Naar boven ↑

Rechtspraak

Onduidelijke werkingssfeerbepaling is onvoldoende om te oordelen dat onderneming niet onder de werkingssfeer valt. Rechter dient dergelijke bepalingen uit te leggen.

Feiten

X is onderdeel van Y-groep, waartoe ook Z-B.V. behoort. Z-B.V. valt onder de werkingssfeer van de cao Bouw. In een uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel zijn de activiteiten van X omschreven als “Projectontwikkeling”. Volgens X valt zij niet onder de werkingssfeer van de cao Bouw. Het hof oordeelde onder verwijzing naar de zogenoemde cao-norm, dat de formulering die in de bouwregelingen ter aanduiding van de werkingssfeer wordt gebruikt zodanig moet zijn dat het voor een gemiddelde werkgever bij lezing daarvan duidelijk is, of naar objectieve maatstaven redelijkerwijs moet zijn, dat zijn bedrijfsactiviteiten vallen onder de werkingssfeer daarvan. De hiervoor onder 2 sub (ii) weergegeven tekst van de bouwregelingen voldoet daar niet aan. (…) In de bedoelde tekst is onvoldoende duidelijk waar de woorden ‘op het gebied van’ betrekking op hebben. Ook met toepassing van de hiervoor vermelde cao-norm wordt dit niet helder. 

In cassatie klagen de Bouwfondsen onder meer dat van een onjuiste rechtsopvatting getuigt het oordeel van het hof dat de omstandigheid dat getwist kan worden over de juiste lezing van een werkingssfeerbepaling al voldoende is om te oordelen dat die bepaling niet voldoet aan de daaraan te stellen eisen van duidelijkheid, zodat X om die reden niet onder de werkingssfeerbepaling van de bouwregelingen valt. Het hof had de juiste uitleg van de werkingssfeerbepaling niet in het midden mogen laten, maar aan de hand van uitleg van die bepaling moeten oordelen of X al dan niet onder de bouwregelingen valt, aldus de klacht.

Oordeel

De Hoge Raad oordeelt als volgt.

Onduidelijke werkingssfeerbepaling is onvoldoende om te oordelen dat onderneming niet onder de werkingssfeer valt

Het hof heeft terecht vooropgesteld dat de werkingssfeerbepaling in de bouwregelingen moeten worden uitgelegd naar objectieve maatstaven, aan de hand van de zogenoemde cao-norm. Het heeft evenwel miskend dat deze uitleg ook moet plaatsvinden als de bewoordingen waarmee de werkingssfeer is omschreven onduidelijk zijn. De rechter kan niet volstaan met de constatering dat de tekst onvoldoende duidelijk is, en op alleen die grond oordelen dat bepaalde bedrijfsactiviteiten niet onder de werkingssfeerbepaling vallen. Ook in zo’n geval moet de betekenis van de gebruikte bewoordingen aan de hand van objectieve maatstaven worden vastgesteld, waarbij onder meer acht geslagen kan worden op de elders in de desbetreffende regeling gebruikte bewoordingen, op de aannemelijkheid van de rechtsgevolgen waartoe de onderscheiden op zichzelf mogelijke tekstinterpretaties zouden leiden, op eventuele eerdere of latere versies van de regeling en op de eventuele schriftelijke toelichting bij de regeling. Dat heeft het hof ten onrechte nagelaten.

Zinsnede 'op het gebied van' kan niet slaan op 'derden' 

Volgens de onderdelen 1.3-1.5 en 1.7 is onjuist het oordeel van het hof dat in de werkingssfeerbepaling van het Verplichtstellingsbesluit de woorden “op het gebied van” kunnen slaan op het woord “derden”. De onderdelen klagen onder meer dat die uitleg indruist tegen de grammaticale uitleg van de gebruikte bewoordingen en tegen de structuur van de bepaling, en bovendien tot volstrekt onaannemelijke rechtsgevolgen leidt. Deze klachten slagen op de gronden zoals uiteengezet in de conclusie van de advocaat-generaal onder 3.26-3.38.