Naar boven ↑

Rechtspraak

The Way of Beauty B.V./werknemer
Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Locatie 's-Hertogenbosch), 6 februari 2018
ECLI:NL:GHSHE:2018:468

The Way of Beauty B.V./werknemer

Gegeven ontslag op staande voet van hairstylist na een week voldoet aan de onverwijldheidseis.

Feiten

Werkneemster is vanaf 1 maart 2009 in dienst getreden van The Way of Beauty als hairstylist. Werkneemster is met ingang van 18 juni 2013 ziekgemeld voor haar werk bij The Way of Beauty. In de arbeidsovereenkomst is een nevenwerkzaamhedenbeding opgenomen. Op 24 november 2014 is werkneemster op staande voet ontslagen, omdat zij tijdens haar arbeidsongeschiktheid zonder (schriftelijke) toestemming van haar werkgever, nevenwerkzaamheden voor derden heeft verricht die van gelijke aard zijn als haar werkzaamheden bij The Way of Beauty. De kantonrechter heeft geoordeeld dat niet is voldaan aan de formele vereisten voor het ontslag op staande voet, omdat The Way of Beauty te veel tijd zou hebben genomen voor onderzoek naar de juistheid van geruchten dat werkneemster concurrerende werkzaamheden verrichtte bij Kapsalon X. Tegen dit vonnis komt The Way of Beauty in hoger beroep.

Oordeel

Voor zover de kantonrechter meent dat The Way of Beauty onnodig lang heeft gewacht met het geven van ontslag en/of meedelen van de ontslagreden, overweegt althans motiveert de kantonrechter dat verder niet althans onvoldoende. Het hof oordeelt daarover hier in ieder geval anders. Zo stelt The Way of Beauty dat zij zich na vernomen geruchten dat werkneemster concurrerende werkzaamheden bij Kapsalon X zou verrichten, van welke geruchten zij in de week van 17 november 2014 had kennisgenomen, aanvankelijk niet kon voorstellen dat de voor haar eigen werk ziekgemelde werkneemster dat ook daadwerkelijk zou doen. In de ontslagbrief schreef The Way of Beauty vanwege ontvangen signalen en aanwijzingen: 'Daarop zijn we een onderzoek gestart (…) Er is meerdere malen naar Kapsalon X gebeld om een afspraak te maken en specifiek gevraagd naar u. De eigenaresse heeft bevestigd dat u inderdaad uithelpt in de salon. Om daadwerkelijk te constateren of dit klopt, is op 24 november 2014 gecontroleerd op dit adres. Tussen 15:00 en 15.30 is er iemand in de Kapsalon X geknipt door u.' The Way of Beauty stelt dat haar pas uit de getuigenbevindingen van de toen door werkneemster geknipte persoon en uit de van die knipbeurt gemaakte geluids- en beeldopnames bleek dat werkneemster daadwerkelijk concurrerende werkzaamheden bij Kapsalon X verrichtte, waarna werkneemster nog diezelfde dag bij Kapsalon Salon mondeling het ontslag en de dringende ontslagreden zouden zijn meegedeeld. Zelfs als die mondelinge mededelingen toen niet zijn gedaan en het ontslag en de dringende ontslagreden werkneemster pas kenbaar werden via de ontslagbrief die werkneemster pas één of enkele dagen na 24 november 2014 bereikte, kan het hof niet oordelen dat The Way of Beauty onvoldoende voortvarend handelend is opgetreden. Hierbij speelt verder mee dat tussen het moment waarop The Way of Beauty stelt de eerste signalen en aanwijzingen te hebben vernomen en het moment waarop werkneemster de ontslagbrief ontving, niet meer dan een week is verlopen, althans niet gesteld of gebleken is dat daartussen meer tijd zou zijn verstreken. Dat The Way of Beauty na vernomen geruchten niet meteen reageerde en na de eerste ontvangen signalen en aanwijzingen enkele dagen bedenk- en onderzoektijd nam voor bevestiging en bewijs van (de juistheid van) de dringende reden alvorens deze met het daarop gebaseerde ontslag aan werkneemster mee te delen, getuigt hier eerder van zorgvuldigheid dan van een gebrek aan voortvarend handelen. Het hof vernietigt het vonnis waarvan beroep.