Rechtspraak
Rechtbank Midden-Nederland (Locatie Utrecht), 25 juli 2018
ECLI:NL:RBMNE:2018:3624
werknemer/werkgever
Feiten
Werknemer is op 11 februari 2002 bij X B.V. (hierna: X) in dienst getreden, laatstelijk in de functie van Office Manager. Zijn laatstgenoten salaris bedraagt € 4.318,25 bruto per maand te vermeerderen met 8% vakantietoeslag. Op de tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst is de cao Beroepsgoederenvervoer over de weg (hierna: de cao) van toepassing. In artikel 7.4.a van de cao is bepaald dat de werknemer de aan hem in bruikleen gegeven zaken (zoals voertuigen en telefoons) dient terug te geven, indien deze niet langer nodig zijn voor het uitvoeren van diensten. Op 2 mei 2018 heeft X teruggave van een voertuig en telefoon verzocht, omdat werknemer sinds 5 maart 2018 100% arbeidsongeschikt is. Daarbij is aangegeven dat het uitblijven van teruggave zou resulteren in extra kosten en een aangifte wegens diefstal. Werknemer heeft in reactie hierop laten weten dat de auto en de telefoon voor privégebruik aan hem ter beschikking zijn gesteld en dat deze niet eenzijdig kunnen worden teruggevorderd. Op 8 mei 2018 zijn de tankpas en de telefoon van werknemer geblokkeerd. Vervolgens heeft werknemer op 31 mei 2018 geconstateerd dat een bedrag van € 750 op zijn vakantietoeslag in mindering is gebracht. X verklaarde dit bedrag te hebben ingehouden vanwege de huur van een vervangende auto. Werknemer vordert thans X te veroordelen tot betaling van het resterende vakantiegeld en van de door werknemer geleden schade ten gevolge van de onrechtmatige invordering van zijn leaseauto ten bedrage van € 40 per dag vanaf 5 juni 2018.
Oordeel
Werknemer stelt ter onderbouwing van zijn vordering dat het gebruik van de bedrijfsauto, de tankpas en het telefoonabonnement tot een arbeidsvoorwaarde is verworden vanwege het bestendige gebruik daarvan. Volgens werknemer is X door het invorderen c.q. het blokkeren van deze zaken ten onrechte overgegaan tot eenzijdige wijziging van de arbeidsvoorwaarde. Werknemer is dan ook van mening dat X in strijd heeft gehandeld met het goed werkgeverschap en aldus schadeplichtig is. De kantonrechter oordeelt – onder verwijzing naar het FNV/Pontmeyer-arrest van de Hoge Raad (zie ECLI:NL:HR:2018:976 en AR 2018-0761) – als volgt.
Wel of geen arbeidsvoorwaarde?
Op zitting is komen vast te staan dat werknemer reeds vanaf zijn indiensttreding in 2002 – zowel zakelijk als privé – gebruik heeft gemaakt van de bedrijfsauto, de tankpas en het telefoonabonnement. Het bestendige gebruik van deze zaken is hiermee aannemelijk gemaakt. Het enkele feit dat ‘het gebruik’ van deze zaken niet uitdrukkelijk in de arbeidsovereenkomst of cao is opgenomen, maakt dit oordeel niet anders. Hierbij komt dat deze gang van zaken binnen de arbeidsrelatie nooit anders is geweest, zodat werknemer daarom ook geen rekening hoefde te houden met de omstandigheid dat hij deze zaken zou moeten inleveren. Dit zou anders zijn geweest indien X voorwaarden aan het gebruik van de zaken zou hebben verbonden – bijvoorbeeld door uitdrukkelijk aan te geven dat sprake is van bruikleen in de zin van artikel 7 van de cao. De conclusie luidt derhalve dat het gebruik van de bedrijfsauto, de tankpas en het telefoonabonnement een arbeidsvoorwaarde is geworden.
Eenzijdige wijziging
De volgende vraag die ter beantwoording aan de kantonrechter voorligt, is of X bevoegd was de voornoemde arbeidsvoorwaarde eenzijdig te wijzigen door onmiddellijke teruggave van de zaken te verlangen. X heeft in dit verband gesteld dat teruggave van de auto noodzakelijk was vanwege de overname van een koeriersbedrijf en werknemer de auto niet meer nodig had, omdat hij wegens arbeidsongeschiktheid niet in staat was werkzaamheden te verrichten. De kantonrechter is evenwel van oordeel dat deze omstandigheden geen reden kunnen zijn voor eenzijdige wijziging. Hierbij is van belang dat geen sprake is van volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid en werknemer op enig moment zal starten met re-integreren. Verder is van belang dat werknemer de auto ook tijdens zijn ziekte in de privésfeer (heeft) gebruikt. De kantonrechter concludeert dat sprake is van een ontoelaatbare eenzijdige wijziging van de arbeidsvoorwaarde. De vordering tot schadevergoeding wordt toegewezen.
Vakantiegeld
De kantonrechter heeft, zoals reeds is opgemerkt, vastgesteld dat werknemer aanspraak maakt op ongewijzigde voortzetting van het gebruik van de leaseauto, de tankpas en het telefoonabonnement. De omstandigheid dat X een vervangende auto heeft aangeschaft, omdat werknemer weigerde zich te conformeren aan diens verzoek om de aan hem ter beschikking gestelde auto terug te geven, komt dan ook voor rekening en risico van X. Een beroep op het verrekeningsverweer ex artikel 6:127 BW faalt. De vordering tot betaling van het resterende vakantiegeld wordt toegewezen.