Rechtspraak
Stichting Schaderegelingskantoor voor Rechtsbijstandverzekering/werknemerRechtbank Den Haag, 26 september 2017
Stichting Schaderegelingskantoor voor Rechtsbijstandverzekering/werknemer
Feiten
Werknemer is tussen 9 december 2009 en 1 mei 2016 op basis van een arbeidsovereenkomst werkzaam geweest bij SRK. Laatstelijk als rechtshulpverlener (hbo). Werknemer vordert onder meer een verklaring voor recht dat hij vanaf 2009 overeenkomstig functiegroep 16 als rechtshulpverlener werkzaam is geweest en vordert nabetaling van het verschil in salaris. SRK is bij verstekvonnis van 17 mei 2017 veroordeeld, maar komt in onderhavige procedure in verzet. Waar het in deze procedure in de kern om gaat is of SRK werknemer had moeten belonen volgens salarisschaal 16 in plaats van 15, omdat hij, hoewe hij geen wo-opleiding heeft afgerond toch het werk deed dat een rechtshulpverlener (wo) bij SRK wordt geacht te verrichten. De achterliggende vraag is of SRK overeenkomstig het beginsel ‘gelijke arbeid, gelijk loon’ onderscheid mocht maken in de beloning tussen rechtshulpverleners met een hbo- en met een wo-opleiding.
Oordeel
Volgens de functiebeschrijving van rechtshulpverlener (functiegroep 16) zijn de functie-eisen die aan deze functie worden gesteld: Academisch werk- en denkniveau Nederlands Recht. Anders dan SRK, die stelt dat voor academisch werk- en denkniveau een academische opleiding gelezen moet worden, is de kantonrechter van oordeel dat dit niet gelijkgesteld kan worden. Ook een medewerker zonder academische opleiding kan een academisch werk- en denkniveau hebben. De kantonrechter is van oordeel dat SRK in strijd handelt met de eisen van goed werkgeverschap door in de discussie die zij met werknemer over zijn inschaling heeft academisch werk- en denkniveau (achteraf) gelijk te stellen met het afgerond hebben van een academische opleiding. De vraag die nog beantwoord dient te worden is of werknemer aan alle functie-eisen voldoet. Het antwoord behoeft geen nader betoog, omdat SRK in haar dagvaarding onderkent dat de werkzaamheden van werknemer in de praktijk niet of nauwelijks verschilden met die van een rechtshulpverlener in schaal 16. Gelet op het feit dat voor de bevordering naar functiegroep 16 ervaring op het niveau van functiegroep 15 vereist is, zeker voor werknemer die geen academische opleiding heeft en het dus moet hebben van enkele achtereenvolgende goede beoordelingen waaruit blijkt dat hij over academisch werk- en denkniveau beschikt, heeft bevordering van werknemer van functiegroep 15 naar 16 niet anders dan pas na enige jaren kunnen plaatsvinden. Van de zijde van SRK is aangegeven dat medewerkers met een hbo-opleiding in aanmerking kunnen komen voor faciliteiten om een wo-opleiding te volgen. Zou werknemer dat hebben gedaan, dan zou bevordering niet eerder dan januari 2015 hebben plaatsgevonden. De kantonrechter zal die datum als uitgangspunt nemen in verband met de gevorderde verklaring voor recht, die overigens zal worden toegewezen. Met inachtneming van de geldende richtlijnen bij SRK dient bepaald te worden naar welk percentage van het maximumsalaris van functiegroep 16 werknemer per 1 januari 2015 bevorderd zou zijn, waarbij ook relevant is of werknemer bij de eerstvolgende beoordeling naar een hoger percentage zou zijn bevorderd. Op basis van de voorliggende informatie is de kantonrechter niet in staat om thans een beslissing te nemen ten aanzien van het salaris dat als uitgangspunt voor de nabetaling moet worden genomen. Daarom zal SRK in de gelegenheid worden gesteld zich op dit punt uit te laten, waarna werknemer nog de gelegenheid krijgt om hierop te reageren. De wettelijke verhoging wordt gematigd tot 10%. De zaak wordt aangehouden.