Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Koninklijke PostNL B.V.
Rechtbank Limburg (Locatie Roermond), 20 december 2017
ECLI:NL:RBLIM:2017:12465

werknemer/Koninklijke PostNL B.V.

Werknemer niet-ontvankelijk verklaard omdat hij heeft nagelaten een deskundigenoordeel betreffende perioden van loonsanctie over te leggen (art. 7:629a lid 1 BW). Loonvordering derhalve niet toewijsbaar.

Feiten

Werknemer is op 1 mei 2013 bij de rechtsvoorganger van Koninklijke PostNL B.V. (hierna: PostNL) in dienst getreden. Op 10 maart 2015 heeft werknemer zich ziek gemeld wegens rugklachten. Op 22 oktober 2015 heeft de bedrijfsarts werknemer weer arbeidsgeschikt geacht. PostNL heeft werknemer bij brief van 19 november 2015 opgeroepen om het werk op 21 november 2015 te hervatten en een loonsanctie aangekondigd indien werknemer geen gehoor zou geven aan de oproep. Werknemer achtte zich echter niet in staat tot het verrichten van arbeid en had een deskundigenoordeel aangevraagd bij het UWV. In afwachting van dit oordeel heeft PostNL de loonbetaling opgeschort. Nadat werknemer op grond van het deskundigenoordeel arbeidsgeschikt werd geacht, is hij op 1 februari 2016 weer gestart met de re-integratie en heeft PostNL vanaf dat moment de loonbetaling weer hervat. Op 12 april 2016 heeft PostNL de loonbetaling wederom opgeschort, omdat werknemer zich op 12 april 2016 had ziek gemeld. In dit kader is opnieuw een re-integratietraject gestart. Vanaf 1 november 2016 heeft PostNL het loon van werknemer weer doorbetaald. Werknemer vordert thans doorbetaling van loon gedurende de periode van 21 november 2015 tot 1 februari 2016 en van 14 april 2016 tot 1 november 2016.

Oordeel

De kantonrechter stelt voorop dat de werknemer bij verschil van mening over de vraag of deze ziek is, en de werkgever een loonsanctie toepast, op straffe van niet-ontvankelijkheid een deskundigenverklaring dient over te leggen. In dit verband wordt evenwel opgemerkt dat een dergelijke verplichting niet geldt indien de verhindering van de werknemer niet wordt betwist dan wel in redelijkheid overlegging van deze verklaring niet van de werknemer kan worden gevergd. Werknemer voert aan dat uit de omstandigheid dat PostNL nooit een betermelding heeft gedaan bij de bedrijfsarts, kan worden afgeleid dat PostNL de verhindering niet betwist. De kantonrechter volgt werknemer hierin niet en oordeelt als volgt. In de eerste plaats vindt betermelding plaats wanneer een werknemer volledig arbeidsgeschikt is en daarvan was in het onderhavige geval geen sprake. Daarnaast beroept PostNL zich erop dat van haar niet kan worden gevergd dat een deskundigenverklaring wordt overgelegd, nu de bedrijfsarts op 26 oktober 2016 heeft geoordeeld dat werknemer in de voorliggende perioden volledig arbeidsongeschikt was. De kantonrechter is dan ook van oordeel dat er geen omstandigheden zijn aangevoerd op grond waarvan niet van werknemer zou kunnen worden gevergd dat hij een deskundigenoordeel had aangevraagd met betrekking tot de perioden van de loonsanctie. De conclusie luidt dan ook dat ingevolge het bepaalde in artikel 7:629a lid 1 BW niet-ontvankelijkverklaring volgt.