Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Staat Der Nederlanden (RVO)
Rechtbank Den Haag (Locatie Den Haag), 5 januari 2024
ECLI:NL:RBDHA:2024:72
De vraag is of er sprake is van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde of onbepaalde tijd. Werknemer was onderdeel van de zogeheten flexibele schil. Uitleg Cao Rijk en ARAR na inwerkingtreding Wnra.

Feiten

Werknemer is sinds 1 september 2021 in dienst bij de Staat Der Nederlanden (Rijksdienst voor ondernemend Nederland, RVO), tegen een salaris van € 4.214,85 bruto per maand (salarisschaal/trede 9/9) met een gemiddelde arbeidsduur van 36 uur per week. Per 1 september 2021 is tussen partijen een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van een jaar tot stand gekomen, die per 1 september 2022 met een jaar is verlengd. Op de arbeidsovereenkomst is de Cao Rijk van toepassing verklaard. De Staat heeft werknemer op 14 juni 2023 aangezegd dat het dienstverband niet zal worden voortgezet en van rechtswege zal eindigen op 31 augustus 2023. Werknemer verzoekt de kantonrechter (a) de opzegging door de Staat te vernietigen, (b) de Staat te veroordelen tot betaling van het salaris, (c) de Staat te verplichten werknemer toe te laten tot zijn werkzaamheden, (d) de Staat te veroordelen tot betaling van een billijke vergoeding en (e) de Staat op te dragen een opleiding aan te bieden met veroordeling van de Staat tot betaling van de kosten van deze opleiding.

Oordeel

De kantonrechter is van oordeel dat de arbeidsovereenkomst in kwestie dient te worden gekwalificeerd als een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd en daarmee is deze per 31 augustus 2023 van rechtswege geëindigd. Partijen twisten er niet over dat de oude bepalingen uit het ARAR, die thans in de Cao Rijk zijn overgenomen ook na de per 1 januari 2020 in werking getreden Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (Wnra) hun gelding hebben behouden. Zij zijn met de kantonrechter van oordeel dat dit voortvloeit uit het voorwoord van de Cao Rijk en de toelichting daarop waarin staat dat “de cao de arbeidsvoorwaarden [bevat] die voorheen waren geregeld in dertig rechtspositionele regelingen, zoals het ARAR” en dat “dit is gedaan zonder de regelingen inhoudelijk te wijzigen, tenzij die in strijd waren met het BW.” Wel twisten partijen over de uitleg van artikel 2.1 Cao Rijk. Volgens werknemer volgt uit de bepaling dat een vaste aanstelling, dus een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, moet worden aangeboden, tenzij zich een van de redenen genoemd in artikel 2.1 Cao Rijk voordoet. Zo’n omstandigheid doet zich volgens werknemer niet voor. Volgens de Staat moet de bepaling zo worden gelezen dat zij een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd mag aanbieden als de medewerker in kwestie de werkzaamheden slechts tijdelijk zal uitvoeren en is niet bedoeld dat de werkzaamheden zelf van tijdelijke aard moeten zijn. De Staat heeft toegelicht dat de taken van het RVO van dien aard en omvang zijn dat inherent aan de bedrijfsvoering is dat er wordt gewerkt met een vaste en een flexibele schil. Werkgevers hebben volgens de kantonrechter de vrijheid om hun organisaties naar eigen inzichten in te richten. Kennelijk is er bij de RVO voor gekozen te werken met een vaste schil (90%) en een flexibele schil (10%), omdat een deel van het aanbod in werkzaamheden afhankelijk is van het aantal opdrachten dat de RVO krijgt. De flexibele schil is zodoende nodig om het wisselende aanbod in werkzaamheden op te vangen. Dat werknemer door de RVO vervolgens is aangesteld in de flexibele schil en hem (tweemaal) een tijdelijke arbeidsovereenkomst is aangeboden, is naar het oordeel van de kantonrechter niet in strijd met de Cao Rijk aangezien artikel 2.1 Cao Rijk geen cumulatieve opsomming van omstandigheden geeft waarbij sprake kan zijn van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. Tussen partijen is steeds sprake geweest van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd en de Staat heeft tijdig aangezegd, hetgeen werknemer ook niet heeft bestreden, waardoor de arbeidsovereenkomst tussen partijen rechtsgeldig is geëindigd op 31 augustus 2023. De verzoeken van werknemer worden afgewezen.