Rechtspraak
X/EGN Nederland B.V.
Feiten
EGN Nederland B.V. (hierna: EGN) is een netwerkorganisatie voor managers. EGN heeft op 1 maart 2012 een General Manager Agreement gesloten met X. X maakte vanaf dat moment deel uit van een driehoofdig bestuur. Een vennootschap van X had een derde van de aandelen in EGN in handen. Op de buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders (hierna: BAVA) van 15 maart 2018 is gesproken over ‘the negative results of performance by’ X. Vervolgens is gestemd over het voorstel X te ontslaan als bestuurder van EGN. Ook is gestemd over het voorstel Y te benoemen tot bestuurder. Beide voorstellen zijn aangenomen met een meerderheid van stemmen. X vordert thans in kort geding hem te herstellen in de functie van General Manager van EGN en EGN te verbieden uitvoering te geven aan het besluit van de BAVA hem te ontslaan en Y te benoemen tot zijn opvolgster.
Oordeel
Met betrekking tot zijn belang bij het gevorderde herstel in de functie van General Manager van EGN heeft X aangevoerd dat hij, doordat de toegang tot de onderneming hem met onmiddellijke ingang is ontzegd, ernstige reputatieschade lijdt. Voor herstel van zijn reputatie is het noodzakelijk dat EGN hem in zijn functie van General Manager terugneemt zolang er geen geldig besluit tot ontslag is, aldus X. Tijdens de mondelinge behandeling heeft X te kennen gegeven dat hij vanuit zijn functie als General Manager zijn zakelijke relaties op de hoogte wil kunnen stellen van zijn vertrek. Met betrekking tot haar belang bij afwijzing van de vorderingen heeft EGN gewezen op de redenen voor ontslag van X als bestuurder. X is ontslagen omdat de door X gepresenteerde financiële resultaten tegenvielen en omdat het gedrag en de houding van X zorgden voor een onprettige werkomgeving, wat een groot personeelsverloop tot gevolg had. Verder spelen voor EGN een rol dat X de financiële resultaten op een onjuiste manier heeft vastgelegd, waardoor de gepresenteerde resultaten een rooskleuriger beeld gaven dan de werkelijke resultaten, het feit dat het vertrouwen van de medebestuurders is beschaamd, het gegeven dat X zonder overleg of toestemming zijn vrouw promotie en loonsverhoging heeft gegeven (op een moment dat dit, gezien de financiële positie van EGN, ongepast was), het gegeven dat X ten onrechte privé-uitgaven op rekening van EGN heeft geboekt, het gegeven dat EGN slechts een fractie heeft terugbetaald van de lening die de grootaandeelhouder haar heeft verstrekt, het gegeven dat X heeft nagelaten ervoor te zorgen dat EGN een adequate ongevallenverzekering heeft, en, tot slot, een obsceen incident dat zich volgens een medewerker van EGN op de werkvloer heeft voorgedaan. Gezien deze omstandigheden heeft EGN er groot belang bij dat X niet terugkeert op de werkvloer, aldus EGN. EGN heeft haar stellingen over het (dis)functioneren van X onderbouwd met schriftelijke verklaringen van diverse betrokkenen, de jaarstukken 2017 en notulen van bestuursvergaderingen. Op grond daarvan acht de voorzieningenrechter voorshands aannemelijk dat tijdelijk herstel van X in de functie van General Manager niet in het belang is van EGN. De voorzieningenrechter kent aan het belang van EGN bij handhaving van de situatie zoals deze nu feitelijk, en inmiddels al ruim drie maanden, is meer gewicht toe dan aan het belang van X bij het treffen van de gevorderde, voorlopige, voorzieningen. Daarbij is mede in aanmerking genomen dat X op geen enkele wijze handen en voeten heeft gegeven aan zijn stelling dat hij reputatieschade lijdt, noch aan de stelling dat het voor herstel van zijn reputatie noodzakelijk is dat EGN hem in zijn functie van General Manager terugneemt zolang er geen geldig besluit tot ontslag is. Hierbij komt ook dat de functie van General Manager al wordt vervuld door Y. Een belangenafweging noopt dus tot afwijzing van de vorderingen. Een voorlopig oordeel over de geldigheid van de besluiten kan in dat geval achterwege blijven. Daarvoor is een bodemprocedure de aangewezen weg.