Doorwerk B.V./Eagle Dienstverlening in Services en Veiligheid B.V.

Feiten

Werknemer is op 1 oktober 2012 bij Eagle Dienstverlening in Services en Veiligheid B.V. (hierna: Eagle) in dienst getreden in de functie van verkeersregelaar. Hij werkte met ingang van 25 april 2015 tot en met 31 juli 2016 op grond van twee elkaar (deels) overlappende arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd. In de periode van 1 september 2016 tot en met 25 februari 2017 heeft werknemer voor Eagle als verkeersregelaar gewerkt en was NetStaff B.V. (hierna: NetStaff) zijn formele werkgever. Op 1 maart 2017 heeft werknemer zijn arbeidsovereenkomst met NetStaff opgezegd, omdat hij bij een ander bedrijf wilde gaan werken. Vervolgens is werknemer opnieuw in de functie van verkeersregelaar bij Eagle in dienst getreden, ditmaal op basis van een oproepcontract. Werknemer heeft op 23 augustus 2017 voor het laatst werkzaamheden verricht en is nadien niet meer door Eagle opgeroepen. Eagle heeft tot laatstgenoemde datum loon aan werknemer betaald. Op 15 november 2017 heeft werknemer aan Eagle medegedeeld dat hij zich op 28 augustus 2017 heeft ziek gemeld en dat Eagle weigert hem ziek te melden. Op 17 februari 2011 is werknemer onder bewind gesteld. Om deze reden vordert Doorwerk B.V. (hierna: Doorwerk) in haar hoedanigheid van bewindvoerster thans in een kortgedingprocedure betaling van achterstallig loon vanaf 28 augustus 2017. Daarnaast vordert Doorwerk loondoorbetaling vanaf 1 maart 2018. In dit verband stelt zij dat werknemer vanaf 25 april 2015 ononderbroken bij Eagle in dienst is geweest, zodat sprake is van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.

Oordeel

Spoedeisend belang

De kantonrechter oordeelt als volgt. Doorwerk heeft bij dagvaarding van 6 maart 2018 – en dus ruim zes maanden na de gestelde ziekmelding door werknemer – een veroordeling tot betaling van loon tijdens ziekte gevorderd. Door dit aanzienlijke tijdsverloop en de onvoldoende onderbouwde stelling dat werknemer niet meer in zijn levensonderhoud kan voorzien, oordeelt de kantonrechter dat Doorwerk onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat werknemer een spoedeisend belang heeft bij de gevorderde voorzieningen. Verder oordeelt de kantonrechter dat door middel van een getuigenverhoor zal moeten worden onderzocht of werknemer zich op 25 augustus 2017 heeft ziek gemeld en dat een kortgedingprocedure zich daarvoor niet leent.

Opvolgend werkgeverschap

Voorts overweegt de kantonrechter ten overvloede dat niet met voldoende zekerheid kan worden vastgesteld dat de rechtsverhouding tussen werknemer en Eagle door een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd wordt beheerst. Enerzijds stelt Eagle dat werknemer zelf de arbeidsovereenkomst met NetStaff heeft opgezegd, zodat niet voldaan is aan het bepaalde in artikel 7:668a lid 1 en lid 2 BW. Anderzijds stelt Doorwerk dat de opzegging door werknemer op aandringen van Eagle is geschied om zodoende het van rechtswege ontstaan van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd te voorkomen. Verder stelt Eagle dat werknemer na de opzegging enkele dagen voor een andere werkgever heeft gewerkt, terwijl werknemer dit betwist. Gelet op deze discussie tussen partijen bestaat volgens de kantonrechter onzekerheid over de vraag of de laatste arbeidsovereenkomst tussen werknemer en Eagle van rechtswege voor onbepaalde tijd is aangegaan. Deze constatering staat dan ook in de weg aan het toewijzen van de vordering tot loondoorbetaling vanaf 1 maart 2018.

Deskundigenoordeel

Tot slot overweegt de kantonrechter dat Doorwerk geen deskundigenoordeel als bedoeld in artikel 7:629a lid 1 BW heeft overgelegd. Dit had wel op haar weg gelegen aangezien Eagle niet louter betwist dat werknemer zich heeft ziek gemeld, maar ook betwist dat werknemer als gevolg van ziekte ongeschikt was de bedongen arbeid te verrichten. Dat Eagle de arbeidsongeschiktheid van werknemer niet door een bedrijfsarts heeft laten beoordelen, leidt niet tot het oordeel dat daarom van artikel 7:629a lid 1 BW kan worden afgeweken.