Rechtspraak
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 19 april 2018
ECLI:NL:RBROT:2018:5341
werkneemster/Blue Stone
Feiten
Blue Stone is een onderneming die zich toelegt op Sales ondersteuning voor diverse opdrachtgevers. Werkneemster is op 14 augustus 2015 in dienst getreden bij Blue Stone in de functie van Salesmanager. In de arbeidsovereenkomst van werkneemster is zowel een concurrentiebeding als een relatiebeding opgenomen. Blue Stone heeft in 2016 een zogenoemde 'via via' actie gestart. De bedoeling van deze actie was dat de huidige medewerkers van Blue Stone nieuwe medewerkers voor het bedrijf konden werven. In de maanden oktober 2017 en november 2017 is de 'via via' actie binnen Blue Stone voortgezet. Voor elke aangedragen medewerker wordt op zijn eerste werkdag € 150 netto cash weggegeven. Werkneemster heeft in de maanden oktober 2017 en november 2017 aan de 'via via' actie meegedaan. Blue Stone heeft de arbeidsovereenkomst met werkneemster op 8 december 2017 met onmiddellijke ingang opgezegd. In de ontslagbrief is onder meer opgenomen dat tijdens de ziekmelding van werkneemster is gebleken dat drie kandidaten die werkneemster heeft aangemeld niet via haar zijn binnengekomen, maar via een andere route. Werkneemster zou derhalve op valse gronden aanspraak hebben gemaakt op een bedrag van € 450. Werkneemster verzoekt onder meer toekenning van een billijke vergoeding.
Oordeel
Het had op de weg van Blue Stone gelegen om strenger op de 'via via’s' te controleren en om vooraf, bijvoorbeeld tijdens het sollicitatiegesprek met de geworven kandidaten, bij deze te verifiëren onder welke persoon zij zijn binnengekomen en de uitbetaling van de vergoeding in eigen hand te houden. Niet gebleken is dat Blue Stone werkneemster eerder heeft aangesproken op haar handelwijze of dat Blue Stone voor het ontslag op staande voet aan haar heeft verzocht de vergoedingen terug te betalen. Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen is onvoldoende vast komen te staan dat werkneemster doelbewust medewerkers op haar naam heeft gezet, althans heeft laten zetten met als doel ten onrechte aanspraak te maken op een vergoeding. De kantonrechter is van oordeel dat in dit geval de persoonlijke omstandigheden van werkneemster doorslaggevend zijn voor het oordeel dat geen sprake van een rechtsgeldig ontslag op staande voet. Daarbij wordt van belang geacht dat werkneemster zich in een kwetsbare positie bevindt vanwege privéproblemen, waarvan Blue Stone ook geheel op de hoogte was. Werkneemster is in oktober 2016 bevallen van een dochtertje en heeft een traumatische zwangerschap, bevalling en een periode na de bevalling achter de rug. Als gevolg hiervan is een posttraumatische stressstoornis ontstaan en is haar een intensieve EMDR-behandeling voorgeschreven. Daarnaast speelt het mogelijk verliezen van ‘voogdij’ over haar dochter een rol. Tegen deze achtergrond gaat het te ver om werkneemster, die verder tijdens haar dienstverband kennelijk naar behoren heeft gefunctioneerd, direct te sanctioneren door het hanteren van het zwaarste middel dat in het arbeidsrecht voorkomt, te weten een ontslag op staande voet, mede ook in acht genomen de zeer ernstige gevolgen die een dergelijk ontslag voor haar heeft. Werkneemster heeft inmiddels berust in de opzegging en maakt aanspraak op een billijke vergoeding. Al met al komt het de kantonrechter redelijk voor om als uitgangspunt het inkomensverlies van werkneemster afgerond € 11.664 bruto (drie maandsalarissen en 8% vakantietoeslag) te hanteren. Ook de vergoeding wegens onregelmatige opzegging is verschuldigd, net als de transitievergoeding. Nu sprake is van ernstige verwijtbaarheid aan de zijde van Blue Stone omdat is opgezegd in strijd met artikel 7:671 BW, is het verzoek om te bepalen dat Blue Stone geen rechten meer kan ontlenen aan het concurrentie- en relatiebeding toewijsbaar is.