Naar boven ↑

Rechtspraak

werkneemster/Zorg Groep B.V.
Rechtbank Amsterdam (Locatie Amsterdam), 16 juli 2018
ECLI:NL:RBAMS:2018:5052

werkneemster/Zorg Groep B.V.

Betaling achterstallig salaris in kort geding. Ontbreken van toestemming UWV voor deeltijdontslag kan door werkgever niet via beroep op eenzijdig wijzigingsbeding worden gepasseerd.

Feiten

Werkneemster is met ingang van 15 augustus 2016 voor onbepaalde tijd in dienst van Zorg Groep in de functie van Hoofd WMO voor de duur van 36 uur per week. Op de arbeidsovereenkomst is de cao voor de Verpleeg-, Verzorgingshuizen en Thuiszorg, Kraam- en Jeugdgezondheidszorg van toepassing. In de arbeidsovereenkomst is een eenzijdig wijzigingsbeding opgenomen. Werkneemster is vanaf 2 mei 2017 arbeidsongeschikt. In een e-mail van 6 juni 2017 is aan werkneemster medegedeeld dat het nieuwe uitgangspunt voor haar een arbeidsduur van 32 uur per week is. Bij brief van 26 september 2017 heeft de gemachtigde van werkneemster Zorg Groep aangeschreven in verband met te weinig ontvangen loon. Zorg Groep is niet tot betaling overgegaan. In onderhavig kort geding vordert werkneemster onder meer voldoening van het achterstallig loon.

Oordeel

Dat partijen overeenstemming hebben bereikt over de wijziging van de arbeidsduur is in dit geding niet aannemelijk geworden. Instemming van de werknemer met een dergelijke wijziging van de arbeidsovereenkomst dient duidelijk en ondubbelzinnig te worden gegeven. Onbestreden is gebleven dat werkneemster ten tijde van de bijeenkomst van 6 juni 2017 al ziek was en in verband daarmee niet bij de bijeenkomst aanwezig was. Er zijn verder door Zorg Groep geen feiten of omstandigheden aangedragen die, indien in de bodemprocedure bewezen, een aanwijzing opleveren dat werkneemster op enigerlei wijze heeft ingestemd met een dergelijke wijziging van haar arbeidsomvang. Bij de beoordeling wordt er dan ook van uitgegaan dat een dergelijke instemming van werkneemster met de wijziging van de arbeidsomvang ontbreekt. De door Zorg Groep voorgestane wijziging van de arbeidsduur moet als een deeltijdontslag worden aangemerkt in verband met bedrijfseconomische redenen. Vast staat dat Zorg Groep de daarvoor benodigde toestemming van het UWV niet heeft gekregen, zij heeft deze immers niet aangevraagd. Het beroep van Zorg Groep op het in de arbeidsovereenkomst opgenomen eenzijdig wijzigingsbeding kan haar niet baten. Naar het oordeel van de kantonrechter is een dergelijk beroep onder de gegeven omstandigheden in strijd met het gesloten stelsel van het ontslagrecht. Het ontbreken van toestemming van het UWV voor een deeltijdontslag kan niet gerepareerd worden door middel van een beroep op het zwaarwichtige belang voor een eenzijdige wijziging van de arbeidsvoorwaarden op grond van bedrijfseconomische redenen. Het op deze wijze omzeilen van die ontslagbescherming van de werknemer is niet mogelijk. De omstandigheid dat werkneemster ziek was, brengt bovendien mee dat van een eventueel verkregen toestemming geen gebruik kon worden gemaakt. Dat leidt ertoe dat hetgeen door Zorg Groep verder met betrekking tot artikel 7:613 BW en 7:611 BW is aangevoerd buiten beschouwing kan blijven. Voor zover Zorg Groep zich er nog op beroept dat werkneemster zich niet beschikbaar heeft gehouden voor de vier uur per week aan loon, wordt dit beroep gepasseerd. Voor het beroep op matiging ex artikel 6:248 BW of 7:611 heeft Zorg Groep geen redengevende feiten of omstandigheden aangedragen, zodat ook dit verweer wordt verworpen. Werkneemster heeft nog aanspraak op € 2.051,52 bruto, zodat dit bedrag toewijsbaar is.