Rechtspraak
Rechtbank Midden-Nederland (Locatie Amersfoort), 21 juni 2018
ECLI:NL:RBMNE:2018:2768
werkgeefster/werknemer
Feiten
Werknemer is op 18 oktober 2010 in dienst getreden bij werkgeefster X (hierna: X) in de functie van ‘Manager R&D’. X is een internationale onderneming en heeft een moedermaatschappij die gevestigd is in India. Er vindt dan ook regelmatig uitwisseling van informatie en werkoverleg plaats door dienstreizen over en weer. Sinds 2016 ondergaat werknemer medische behandelingen, waarbij onbekend is welke invloed deze hebben op de arbeidsgeschiktheid van werknemer. Nadat werknemer begin december 2017 een medische behandeling heeft gekregen, heeft hij zich op 7 december 2017 ziek gemeld. Hij heeft in dit verband ook laten weten dat hij vanwege zijn ziekte niet naar India kon afreizen voor een vervolgoverleg dat eind januari 2018 zou plaatsvinden. Desondanks heeft X werknemer erop gewezen zijn visa te vernieuwen in verband met het voornoemde vervolgoverleg. Werknemer heeft op dit verzoek afwijzend gereageerd en is daarbij erop gewezen dat hij instructies van X weigert. Op 24 en 25 januari 2018 heeft X werknemer verzocht medische informatie aan de bedrijfsarts te verstrekken, waaruit blijkt dat hij niet staat is naar India te vliegen. Werknemer heeft in reactie hierop te kennen gegeven dat hij eerst zijn medisch behandelaars (op 27 en 31 januari 2018) wilde raadplegen en pas nadien informatie aan de bedrijfsarts wilde verstrekken. X heeft dit verzoek niet gehonoreerd. Bij brief van 30 januari 2018 heeft X aan werknemer laten weten dat sprake is van werkweigering. Op 23 februari 2018 heeft werknemer alsnog de bedrijfsarts bezocht. De bedrijfsarts heeft toen geoordeeld dat werknemer niet in staat is tot het maken van lange vluchten en X erop gewezen dat moest worden gekeken naar alternatieven voor het voeren van vergaderingen. X verzoekt thans ontbinding van de arbeidsovereenkomst, primair op grond van een dringende reden en subsidiair vanwege een verstoorde arbeidsverhouding.
Oordeel
Ontbinding wegens dringende reden
De kantonrechter oordeelt dat dringende redenen ex artikel 7:678 lid 2 BW niet zijn opgenomen in de lijst van redelijke gronden van artikel 7:669 lid 3 BW. Verder is het volgens de kantonrechter niet mogelijk om een dringende reden om te zetten in c.q. aan te merken als een redelijke grond voor ontbinding, omdat dit zou indruisen tegen het stelsel van de wet en de rechtszekerheid die daaraan kan worden ontleend. De kantonrechter is dan ook van oordeel dat het primaire verzoek niet-ontvankelijk is.
Ontbinding wegens verstoorde arbeidsverhouding
X stelt allereerst dat de verstoorde arbeidsverhouding is veroorzaakt door de weigering van werknemer om aan redelijke instructies te voldoen en het niet willen overleggen van zijn medische gegevens. De kantonrechter verwerpt deze stelling. Werknemer heeft namelijk in reactie op het verzoek van X aangegeven dat hij op 27 en 31 januari 2018 afspraken had met zijn medisch behandelaars en pas nadien de verzochte medische gegevens kon verstrekken. Nu X dit verzoek niet heeft gehonoreerd, wordt geoordeeld dat werknemer niet de gelegenheid heeft gekregen de gevraagde informatie over te leggen. Volgens de kantonrechter kan deze omstandigheid echter niet aan werknemer worden tegengeworpen. Ook wordt belang gehecht aan de omstandigheid dat de bedrijfsarts op 23 februari 2018 heeft geoordeeld dat werknemer geen lange vluchten kan maken. Werknemer heeft gelet hierop dan ook terecht een beroep op een medische beperking gedaan. Voorts merkt de kantonrechter op dat X ook niet heeft aangetoond dat zij (voldoende) actie heeft ondernomen om de verstoorde arbeidsverhouding met werknemer te herstellen. De ontbindingsverzoeken worden integraal afgewezen.