Rechtspraak
Rechtbank Amsterdam (Locatie Amsterdam), 10 april 2018
ECLI:NL:RBAMS:2018:2223
verzoekster/Healthy Entrepreneurs B.V. c.s.
Oordeel
HE en NN hebben in hun akte de kantonrechter in de eerste plaats verzocht op de bindende eindbeslissing dat HE aansprakelijk is voor de uit de beet van de hond voorgekomen schade, zoals vermeld in de tussenbeschikking, terug te komen. In het daartoe door HE en NN aangevoerde wordt daarvoor echter geen aanleiding gezien. Het verzoek wordt dan ook afgewezen. Bij tussenbeschikking is verder bepaald dat sprake is van eigen schuld aan de zijde van slachtoffer. Verzoekster stelt dat zij zich niet kan verenigen met de in de tussenbeschikking aangehaalde omstandigheden, op grond waarvan geoordeeld is dat slachtoffer wist of had moeten weten dat hij toen hij ongevaccineerd werd gebeten door een hond in [land], zo snel mogelijk medisch behandeld diende te worden. In hetgeen zij hierover stelt, wordt echter geen reden gezien om van dit oordeel terug te komen. In de tussenbeschikking zijn partijen in de gelegenheid gesteld om zich bij akte uit te laten over wat precies in de eerste 48 uur na de hondenbeet is gebeurd, of behandeling in die 48 uur mogelijk was en hoe groot de kans van slagen was geweest als deze behandeling (ook ná 48 uur) had plaatsgevonden. Verzoekster heeft bij akte van 8 januari 2018 zo nauwkeurig mogelijk een beeld geschetst van hetgeen zich volgens haar heeft afgespeeld op 4 mei 2013 en de dagen erna. Op grond daarvan heeft zij vastgesteld dat behandeling met MARIG van slachtoffer in de eerste 48 uur na de beet als ook daarna, mogelijk was geweest. Verzoekster vindt echter dat HE zich hierachter niet kan verschuilen. Ook HE en NN hebben zich in hun antwoordakte van 19 februari 2018 uitgelaten over het feitelijk verloop en zich eveneens op het standpunt gesteld dat medische behandeling na de beet in de eerste 48 uur mogelijk was geweest. Op grond van het advies van [naam 2] wordt geconcludeerd dat slachtoffer binnen 48 uur behandeld had kunnen worden en als hij dat had laten doen en hem het juiste medicijn was toegediend, hij vrijwel zeker de beet had overleefd. Verder volgt uit het onbetwist gebleven advies en de nadere e-mail dat ook behandeling met het juiste medicijn de dagen na de eerste 48 uur na de beet mogelijk zinvol zou zijn geweest, temeer omdat de symptomen van de ziekte zich (pas) na 46 dagen openbaarden. Zoals overwogen in de tussenbeschikking is onder die omstandigheden sprake van eigen schuld van slachtoffer. De uiteenlopende ernst van de door HE en slachtoffer gemaakte fouten noopt echter op grond van billijkheid tot een andere verdeling van de schade dan 15/85. Het is immers moeilijk voorstelbaar dat slachtoffer toen hij besloot om niet direct naar de dokter te gaan daadwerkelijk besefte dat dit zou leiden tot zijn (zeer spoedig) overlijden. Nu verder niemand slachtoffer hier expliciet op heeft gewezen, kan de omstandigheid dat hij dit niet heeft gedaan hem minder worden verweten. Daarbij komt dat de beetwond zelf voorspoedig genas, waardoor de wond op zichzelf geen aanleiding gaf om medische hulp in te schakelen. Verder geldt dat verzoekster ter zitting heeft uitgelegd dat wellicht de wens om een vast dienstverband te krijgen voor slachtoffer ook een rol heeft gespeeld in de keuze om geen arts te bezoeken. Nu verder het bijtincident niet tijdens zijn werk, in welk geval deze 'eigen schuld' wettelijk is uitgesloten, maar wel gedurende zijn verblijf in opdracht van zijn werkgever heeft plaatsgevonden, bestaat reden om een billijkheidscorrectie toe te passen en de verdeling tussen HE en verzoekster naar billijkheid te corrigeren naar 35/65, zodat HE 35% van de schade dient te vergoeden. Verzoekster heeft de urenspecificatie van haar gemachtigde overgelegd, die in totaal uitkomt op 181,5 uur ten bedrage van € 32.117 voor de gehele procedure. HE en NN hebben verweer gevoerd tegen de hoogte van deze kosten. HE is als aansprakelijk te houden partij gehouden tot vergoeding van alle redelijke kosten als bedoeld in artikel 6:96 lid 2 BW. Met HE en NN wordt geoordeeld dat een gemiddeld uurtarief van € 235 redelijk is. Nu echter hiervoor de mate van eigen schuld is vastgesteld op 65% en deze kosten schade betreffen, is HE gehouden tot vergoeding van 35% van deze kosten, te weten € 5.600 exclusief btw.