Rechtspraak
Rechtbank Limburg (Locatie Maastricht), 27 maart 2013
ECLI:NL:RBLIM:2013:3778
Stichting sociaal fonds taxi/werkgever
Feiten
SFT is een onafhankelijke door de werkgevers- en werknemersorganisaties in het leven geroepen stichting. Zij heeft met name de taak toe te zien op correcte naleving van de cao Taxivervoer, algemeen verbindend verklaard bij besluit van 22 oktober 2007. SFT vordert werkgever te veroordelen tot (1) naleving van de cao taxivervoer en de cao sociaal fonds taxi (hierna: cao sft) en meer precies tot overlegging van de stukken zoals genoemd in het e-mailbericht van SFT van 11 juli 2012; (2) tot betaling van een bedrag van € 82.800 als forfaitaire schadevergoeding op grond van artikel 9 van het reglement.
Oordeel
Vaststaat dat werkgever in de controleperiode over acht taxivergunningen en daarnaast over taxivoertuigen beschikte. Werkgever stelt dat hij een en ander ter beschikking van een andere onderneming gesteld heeft: Norano B.V.; een onderneming waarvan hij bij dupliek stelt dat de administratie in het bezit is van de curator en waarvan alle werknemers per 1 augustus 2012 ontslagen zijn. Volgens werkgever heeft hij als bemiddelaar opgetreden, in die zin dat hij opdrachten voor taxiritten aannam en dat hij die opdrachten vervolgens heeft laten uitvoeren door Norano B.V. of andere taxibedrijven. Hij stelt dat hij zelf geen werknemers in dienst heeft gehad. Dit verweer van werkgever dat ertoe strekt te betogen dat hij niet onder de werkingssfeer van de cao taxivervoer en de cao sft valt, moet verworpen worden. SFT heeft gesteld dat het niet mogelijk is ‘om voor rekening en risico met een taxivergunning van een ander te rijden’. Zij verwijst in dat kader bovendien naar artikel 7 lid 1 van de Wet personenvervoer 2000, waarin onder meer is opgenomen dat een vergunning van rechtswege vervalt zodra degene aan wie de vergunning is verleend, zijn activiteiten als vervoerder heeft beëindigd. Tegen deze stellingen van SFT heeft werkgever niets aangevoerd. Aangezien werkgever in de controleperiode over taxivergunningen beschikte, staat het derhalve vast dat de vervoersactiviteiten namens werkgever verricht zijn. Het feit dat hij die activiteiten in Norano B.V. ondergebracht heeft, maakt dat niet anders. Werkgever dient derhalve als werkgever in de zin van de cao taxivervoer en de cao sft aangemerkt te worden. Hieruit volgt dat hij op grond van de cao sft gehouden is SFT informatie te verstrekken waaruit blijkt dat hij beide cao’s nageleefd heeft in de controleperiode. Bij gebreke van enig verder verweer zal werkgever veroordeeld worden om de in het e-mailbericht van 11 juli 2012 gevraagde stukken over te leggen. Er is geen grond om werkgever daarnaast nog te veroordelen tot naleving van de cao taxivervoer en de cao sft. Ook onderdeel (2) van de vordering van SFT is toewijsbaar. Werkgever heeft noch tegen de (hoogte van) de gevorderde schadevergoeding van € 82.800 noch tegen de grondslag daarvan iets aangevoerd. De kantonrechter wijst de vorderingen toe.