werknemer/Payroll Select Management B.V.

Feiten

Werknemer is per 17 november 2008 in dienst getreden bij Prokx Payrolling. Op 14 december 2010 heeft werknemer een nieuwe arbeidsovereenkomst gesloten met Prokx, zulks voor de functie van relatiebeheerder. In deze arbeidsovereenkomst is een concurrentie- en relatiebeding opgenomen. Werknemer is in de loop der jaren opgeklommen tot hoofd relatiebeheer bij Prokx. Werknemer is na een overname hoofd geworden van het accountteam horeca bij PSM. Op 27 maart 2017 heeft werknemer een arbeidsovereenkomst gesloten met PSM voor de functie van manager P&O. In de betreffende arbeidsovereenkomst, waarin een aanvangsdatum van 1 januari 2017 vermeld staat, is geen concurrentie- en relatiebeding opgenomen. Op 27 maart 2017 hebben partijen tevens een aantal individuele afspraken gemaakt die schriftelijk zijn vastgelegd. In het betreffende document dat door partijen is ondertekend is onder meer opgenomen dat het concurrentiebeding, zoals opgenomen in de arbeidsovereenkomst tussen Prokx Payroll Professionals B.V. en werknemer die is overeengekomen op 14 december 2010, onverminderd van kracht blijft. Werknemer heeft vanaf 1 mei 2017 de functie van projectmanager bekleed. Werknemer heeft een aanbod ontvangen om per 1 november 2017 in dienst te treden bij het bedrijf JobTimize in de functie van hoofd relatiebeheer. JobTimize is een onderneming die de personele administratieve processen van haar opdrachtgevers overneemt en als het ware fungeert als de afdeling Personeelszaken van haar opdrachtgevers. PSM en werknemer zijn vervolgens (vergeefs) in onderhandeling getreden over de handhaving van het concurrentie- en relatiebeding. Per brief van 29 september 2017 heeft werknemer zijn arbeidsovereenkomst met PSM opgezegd. Werknemer vordert onder meer primair PSM te verbieden jegens werknemer een beroep te doen op enig concurrentie- en relatiebeding en subsidiair schorsing dan wel (meer subsidiair) matiging van het in de arbeidsovereenkomst van 14 december 2010 opgenomen concurrentiebeding.

Oordeel

Nu werknemer aldus uitdrukkelijk heeft ingestemd met handhaving van het concurrentiebeding is naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter aan het schriftelijkheidsvereiste voldaan. De vraag is vervolgens of werknemer door bij JobTimize in dienst te treden het concurrentiebeding zal overtreden. PSM betwist dat JobTimize geen concurrent van haar/Prokx is en wijst erop dat de aandelen van JobTimize in handen zijn van een aan het bedrijf Fortium gelieerde vennootschap. PSM stelt dat Fortium zich wel bezighoudt met payrolling en dat JobTimize feitelijk een dienst betreft die Fortium aanbiedt. Volgens PSM hebben JobTimize en Fortium dezelfde bestuurder en zijn zij in hetzelfde pand gevestigd, zodat JobTimize althans Fortium kwalificeert als een bedrijf dat gelijk, gelijksoortig of aanverwant is aan Prokx. Op grond van het concurrentiebeding is het werknemer verboden in dienst te treden bij een bedrijf dat zich toelegt op, dan wel zich bezighoudt met payrolling en/of andere diensten die met payrolling verband houden. Gelet op de hiervoor genoemde omstandigheden is de kantonrechter voorshands van oordeel dat de activiteiten van JobTimize onder het bereik van dit concurrentiebeding vallen en dat het werknemer dus in beginsel niet is toegestaan bij JobTimize in dienst te treden. De omstandigheid dat de feitelijke activiteiten van JobTimize geen payrolling betreffen, doet hier niets aan af, al is dit feit wel van belang bij de belangenafweging die in het kader van de subsidiaire vordering van werknemer tot schorsing van het concurrentiebeding dient plaats te vinden. Alles overziend en tevens rekening houdend met het feit dat JobTimize niet direct maar slechts indirect met PSM/Prokx concurreert en werknemer onverkort gebonden is aan een relatie- én geheimhoudingsbeding ten gunste van PSM, acht de kantonrechter voorshands aannemelijk dat de afweging van de wederzijdse belangen van partijen in een bodemprocedure in het voordeel van werknemer zal uitvallen en dat de bodemrechter het concurrentiebeding gedeeltelijk zal vernietigen omdat werknemer door dit beding onbillijk wordt benadeeld. Dit geldt te meer nu het beding te ruim geformuleerd is. De kantonrechter zal daarom het concurrentiebeding met onmiddellijke ingang gedeeltelijk schorsen, namelijk voor zover dit ziet op de indiensttreding van werknemer bij JobTimize en met dien verstande dat deze schorsing alleen geldt ten aanzien van de diensten die JobTimize stelt thans te leveren, zijnde geen payrolling.