en de cao Fondsen cao Particuliere beveiliging (cao SFPB). De cao PB is algemeen verbindend verklaard over de periode 4 mei 2019 tot 3 mei 2021 en geldt thans tot 30 juni 2021. De cao SFPB is algemeen verbindend verklaard tot 1 juli 2020 en geldt thans tot 30 juni 2026. SFPB is opgericht door een werknemersorganisatie en een werkgeversorganisatie en ziet toe op naleving van de cao PB. In het controlereglement is opgenomen dat bedrijven een informatieplicht hebben en dat SFPB bevoegd is een schadevergoeding te vorderen. Het controlereglement voorziet erin dat SFPB een bedrijfsoordeel ‘voldoende’ of ‘onvoldoende’ afgeeft over de naleving van de cao PB. Het oordeel van de SFPB wordt op de website van SFPB bekendgemaakt. Bij brief van 24 februari 2020 heeft SFPB aan werkgever aangekondigd dat het voornemens is werkgever een onvoldoende te geven. Sinds september 2021 staat werkgever op de website van SFPB vermeld op de zwarte lijst. Het bedrijfsoordeel blijft staan totdat in een nieuw onderzoek wordt aangetoond dat de cao wel goed wordt nageleefd. Werkgever stelt zich op het standpunt dat hij sinds oktober 2020 geen werknemers meer in loondienst heeft, waardoor hij niet langer onder de werking van de cao PB valt. Verder verzoekt werkgever SFPB te veroordelen zijn naam te verwijderen en verwijderd te houden van de zwarte lijst. Werkgever stelt correcties over de gehele controleperiode te hebben doorgevoerd. Werkgever stelt reputatieschade en ander nadeel te ondervinden door de vermelding op de zwarte lijst.

Oordeel 

In kort geding oordeelt de kantonrechter dat de publicatie van het bedrijfsoordeel ‘onvoldoende’ op goede gronden heeft plaatsgevonden. De kantonrechter oordeelde op 31 maart 2021 dat de cao PB is overtreden en/of onvoldoende informatie is verstrekt door werkgever. Werkgever had de publicatie van het bedrijfsoordeel kunnen voorkomen door de overtredingen te herstellen en bij de hercontrole aan te tonen dat hij de cao over de nieuwe controleperiode wel heeft nageleefd. Volgens de kantonrechter heeft werkgever bij de nieuwe controleperiode op dezelfde wijze de cao PB uitgelegd als voorheen. Een hercontrole zal ook leiden tot het oordeel ‘onvoldoende’. Ook staat niet vast dat werkgever geen personeel meer in dienst heeft. Werkgever heeft ook na de reguliere controle de cao niet op de juiste wijze nageleefd en deze werkwijze voortgezet. Bovendien heeft SFPB aangevoerd dat bij vermelding van bedrijven op de zwarte lijst sprake is van willekeur. Hiertegenover heeft werkgever geen feiten of omstandigheden naar voren gebracht waaruit zou kunnen volgen dat andere ondernemingen in vergelijkbare omstandigheden wel van de zwarte lijst zijn geschrapt. Daarmee is niet aannemelijk geworden dat de vermelding van werkgever op de zwarte lijst op willekeur berust. De kantonrechter wijst het gevorderde van werkgever af.