Naar boven ↑

Rechtspraak

Metabletica B.V./Stichting Pensioenfonds Zorg en Welzijn
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Locatie Arnhem), 2 augustus 2022
ECLI:NL:GHARL:2022:6793
De uitzonderingen van de verplichte deelneming in het pensioenfonds van PFZW (behalve voor natuurlijke personen) gelden slechts voor rechtspersonen van waaruit gewerkt wordt door behandelaars die daaraan als zelfstandige verbonden zijn.

Feiten

Metabletica heeft psychologen en psychotherapeuten in dienst. Met ingang van 8 augustus 2013 heeft Metabletica een psychiater in dienst genomen. De onderneming is daarna verder gegroeid. Metabletica was en is geen lid van een werkgeversvereniging die partij is bij de Cao Geestelijke gezondheidszorg. Zij is niet verbonden aan een andere instelling of ziekenhuis. In de arbeidsovereenkomsten is bepaald dat werknemers niet deelnemen in een pensioenregeling. Teneinde te kunnen contracteren met zorgverzekeraars en om de verleende zorg te kunnen declareren is Metabletica AGB-geregistreerd. In 2017 is Metabletica zich gaan oriënteren op een af te sluiten pensioenverzekering. Zij heeft in dat verband ook de mogelijkheid van (vrijwillige) aansluiting bij het PFZW onderzocht. Naar aanleiding van het gesprek van 31 juli 2017 tussen Metabletica en PFZW heeft het pensioenfonds zich op het standpunt gesteld dat sprake was van verplichte deelneming in het fonds. Nadat PFZW van Metabletica het aanvraagformulier had ontvangen, heeft het fonds de aanvangsdatum van de verplichte deelneming bepaald op 8 augustus 2013, zijnde de datum van indiensttreding van mevrouw Y. Metabletica meent tot 1 juli 2016 niet verplicht te zijn geweest tot aansluiting bij het pensioenfonds, omdat zij toen nog een vrijgevestigde (eerstelijns)psychologenpraktijk was. Partijen verschillen van mening over de uitleg van de uitzondering van de werkingssfeer. Meer concreet gaat het om de vraag of een rechtspersoon die een of meer werknemers in loondienst heeft, die behandelingen verrichten als bedoeld in de besluiten, onder deze uitzonderingsbepaling valt.

Oordeel

Het hof stelt voorop dat de uitleg van de bepaling dient plaats te vinden aan de hand van de zogenoemde cao-norm. Het komt in dit geval aan op de bewoordingen in het verplichtstellingsbesluit zelf, te weten ‘de natuurlijke persoon of rechtspersoon die als zelfstandige eerste- of tweedelijns vrije beroepsbeoefenaar zorg verleent’. De betekenis die daar in het normale spraakgebruik aan wordt gegeven, is dat de desbetreffende persoon de zorg of hulp zelf als zelfstandige moet verlenen. Dit, in combinatie met de betekenis van de woorden ‘vrij beroep’ in het normale spraakgebruik, brengt mee dat de uitzonderingen van de verplichte deelneming in het pensioenfonds van PFZW (behalve voor natuurlijke personen) slechts gelden voor rechtspersonen van waaruit gewerkt wordt door behandelaars die daaraan als zelfstandige verbonden zijn. Vast staat dat de bij Metabletica in dienst zijnde psychiater niet als zelfstandige was verbonden aan Metabletica en ook niet onder een eigen AGB-code de verrichtingen declareerde. Zij was immers in loondienst werkzaam bij Metabletica. Dit betekent dat vanaf het moment waarop deze psychiater in dienst trad, de uitzonderingsbepaling in het verplichtstellingsbesluit 2011 en het daarop volgende besluit van 2013 niet meer van toepassing was.