Rechtspraak
Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Locatie 's-Hertogenbosch), 10 oktober 2024
ECLI:NL:GHSHE:2024:3166
Feiten
Werknemer was in dienst van werkgeefster en werkzaam als verzorgende in een verpleegtehuis. Werknemer was betrokken bij de verzorging van een bewoonster voor wie op zeker moment een beleid in gang is gezet dat inhield het onthouden van voedsel en vocht om haar spoedig te laten versterven. Volgens werknemer was dat tegen de wil van de bewoonster. Werknemer heeft meermaals zijn twijfels geuit over dit beleid. Hij heeft zowel intern als extern hiervan melding gemaakt. Werknemer heeft, op een aantal momenten nadat hij niet meer was belast met de verzorging van de bewoonster, haar dossier geraadpleegd en een deel daarvan naar zijn privémail gestuurd. Vaststaat dat werknemer daarmee regelingen heeft geschonden die betrekking hebben op de bescherming van de privacy van de bewoonster en op geheimhouding van haar gegevens. Volgens werknemer heeft hij dat heeft gedaan omdat hij vreesde dat er niets werd gedaan met zijn melding als klokkenluider. Toen werkgeefster ontdekte dat werknemer het dossier had geraadpleegd en een deel daarvan had gedownload en naar zijn privémail had gestuurd, heeft zij hem om die reden op staande voet ontslagen. Volgens werknemer heeft hij als ‘klokkenluider’ ontslagbescherming. Volgens werkgeefster is dat niet zo, omdat zij werknemer niet heeft ontslagen omdat hij een klokkenluidersmelding heeft gedaan, maar omdat hij onbevoegd het dossier van de bewoonster heeft geraadpleegd en een deel daarvan op een onbeveiligde manier naar zichzelf heeft gestuurd. De kantonrechter heeft onder meer geoordeeld dat werknemer geen beroep kan doen op de Wet bescherming klokkenluiders (hierna: Wbk) en het ontslag terecht was. Werknemer heeft het hof verzocht de bestreden beschikking te vernietigen en onder meer werkgeefster alsnog te veroordelen om aan hem te betalen een transitievergoeding, billijke vergoeding en gefixeerde schadevergoeding.
Oordeel
Wet bescherming klokkenluiders
De kantonrechter oordeelde dat geen sprake was van een misstand omdat het ging om een individuele casus zonder een patroon of structureel handelen van de werkgeefster. Het hof is echter van oordeel dat werknemer terecht heeft aangevoerd dat de kantonrechter de Wet bescherming klokkenluiders (Wbk) te beperkt heeft uitgelegd. Werknemer vermoedde een levensdelict en handelen in strijd met de euthanasiewetgeving, wat het maatschappelijk belang raakt en niet afhankelijk is van een patroon. Het hof benadrukt dat de Wbk bescherming biedt bij een vermoeden van een misstand, zonder dat er bewijs is van een strafbaar feit. Het vermoeden van een levensdelict overstijgt een persoonlijk belang en raakt het openbaar belang, vooral omdat de betrokken bewoonster niet voor zichzelf kon opkomen. De Wbk is specifiek bedoeld voor dit soort ernstige situaties, en een melder mag rekenen op rechtsbescherming. Het hof concludeert dat werknemer recht heeft op bescherming onder de Wbk. Die bescherming houdt in dat uitgegaan moet worden van het vermoeden dat werknemer is ontslagen vanwege zijn melding van de misstand.
Ontslag op staande voet
Hoewel het hof erkent dat werknemer de regels heeft overtreden, oordeelt het hof dat dit ontslag niet gerechtvaardigd was. Werknemer handelde niet uit persoonlijk gewin, maar uit bezorgdheid voor de bewoonster en angst dat bewijsmateriaal verloren zou gaan. De ernst van de situatie en zijn gewetensnood speelden hierbij een belangrijke rol. Het hof erkent het belang dat de werkgeefster hecht aan geheimhouding, maar oordeelt dat de omstandigheden in dit geval geen dringende reden vormen voor ontslag op staande voet.
Vergoedingen
Het hof zal de verzochte transitievergoeding en gefixeerde schadevergoeding toewijzen. Het hof acht gelet op alle omstandigheden een billijke vergoeding van € 10.000 bruto billijk.