Naar boven ↑

Rechtspraak

Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Mode-, Interieur-, Tapijt- en Textielindustrie/G-Star Raw C.V.
Rechtbank Amsterdam (Locatie Amsterdam), 17 november 2023
ECLI:NL:RBAMS:2023:7314
Kernactiviteit werkgever ligt bij verkoop van kleding aan particulieren. Werkgever is dan ook terecht verplicht aangesloten bij Bpf Detailhandel, ondanks overlap met werkingssfeer Bpf MITT. In Bpf MITT wordt hoofdzakelijkheidscriterium ingelezen en daar voldoet werkgever niet aan.

Feiten

Bedrijfstakpensioenfonds Mode-, Interieur-, Tapijt- en Textielindustrie (hierna: Bpf MITT) en Bedrijfstakpensioenfonds voor de Detailhandel (hierna: Bpf Detailhandel) zijn verplichtgestelde bedrijfstakpensioenfondsen. G-star Raw C.V. (hierna: G-Star) had al voordat de verplichtstelling van Bpf MITT van toepassing werd een eigen pensioenregeling, zodat G-Star in 2000 is vrijgesteld van deelneming. G-Star heeft zich per 1 april 2019 aangesloten bij Bpf Detailhandel, maar heeft ook hier een vrijstelling van deelname verkregen, omdat de eigen pensioenregeling van G-Star als gelijkwaardig aan de regeling van Bpf Detailhandel werd beoordeeld. In 2020 heeft Bpf MITT aan G-Star bericht de gelijkwaardigheid van de eigen pensioenregeling opnieuw te willen toetsen. G-Star heeft daarop aangegeven dat zij de afgelopen jaren een transitie heeft doorgemaakt van ontwerp- en groothandelorganisatie naar een organisatie die vooral gericht is op de verkoop van kleding aan consumenten. Op pensioengebied heeft dit volgens G-Star tot gevolg dat zij niet langer onder Bpf MITT valt, maar dat de pensioenregeling van Bpf Detailhandel qua werkingssfeer past bij G-Star. Bpf MITT stelt zich op het standpunt dat G-Star onder de werkingssfeer van de verplichtstelling tot deelneming in Bpf MITT valt en vordert in dat kader onder meer een verklaring voor recht. Bpf Detailhandel vordert als tussenkomende partij onder meer een verklaring voor recht dat G-Star uitsluitend onder de werkingssfeer valt van Bpf Detailhandel.

Oordeel

De kantonrechter oordeelt als volgt.

Reikwijdte en overlap verplichtstellingsbesluiten

In deze zaak is in geschil wat de reikwijdte is van de verplichtstellingsbesluiten Bpf MITT en Bpf Detailhandel. Kort gezegd geldt de verplichtstelling van Bpf MITT voor werkgevers die in hun bedrijf kleding (doen) vervaardigen of bewerken. In het besluit is geen hoofdzakelijkheidscriterium opgenomen. De verplichtstelling van Bpf Detailhandel geldt voor werkgevers in de detailhandel, waarbij de loonsom besteed aan detailhandel minstens 50% is. Het probleem dat zich hierbij kan voordoen is dat een werkgever meer dan 50% van zijn loonsom besteedt aan detailhandel, maar daarnaast ook kleding vervaardigt of bewerkt binnen zijn bedrijf. Deze werkgever zou bij strikte toepassing van de verplichtstellingsbesluiten zowel onder de werkingssfeer van Bpf MITT als Bpf Detailhandel vallen.

G-star is detailhandelsbedrijf

Uit de overgelegde stukken kan worden afgeleid dat het hoofdkantoor van G-Star zich voornamelijk bezighoudt met aan retail gerelateerde ondersteunende activiteiten. Het gaat dan om werkzaamheden zoals inkoop, marketing, finance, logistiek en IT ten behoeve van de verkoop van kleding aan consumenten door de eStore en de fysieke winkels. De totale omzet van de G-Star Groep bestaat sinds enkele jaren voor meer dan 50% uit de verkoop van kleding aan consumenten. Het zwaartepunt van de bedrijfsactiviteiten van G-Star – en daarmee haar kernactiviteit – ligt bij de verkoop van kleding aan particulieren. Dit leidt tot de conclusie dat G-Star als detailhandelsbedrijf in de zin van het verplichtstellingsbesluit Bpf Detailhandel dient te worden aangemerkt en dus terecht verplicht is aangesloten bij Bpf Detailhandel.

Dubbele verplichtstelling?

Bij overlap van werkingssferen van de verplichtstellingsbesluiten dienen de sociale partners zelf een oplossing te vinden (vgl. Beleidsregels Toetsingskader Wet Bpf 2000). Bpf Detailhandel en Bpf MITT zijn sinds medio 2020 in overleg over dit onderwerp, maar kunnen niet tot concrete afspraken komen. Teneinde partijen duidelijkheid te bieden legt de kantonrechter het verplichtstellingsbesluit MITT op het punt van de werkingssfeer uit. Doelstelling van de verplichtstelling is het elimineren dan wel voorkomen van concurrentie in de bedrijfstak op de arbeidsvoorwaarde pensioen en het creëren van een uniforme pensioenvoorziening voor iedereen in de bedrijfstak. Nu duidelijk is dat G-Star in de bedrijfstak Detailhandel haar kernactiviteit verricht, zou deze doelstelling worden doorkruist door ook aansluiting in een andere bedrijfstak verplicht te stellen. Dit leidt tot de conclusie dat de werkingssfeer in het verplichtstellingsbesluit Bpf MITT beperkt dient te worden uitgelegd. In geval van overlap, zoals in de onderhavige situatie, dient die beperkte uitleg ertoe dat een dubbele aansluiting wordt voorkomen en daarmee wordt nagestreefd dat er geen sprake is van verplichte deelname aan meer dan één pensioenfonds. Daarom wordt het hoofdzakelijkheidscriterium ingelezen, in die zin dat werkgevers verplicht zijn aangesloten indien en voor zover een bedrijf hoofdzakelijk MITT-activiteiten verricht. Nu G-Star niet aan dat criterium voldoet, zijn de vorderingen van Bpf MITT niet toewijsbaar. De verklaringen voor recht die Bpf Detailhandel heeft gevorderd ten aanzien van G-Star zijn wel toewijsbaar.

  • Instantie: Rechtbank Amsterdam
  • Locatie: Amsterdam
  • ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2023:7314
  • Roepnaam: Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Mode-, Interieur-, Tapijt- en Textielindustrie/G-Star Raw C.V.
  • Zaaknummer: 10064717 CV EXPL 22-11025
  • Nummer: AR-2025-0598