Overlap werkingssfeer Bpf MITT en Bpf Detailhandel. Werkgever verricht zowel MITT-activiteiten als Detailhandelsactiviteiten. Wordt detailhandel in loonbedrag overtroffen door loonbedrag in verband met andere activiteiten werkgever? Hof acht benoeming deskundige aangewezen.

Kernactiviteit werkgever ligt bij verkoop van kleding aan particulieren. Werkgever is dan ook terecht verplicht aangesloten bij Bpf Detailhandel, ondanks overlap met werkingssfeer Bpf MITT. In Bpf MITT wordt hoofdzakelijkheidscriterium ingelezen en daar voldoet werkgever niet aan.

Werkgeefster die schoenen ontwerpt, laat produceren en verkoopt, is uitgezonderd van Verplichtstellingsbesluit Bpf MITT. Uitsluitend over periode dat werkgeefster zich, naast schoenen, ook bezig heeft gehouden met sokken en ondergoed, viel zij onder verplichte werkingssfeer.

Achterstand in betaling pensioenpremies. Verstekvonnis.

Bestuurder is op grond van artikel 23 Wet Bpf 2000 hoofdelijk aansprakelijk voor de door werkgeefster aan Bpf Bouw verschuldigde bijdragen. De vorderingen zijn echter verjaard.

Het Verplichtstellingsbesluit van Bpf MITT bevat geen hoofdzakelijkheidscriterium. Wellicht dat in een toekomstige versie wel een hoofdzakelijkheidscriterium zal worden opgenomen, maar er is nu geen goede grond om op een dergelijke fundamentele wijziging te anticiperen.

De verjaring van een vordering van een bedrijfstakpensioenfonds op een werkgever tot betaling van premie wordt beheerst door artikel 3:308 BW. Opeisbaarheid wordt bepaald door artikel 26 Pw.

Pensioenovereenkomst voor onbepaalde tijd niet omgezet in pensioenovereenkomst voor bepaalde tijd. Werknemers hebben instemmingsbevoegdheid niet afgestaan aan OR. Belang werknemers bij instandhouding arbeidsvoorwaarde pensioen prevaleert boven belang werkgever bij wijziging.

Vaststelling schade die werknemer heeft geleden omdat werkgever voorwaardelijke toeslagregeling van pensioenreglement niet nakomt en omdat werkgever in 2016 € 3,2 miljoen uit egalisatiereserve heeft overgeheveld naar kostendepot. Werkgever dient € 2.275,20 af te storten.

Vaststelling schade die werknemer heeft geleden omdat werkgever voorwaardelijke toeslagregeling van pensioenreglement niet nakomt en omdat werkgever in 2016 € 3,2 miljoen uit egalisatiereserve heeft overgeheveld naar kostendepot. Werkgever dient € 2.870,63 af te storten.