Naar boven ↑

Rechtspraak

Vordering tot toelating tot de onderhandelingen over arbeidsvoorwaarden wordt afgewezen.

Feiten

Bij brief van de advocaat van de Vereniging Nederlands Cabinepersoneel (VNC) aan TUI van 21 februari 2011 heeft VNC verzocht om toegelaten te worden tot de zelfstandige cao-onderhandelingen voor cabinepersoneel. TUI heeft bij brief van haar advocaat van 11 maart 2011 afwijzend op dat verzoek gereageerd. VNC heeft TUI daarop in rechte betrokken en gevorderd dat TUI VNC erkent en aanvaardt als gesprekspartner en partij in het collectief overleg over een nieuw af te sluiten cao voor cabinepersoneel. Op 1 februari 2012 vond de comparitie van partijen bij de rechtbank Den Haag plaats. Tijdens deze comparitie hebben partijen besloten om het geschil via mediation op te lossen en de procedure daartoe aan te houden. De mediation is succesvol geweest en TUI heeft daarop haar vordering ingetrokken. Bij e-mail van 25 september 2015 aan TUI heeft de pursergroep, bestaande uit circa zestig pursers, een aantal knelpunten, waaronder de disbalans tussen werk en privé, roosterwijzigingen en hoge werkdruk aan boord, uiteengezet. TUI heeft bij brief van 27 oktober 2015 aangegeven dat er bij het werkoverleg geen ruimte is voor anderen dan medewerkers van TUI. VNC vordert een verklaring voor recht dat TUI jegens VNC onrechtmatig handelt door haar niet toe te laten tot het arbeidsvoorwaardelijk overleg.

Oordeel

Bij deze beoordeling is van belang dat tussen partijen vast staat dat binnen TUI een Onderdeelcommissie actief is die (collectieve) aangelegenheden voor het cabinepersoneel behandelt en de bevoegdheid heeft om overleg daarover te voeren met de directie van TUI. VNC heeft ter comparitie desgevraagd verklaard dat zich onder de leden van de Onderdeelcommissie thans één VNC-lid bevindt. Ofschoon de rechtbank deze wens van de werknemers van TUI begrijpt, valt niet in te zien dat de belangen van de werknemers niet reeds voldoende worden gewaarborgd door het feit dat TUI een Onderdeelcommissie heeft ingesteld. Vast staat dat één van de leden van die commissie lid is van VNC. De expertise van VNC kan (waar de kennis van de commissie ontbreekt of tekortschiet) uiteraard altijd – eventueel extern – worden ingeroepen en kan worden meegenomen binnen de Onderdeelcommissie. Dat de Onderdeelcommissie als een effectief orgaan kan worden beschouwd waarmee de belangen van de werknemers van TUI op zich voldoende worden gewaarborgd, wordt geïllustreerd door het feit dat de commissie in staat is geweest om met de directie van TUI tot een verbeterde werk- en rusttijdenregeling voor de werknemers te komen. Ook blijkt dat uit het feit dat TUI en de Onderdeelcommissie de knelpunten, zoals verwoord in de brief van de pursergroep van 24 september 2015, hebben weten weg te nemen. Dat overigens ook VNC destijds kennelijk van mening was dat de Onderdeelcommissie als een voldoende effectief orgaan moest worden beschouwd blijkt uit de verklaring van VNC en de rechtsvoorgangster van TUI. De rechtbank komt tot de slotsom dat de belangen van het cabinepersoneel moeten worden geacht voldoende te worden gewaarborgd door de Onderdeelcommissie. Aan de wens van de VNC-leden om de arbeidsrechtelijke expertise van VNC in te zetten kan worden tegemoetgekomen. De weigering van TUI om VNC toe te laten tot het arbeidsvoorwaardelijk overleg kan onder deze omstandigheden dan ook niet als strijdig met hetgeen in het maatschappelijk verkeer betamelijk is worden beschouwd en is daarmee niet onrechtmatig.