Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/MetDeZon B.V.
Rechtbank Noord-Holland (Locatie Alkmaar), 5 december 2017
ECLI:NL:RBNHO:2017:10537

werknemer/MetDeZon B.V.

Onterecht ontslag op staande voet. De kantonrechter ziet in dit geval geen reden om de vergoeding wegens onregelmatige opzegging in mindering te brengen op de billijke vergoeding.

Feiten

Werknemer is op 2 februari 2011 in dienst getreden bij MetDeZon. De laatste functie die werknemer vervulde, is die van salesmanager. MetDeZon is een onderneming die zich bezighoudt met zonnepanelen en zonne-energie. In de arbeidsovereenkomst is een verbod op nevenactiviteiten opgenomen en een concurrentie- en relatiebeding. Werknemer heeft medio 2017 met een collega X gesproken over het starten van een onderneming voor de verkoop van zonnepanelen. In een gesprek op 15 augustus 2017 heeft X aan de directeur van MetDeZon verteld over de plannen van hemzelf en werknemer om een onderneming te starten voor de verkoop van zonnepanelen. Met een brief van 24 augustus 2017 is werknemer door MetDeZon op staande voet ontslagen per 15 augustus 2017. Werknemer verzoekt een billijke vergoeding.

Oordeel

Onverwijld

MetDeZon heeft werknemer bij brief van 24 augustus 2017 op staande voet ontslagen per 15 augustus 2017. Op de zitting heeft MetDeZon verklaard dat zij op 15 augustus 2017 al op de hoogte was van de dringende reden voor het ontslag op staande voet, doordat de directeur van MetDeZon op 15 augustus 2017 in een gesprek met X werd ingelicht over de plannen van werknemer om een onderneming te starten voor de verkoop van zonnepanelen. Daarnaar gevraagd heeft MetDeZon opgemerkt dat zij bewust heeft gewacht met het geven van ontslag op staande voet tot 24 augustus 2017, omdat werknemer tot die datum wegens vakantie afwezig was. Gelet op het voorgaande is het ontslag op staande voet niet onverwijld gegeven.

Dringende reden

Werknemer heeft erkend dat hij samen met X plannen had om een bedrijf te starten in zonnepanelen. Die plannen hebben bestaan uit besprekingen tussen werknemer en X over een bedrijfsopzet en een bedrijfsmissie, en het bedenken van een naam en een logo voor een op te richten onderneming. Niet is gebleken van andere activiteiten en met name niet dat werknemer daadwerkelijk zaken voor eigen rekening heeft gedaan. Evenmin is gebleken dat werknemer contacten met klanten of leveranciers heeft gelegd of andere voldoende concrete bedrijfsactiviteiten heeft ondernomen. De hiervoor genoemde plannen van werknemer zijn daarom niet in strijd met het in de arbeidsovereenkomst opgenomen verbod op nevenactiviteiten en zijn ook geen dringende reden voor ontslag op staande voet.

Billijke vergoeding

Vast staat dat werknemer de arbeidsovereenkomst zelf al had opgezegd per 1 oktober 2017. Onder die omstandigheden ziet de kantonrechter aanleiding om de hoogte van de billijke vergoeding vast te stellen op een bedrag gelijk aan het loon dat werknemer over de periode van 15 augustus 2017 tot 1 oktober 2017 zou hebben ontvangen. Door vergoeding van die schade wordt werknemer naar het oordeel van de kantonrechter ook voldoende gecompenseerd voor het ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van MetDeZon, bestaande uit het geven van een ongeldig ontslag op staande voet. De kantonrechter ziet geen reden om de vergoeding wegens onregelmatige opzegging in mindering te brengen op de billijke vergoeding. Het komt voor rekening van MetDeZon dat zij heeft gekozen voor een ontslag op staande voet dat én niet onverwijld is gegeven én waarvoor geen dringende reden bestond, in de wetenschap dat de arbeidsovereenkomst al per 1 oktober 2017 zou eindigen door opzegging door werknemer. Het in mindering brengen van de vergoeding wegens onregelmatige opzegging op de billijke vergoeding zou in dit geval ook onvoldoende recht doen aan het uitgangspunt dat werknemer gecompenseerd moet worden voor het ernstig verwijtbaar handelen van MetDeZon.

Transitievergoeding

Werknemer heeft in het verzoekschrift gesteld dat MetDeZon aan werknemer de transitievergoeding moet voldoen. Werknemer heeft echter geen verzoek gedaan om MetDeZon te veroordelen tot betaling van de transitievergoeding. In dit geval staat artikel 23 Rv eraan in de weg dat de kantonrechter op basis van het enkele feit dat in het verzoekschrift een aanspraak op de transitievergoeding wordt genoemd, in dat verzoekschrift ook een daarop gerichte vordering of verzoek te lezen, daar waar die vordering en dat verzoek nu juist ontbreken en niet zijn geformuleerd.