Rechtspraak
Rechtbank Midden-Nederland (Locatie Utrecht), 30 augustus 2017
ECLI:NL:RBMNE:2017:4311
werknemers/T-Systems Nederland B.V.
Feiten
Eisers zijn (ex-)werknemers van T-Systems. Aan hen is een pensioentoezegging gedaan conform het pensioenreglement van de rechtsvoorganger van T-Systems, Volmac Facility Centre B.V. Eisers vorderen schadevergoeding omdat zij vanaf 2002 te weinig indexaties en vanaf 2006 in het geheel geen indexaties meer hebben ontvangen. Nationale-Nederlanden heeft de verzekeringsovereenkomst met T-Systems per 31 december 2000 opgezegd. Bij de verdere beoordeling stelt de kantonrechter voorop dat partijen het erover eens zijn dat de oorzaak dat onvoldoende middelen voorhanden waren om ook na 2006 te blijven indexeren voor een groot gedeelte veroorzaakt is door de neergaande conjunctuur. Dit relativeert het debat tussen partijen in die zin dat het achterwege blijven van indexatie in ieder geval niet voor vergoeding door T-Systems in aanmerking komt voor zover dat achterwege blijven door de neergaande conjunctuur (de lage rentestand) is veroorzaakt.
Oordeel
Overrente
Partijen verschillen van mening over de strekking van artikel 17 Pensioenreglement. De kantonrechter overweegt dienaangaande dat artikel 17 lid 1 Pensioenreglement bepaalt dat de pensioenaanspraken jaarlijks worden verhoogd, dus een benadering per jaar, en dat artikel 17 lid 3 Pensioenreglement bepaalt dat deze verhoging zal worden gefinancierd uit de overrente die daarvoor beschikbaar komt. Indien die financiering tevens zou plaatsvinden uit de niet gebruikte overrente uit eerdere jaren, had het voor de hand gelegen dat artikel 17 lid 3 Pensioenreglement bepaalde dat zou worden gefinancierd uit de overrente die daarvoor beschikbaar is. Het zou daarom voor de hand hebben gelegen dat indien positieve overrente voor zover niet gebruikt wél voor financiering in komende jaren beschikbaar zou blijven, dit expliciet zou zijn bepaald. Ten slotte acht de kantonrechter van belang dat eisers de stelling van Nationale-Nederlanden niet hebben weersproken dat het gebruikelijk is een depotovereenkomst aan te gaan indien niet gebruikte overrente voor gebruik in latere jaren wordt gereserveerd. De in enig jaar niet gebruikte overrente hoeft dus niet beschikbaar te blijven voor de financiering van indexaties in volgende jaren.
Voortzetting van de overeenkomst T-Systems-Nationale-Nederlanden
Primair stellen eisers zich op het standpunt dat Nationale-Nederlanden zich niet aan de minimale opzegtermijn van een jaar heeft gehouden, en dat T-Systems Nationale-Nederlanden aan verlenging van de overeenkomst met nog eens vijf jaar had moeten houden. Op zichzelf staat vast dat Nationale-Nederlanden de opzegtermijn niet in aanmerking heeft genomen. De vraag is echter of T-Systems tegenover eisers wel verplicht was om Nationale-Nederlanden te houden aan de opzegtermijn. Het primaire standpunt van eisers gaat niet op, omdat wisseling van pensioenuitvoerder is toegestaan zolang maar voldaan is aan de pensioentoezegging, hetgeen het geval was. Naar het oordeel van de kantonrechter mochten eisers daarom slechts van T-Systems verwachten dat zij (toch) bezwaar zou hebben gemaakt tegen deze ontijdige opzegging en aldus zou aansturen op een nieuwe contractperiode van vijf jaar in het geval T-Systems door haar opstelling de belangen van eisers ten onrechte zou verwaarlozen. Hierbij komt het aan op alle andere omstandigheden van het geval. De kantonrechter acht in dit geval een aantal omstandigheden van belang, waaronder dat het initiatief tot beëindiging van de overeenkomst niet afkomstig was van T-Systems, maar van Nationale-Nederlanden. Op grond van deze in onderlinge samenhang te beschouwen omstandigheden heeft T-Systems met betrekking tot haar opstelling naar aanleiding van de opzegging van de verzekeringsovereenkomst door Nationale-Nederlanden voldoende rekening gehouden met de belangen van eisers. Voor zover eisers bedoeld hebben zich te beroepen op opgewekte verwachtingen, gaat dat beroep niet op.
Een nieuwe overeenkomst T-Systems-Nationale-Nederlanden
Subsidiair stellen eisers dat in het geval T-Systems een nieuwe overeenkomst met Nationale-Nederlanden zou zijn aangegaan, hun vordering dient te worden berekend met inachtneming van de tarieven en voorwaarden van die nieuwe overeenkomst. Dat eisers nadeel hebben geleden doordat T-Systems niet opnieuw met Nationale-Nederlanden heeft gecontracteerd, hebben zij onvoldoende gemotiveerd onderbouwd.
Slotsom
Uit het voorgaande volgt dat voor zover de vorderingen van eisers berusten op de grondslag dat T-Systems ten onrechte niet heeft aangestuurd op verlenging van de overeenkomst met Nationale-Nederlanden en op de grondslag dat T-Systems ten onrechte geen nieuwe overeenkomst met Nationale-Nederlanden heeft gesloten, deze vorderingen moeten worden afgewezen. Uit de brief van Nationale-Nederlanden van 8 september 2016 blijkt echter dat fouten zijn gemaakt bij het doorvoeren van indexaties vanaf 1 januari 2003. Naar aanleiding hiervan stellen eisers dat ‘zoals gevorderd’ een herberekening dient plaats te vinden vanaf 2002. Zij verzoeken de kantonrechter daartoe een rekenkundige te benoemen. Naar aanleiding hiervan stelt T-Systems dat voor zover de kantonrechter mocht oordelen dat eisers in de jaren vóór 2006 te weinig aan indexaties hebben ontvangen, dit dient te worden verrekend met hetgeen zij in 2006 te veel aan indexaties hebben ontvangen. Naar het oordeel van de kantonrechter blijkt uit de hierboven weergegeven brief van Nationale-Nederlanden dat het niet onaannemelijk is dat eisers minder aan indexaties hebben ontvangen dan waar zij krachtens het pensioenreglement recht op hadden. Om te kunnen beoordelen of eisers om die reden recht hebben op schadevergoeding dient een vergelijking gemaakt te worden tussen de situatie dat indexaties zouden zijn toegekend conform het pensioenreglement en de indexaties zoals deze daadwerkelijk zijn toegekend. Gelet op het voorgaande is het op dit moment te vroeg om een deskundige te benoemen. De kantonrechter zal partijen daarom in de gelegenheid stellen in overleg met elkaar en met Nationale-Nederlanden te treden omtrent de vraag of, en zo ja, de wijze waarop tot aanpassing van de verstrekte indexaties zou moeten worden overgegaan en/of eisers in dat verband recht hebben op schadevergoeding. De zaak wordt aangehouden.