Rechtspraak
Rechtbank Oost-Brabant (Locatie 's-Hertogenbosch), 17 juli 2018
ECLI:NL:RBOBR:2018:3495
JET BIK Projecten B.V./werknemer
Feiten
Werknemer is op 1 maart 2013 bij JET BIK in dienst getreden op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd voor de duur van één jaar in de functie van ‘Rayonmanager lichtstraten’. In de arbeidsovereenkomst is in artikel 7 een geheimhoudingsbeding en een concurrentiebeding opgenomen. Per 1 maart 2014 is de arbeidsovereenkomst omgezet in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. In de gewijzigde arbeidsovereenkomst is bepaald dat alle overige arbeidsvoorwaarden onverminderd van kracht blijven. Per 1 maart 2017 heeft er een functiewijziging plaatsgevonden en vanaf die datum was werknemer werkzaam als ‘Salesmanager Projecten Nederland’, waarbij hij ook verantwoordelijk bleef voor de verkoop van daglichtconstructies in zijn eigen rayon. Bij brief van 29 maart 2018 heeft werknemer zijn arbeidsovereenkomst opgezegd met inachtneming van de contractuele opzegtermijn van één maand. Op 1 mei 2018 is werknemer in dienst getreden bij Lamilux Composites op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd voor de duur van één jaar in de functie van ‘Projectmanager’. JET BIK stelt dat werknemer hiermee het concurrentiebeding overtreedt en vordert betaling van verbeurde boetes.
Oordeel
Niet in geschil is dat JET BIK en Lamilux zich beide bezighouden met de productie en verkoop van daglichtsystemen. De voorzieningenrechter kan zich niet aan de indruk onttrekken dat Lamilux en in het bijzonder haar bestuurder X in werknemer geïnteresseerd zijn omdat hij voor JET BIK werkzaam is geweest en een grondige kennis heeft van alle 'in en outs' van de onderneming van JET BIK. Tijdens de zitting heeft werknemer verklaard dat hij X voordien nog niet kende en hij door hem is uitgenodigd voor een etentje in Apeldoorn. Vervolgens heeft X werknemer aangeboden bij het Lamiluxconcern in dienst te treden. Daarbij is opvallend dat werknemer in dienst van het Lamiluxconcern € 7.500 per maand verdient, terwijl hij in dienst van JET BIK laatstelijk € 4.500 per maand verdiende. Tevens is opvallend dat meteen is overeengekomen dat werknemer een jaar in dienst zal zijn van Lamilux Composites en daarna in dienst zal treden van Lamilux X. Deze feiten en omstandigheden in samenhang beschouwd doen in ieder geval vrezen dat werknemer het concurrentiebeding in de toekomst zal overtreden. Het gevraagde verbod dient dan ook te worden toegewezen.
Werknemer heeft gesteld dat hij thans in dienst is van Lamilux Composites en dat die werkmaatschappij van de holding geen concurrent is van JET BIK. Hiermee gaat werknemer naar het oordeel van de voorzieningenrechter voorbij aan het feit dat de holding van de Lamilux Group met haar drie werkmaatschappijen duidelijk één concern vormt, welk concern door X wordt beheerst. Geoordeeld wordt dat werknemer en diens nieuwe werkgever het concurrentiebeding met JET BIK trachten te omzeilen door het dienstverband van werknemer met Lamilux Composites. Door in dienst te treden van Lamilux Composites en voor haar werkzaam te zijn overtreedt werknemer het concurrentiebeding. Werknemer is een boete verschuldigd van € 10.000, alsmede € 1.000 per dag vanaf 1 mei 2018 tot datum uitdiensttreding bij de huidige werkgever van werknemer. Bij wege van voorschot zal de voorzieningenrechter werknemer veroordelen een bedrag van € 30.000 aan JET BIK te betalen. De vordering van werknemer in reconventie tot schorsing van het concurrentiebeding wordt afgewezen. Gezien zijn opleiding en ervaring moet werknemer in staat worden geacht op korte termijn hem passend werk te kunnen vinden, zonder het concurrentiebeding te overtreden.