Rechtspraak
Feiten
Werknemer is op 25 januari 2021 in dienst getreden bij werkgever op basis van een arbeidsovereenkomst voor de duur van zes maanden. Werknemer is ziek uit dienst gegaan en ontvangt sinds 28 juli 2021 een Ziektewetuitkering. Werkgever is eigenrisicodrager voor de Ziektewet. Werknemer heeft van het UWV een toeslag ontvangen op zijn Ziektewetuitkering. Werknemer heeft over de periode vanaf 18 juli 2022 geen Ziektewetuitkering meer van werkgever ontvangen. Naar aanleiding van een verzoek van de gemachtigde van werknemer tot betaling van de Ziektewetuitkering over de periode van 18 juli tot en met 14 augustus 2022 heeft werkgever kenbaar gemaakt dat zij die uitkering heeft verrekend met te veel door het UWV aan werknemer betaalde toeslagen die het UWV van werkgever heeft teruggevorderd. Nadat de gemachtigde van werknemer werkgever wederom tot betaling had aangeschreven, heeft werkgever haar op 8 september 2022 een e-mail gestuurd waarin onder meer is opgenomen dan werknemer niet meewerkt aan de re-integratie. Bij brief van 15 september 2022 heeft werkgever aan werknemer kenbaar gemaakt dat hij overgaat tot het stopzetten van zijn “loonbetaling” omdat hij niet meewerkt aan zijn re-integratie. In die brief staat ook vermeld dat werkgever in juli 2022 een deskundigenoordeel heeft aangevraagd bij het UWV en nog altijd in afwachting is van dat oordeel. Werknemer tracht met dit kort geding te bewerkstelligen dat hij vanaf 18 juli 2022 alsnog een Ziektewetuitkering ontvangt. Hierbij speelt de vraag of werkgever een deel van het door het UWV te veel betaalde toeslagen mocht verrekenen over de periode van 18 juli tot en met 14 augustus 2022. Anderzijds is de vraag aan de orde of werkgever de uitbetaling van de Ziektewetuitkering vanaf 15 augustus 2022 mocht stopzetten vanwege het niet nakomen van de re-integratieverplichtingen door werknemer.
Oordeel
Verrekening met Ziektewetuitkering
De kantonrechter is van oordeel dat werkgever de beslagvrije voet in acht had moeten nemen bij de verrekening van zijn vordering op werknemer. Op grond van artikel 6:135 sub a BW is een schuldenaar namelijk niet bevoegd tot verrekening voor zover beslag op de vordering van de wederpartij niet geldig zou zijn. Een beslag onder een derde op een of meer vorderingen van de schuldenaar tot periodieke betalingen waaraan een beslagvrije voet is verbonden, is ingevolge het bepaalde in artikel 475b lid 1 Rv slechts geldig voor zover een periodieke betaling de beslagvrije voet overtreft. Het recht van werknemer op een Ziektewetuitkering betreft een dergelijke vordering tot periodieke betaling waaraan een beslagvrije voet is verbonden. In artikel 475c lid 1 sub c Rv is namelijk bepaald dat aan vorderingen tot periodieke betaling van uitkeringen op grond van socialezekerheidswetten – zoals de Ziektewet – een beslagvrije voet is verbonden. Het voorgaande betekent dat werknemer over de periode 18 juli tot en met 14 augustus 2022 minimaal recht heeft op een Ziektewetuitkering ter hoogte van de beslagvrije voet.
Stop betaling Ziektewetuitkering
De kantonrechter is van oordeel dat de vraag of werknemer zijn re-integratieverplichtingen niet is nagekomen in het midden kan blijven. Het standpunt van werknemer dat werkgever pas na toestemming van het UWV ziekengeld mag inhouden is namelijk juist. In artikel 63a lid 1 Ziektewet is bepaald dat de eigenrisicodrager met betrekking tot de personen die laatstelijk tot hem in dienstbetrekking stonden, werkzaamheden verricht ter zake van de voorbereiding van besluiten inzake uitkeringen op grond van de Ziektewet. In de ministeriële Regeling werkzaamheden, administratieve voorschriften en kosten eigenrisicodragen ZW zijn nadere regels gesteld met betrekking tot dit artikel. Uit artikel 2 van die regeling en de toelichting daarop volgt dat de eigenrisicodrager met betrekking tot onder meer het weigeren van ziekengeld en het toepassen van een maatregel op de uitkering via een door het UWV daartoe beschikbaar gesteld formulier een voorstel voor een beslissing aan het UWV dient te doen en dat het UWV daarover vervolgens een beslissing moet nemen en via een beschikking bekend moet maken.