Naar boven ↑

Rechtspraak

werkneemster/Delta Lloyd Schadeverzekeringen NV c.s.
Gerechtshof Amsterdam (Locatie Amsterdam), 5 december 2017
ECLI:NL:GHAMS:2017:5056

werkneemster/Delta Lloyd Schadeverzekeringen NV c.s.

Arbeidsongeval bij opensnijden van pompoen door werkneemster bloemenwinkel. Gelet op de geschilpunten over de toedracht en overige omstandigheden, voor beslissing waarvan bewijslevering en mogelijk deskundigenbericht noodzakelijk is, is het hof van oordeel dat de zaak zich niet leent voor afdoening in een deelgeschilprocedure. Artikel 1019w e.v. Rv.

Feiten

Op 1 september 2013 is werkneemster fulltime in dienst getreden bij X Bloemen en Planten voor een periode van zes maanden. Op 17 oktober 2013 werkte werkneemster in de winkel samen met A en mocht zij zonder dat A op dat moment in haar onmiddellijke nabijheid verkeerde een pompoen opensnijden en uithollen. Daarbij heeft zij in haar linkerhand gesneden, waarbij bloedvaten en pezen tussen duim en wijsvinger zijn geraakt. Het onderhavige hoger beroep betreft het hoger beroep op de voet van artikel 1019cc lid 3 Rv van een beschikking van de kantonrechter in een deelgeschilprocedure. Het gaat om het aan werkneemster overkomen arbeidsongeval, voor de gevolgen waarvan werkneemster Delta Lloyd Schadeverzekering NV (hierna: Delta Lloyd) c.s. op de voet van artikel 7:658 BW (Delta Lloyd als aansprakelijkheidsverzekeraar) aansprakelijk houdt op grond van de stelling dat, kort gezegd, X Bloemen en Planten in strijd met de op haar rustende zorgplicht niet voldoende heeft gedaan om dat ongeval te voorkomen. De kantonrechter heeft geoordeeld dat Delta Lloyd c.s. niet aansprakelijk zijn voor de door werkneemster geleden schade en heeft het verzoek van werkneemster in eerste aanleg afgewezen. Bij dagvaarding van 18 maart 2016 heeft werkneemster Delta Lloyd c.s. gedagvaard en daarmee de in artikel 1019cc Rv bedoelde procedure ten principale aanhangig gemaakt. Bij vonnis van 20 mei 2016 heeft de kantonrechter op verzoek van werkneemster tussentijds hoger beroep toegestaan van de beschikking van 22 december 2015 in de deelgeschilprocedure en iedere verdere beslissing aangehouden.

Oordeel

In hoger beroep is gebleken dat tussen partijen zowel de toedracht van het onderhavige arbeidsongeval als de omstandigheden die daarbij mogelijk een rol hebben gespeeld in geschil zijn. Voorts is gebleken dat de antwoorden van B op vragen van het hof hier en daar afwijken van hetgeen in de processtukken van Delta Lloyd c.s. naar voren is gebracht. Zo heeft B meegedeeld dat de pompoenen die bewerkt werden van de gladde soort waren (bij memorie van antwoord onder 6 is aangevoerd ‘met “wratjes” op de buitenkant’) en groter waren dan een sinaasappel, niet in één hand te vatten (bij memorie van antwoord onder 6: ‘met een grootte van (slechts) een appel c.q. sinaasappel’). Ook heeft B meegedeeld dat het kapje van de pompoen mogelijk niet met één snijbeweging af te snijden was omdat het aardappelmesje daarvoor te klein was (bij memorie van antwoord onder 6: ‘Bij het stabiel houden van de pompoen met de linkerhand, kan vervolgens met de rechterhand met een enkele snijbeweging met kopje eraf gesneden worden’). Nadat Delta Lloyd c.s. in de stukken naar voren hadden gebracht dat een aardappelschilmesje bij uitstek geschikt is voor het snijden van de onderhavige pompoenen en een keukenmes daarvoor te groot en daarom juist extra gevaarlijk zou zijn, heeft B ter zitting meegedeeld dat een broodmes misschien handiger zou zijn. Hij heeft daarbij nog toegelicht dat de pompoen neergelegd moet worden en vervolgens tijdens het afsnijden van het kapje doorgerold moet worden. Werkneemster heeft bij pleidooi in hoger beroep voorgedaan hoe zij de pompoen vast op tafel hield (niet in de lucht, zoals de kantonrechter volgens werkneemster ten onrechte heeft beschreven) met het af te snijden kapje aan de bovenkant en vervolgens het aardappelschilmes met de punt van het mes in de pompoen stak (gericht naar de kern van de pompoen) om het kapje vervolgens rondom los te snijden, waarna zij – zo begrijpt het hof – is uitgeschoten met het mes en daarbij haar linkerhand heeft verwond. Zij heeft meegedeeld dat deze wijze van snijden van de pompoen haar was voorgedaan door A. Werkneemster heeft zich op het standpunt gesteld dat de pompoen waarbij zij zich heeft verwond de eerste pompoen was die zij zelf sneed. Delta Lloyd c.s. heeft aangevoerd dat A werkneemster anders had geïnstrueerd (namelijk afsnijden van het kapje door middel van een enkele snijbeweging) en dat A de werkwijze eerst verschillende keren had voorgedaan waarna werkneemster onder toezicht van A een aantal keren had geoefend voordat werkneemster het werk alleen mocht doen. Partijen verschillen van mening over de hardheid en structuur van de betrokken pompoen. Werkneemster heeft gesteld dat een pompoen een harde houtachtige structuur heeft waarbij het risico op uitschieten op de loer ligt. Delta Lloyd c.s. hebben dit betwist: in oktober zijn de pompoenen nog niet zo hard en dus makkelijker te verwerken en een sierpompoen heeft in die tijd van het jaar geen harde houtachtige structuur. Ter zitting in hoger beroep is van de zijde van Delta Lloyd c.s. overigens opgemerkt dat een pompoen zachter wordt naarmate deze langer ligt en in oktober dus een stuk zachter is dan in september. Tussen partijen is ook in dispuut of voor het onderhavige werk, het afsnijden van het kapje van de pompoen, het dragen van handschoenen (met snijbescherming) aangewezen is. Het voorgaande overziende, komt het hof tot de conclusie dat voor de beantwoording van de vraag of X Bloemen en Planten in voldoende mate aan haar zorgverplichting zoals bedoeld in artikel 7:658 lid 1 BW heeft voldaan bewijslevering en mogelijk zelfs een deskundigenbericht noodzakelijk is. In verband hiermee leent deze zaak zich niet voor afdoening in een deelgeschilprocedure. Ook het hof komt daarom, zij het op andere gronden dan de kantonrechter, tot de slotsom dat het verzoek van werkneemster behoort te worden afgewezen.