Rechtspraak
werknemer/werkgever
Feiten
Werkneemster is op 17 september 2012 in de functie van Coördinator Events bij werkgever X in dienst getreden voor de duur van een jaar. Met ingang van 17 september 2013 is de arbeidsovereenkomst omgezet in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. De partner van werkneemster (hierna te noemen: A) exploiteert een bedrijf dat zich bezighoudt met de organisatie van netwerkbijeenkomsten voor ondernemingen. A heeft, na overleg met X, driemaal gebruikgemaakt van de presentatieruimte van X. Ten behoeve van de drie bijeenkomsten heeft werkneemster lunches besteld bij een cateringbedrijf. De hieraan verbonden kosten zijn in strijd met de afspraak tussen werkneemster en X voor rekening gekomen van deze laatste. Als gevolg hiervan is werkneemster op 20 juni 2017 op staande voet ontslagen. Aan haar adres wordt het verwijt gemaakt dat zij zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal dan wel bedrog, waardoor zij het vertrouwen van X onwaardig is geworden. Daarnaast wordt haar verweten dat zij misbruik heeft gemaakt van haar functie door alle facturen zelf af te tekenen en ter goedkeuring aan te bieden aan de financiële administratie van X. Werkneemster verzoekt de kantonrechter voor recht te verklaren dat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig is gegeven. Daarnaast meent zij aanspraak te kunnen maken op een transitievergoeding, billijke vergoeding en gefixeerde schadevergoeding.
Oordeel
Rechtsgeldigheid ontslag op staande voet
Naar het oordeel van de kantonrechter heeft werkneemster op geen enkele wijze onderbouwd dat X bekend en akkoord was met het feit dat werkneemster ten behoeve van A bestellingen plaatste bij het cateringbedrijf en dat deze bestellingen in opdracht van werkneemster op naam van X werden gefactureerd en dat deze facturen in opdracht van werkneemster ook door X zijn betaald. Daar komt bij dat werkneemster zonder enige onderbouwing stelt dat zij ervan uitging dat de directie van X de financiële administratie zou hebben geïnstrueerd om de facturen door te belasten aan A. Het had op de weg van werkneemster gelegen om op de door haar goedgekeurde facturen aan te tekenen dat deze bestemd waren voor A dan wel op enige andere wijze bij de financiële administratie aan te geven dat doorbelasting moest plaatsvinden. Deze handelwijze getuigt er dan ook van dat werkneemster X daadwerkelijk financieel heeft benadeeld. In dit verband wordt nog opgemerkt dat de benadeling nooit aan het licht zou zijn gekomen als de directie van X geen onderzoek naar de boekhouding zou hebben gedaan. Dat A de facturen na het ontslag op staande voet van werkneemster heeft betaald, maakt het voorgaande niet anders. De door X gestelde feiten en omstandigheden leveren dan ook voldoende grond op voor een ontslag op staande voet.
Transitievergoeding, billijke vergoeding en gefixeerde schadevergoeding
Ter zake van de transitievergoeding wordt als volgt overwogen. Uit de wetsgeschiedenis blijkt dat het bij ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer gaat om bijvoorbeeld de situatie waarin de werknemer zich schuldig maakt aan diefstal, waardoor hij het vertrouwen van de werkgever onwaardig wordt. De kantonrechter kwalificeert de hierboven beschreven handelwijze van werkneemster dan ook als ernstig verwijtbaar. Dit brengt met zich dat het verzoek om toekenning van een transitievergoeding wordt afgewezen. Voorts dient zowel het verzoek om een vergoeding wegens onregelmatige opzegging als het verzoek om toekenning van een billijke vergoeding te worden afgewezen op de grond dat sprake is van een rechtsgeldig gegeven ontslag op staande voet.