Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/SOS Brielle B.V.
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 10 augustus 2018
ECLI:NL:RBROT:2018:6707

werknemer/SOS Brielle B.V.

In tegenstelling tot wat werknemer meent, is geen sprake geweest van een staking maar van werkweigering. Ontslag op staande voet in verband met werkweigering houdt stand. Geen transitievergoeding en billijke vergoeding voor werknemer.

Feiten

Werknemer is op 7 september 2015 in dienst getreden bij SOS Brielle, laatstelijk in de functie van medewerker algemeen. Werknemer verrichtte zijn werkzaamheden gewoonlijk bij Enerco in Amsterdam. Bij brief van 1 mei 2018 is werknemer op staande voet ontslagen.

Oordeel

In deze procedure dient beoordeeld te worden of de arbeidsovereenkomst door SOS Brielle onregelmatig is beëindigd, doordat zij werknemer ten onrechte op staande voet heeft ontslagen en zij dus ten onrechte de opzegtermijn niet in acht heeft genomen. Als niet betwist staat vast dat werknemer, ondanks dat hij daartoe uitdrukkelijk door SOS Brielle was opgeroepen, noch op 30 april noch op 1 mei 2018 op het werk is verschenen. Het weigeren om op de werklocatie te verschijnen en aldus om werk te verrichten kan naar het oordeel van de kantonrechter in beginsel worden gekwalificeerd als een dringende reden als bedoeld in artikel 7:677 lid 1 BW. Werknemer meent dat het niet komen werken in casu gerechtvaardigd was, omdat hij op goede grond deelnam aan een wilde staking. SOS Brielle heeft echter gemotiveerd betwist dat werknemer de werkzaamheden niet heeft verricht wegens zijn deelname aan een staking. Werknemer heeft niet betwist dat zijn collega het WhatsApp-bericht van 29 april 2018 mede namens hem heeft gezonden. Uit dat bericht volgt niet SOS Brielle is medegedeeld dat de daar genoemde werknemers, onder wie werknemer, met ingang van 30 april 2018 zullen gaan staken. Daarin is immers alleen aangegeven dat er een maand eerder een gesprek heeft plaats gevonden waarbij is aangegeven dat genoemde werknemers zouden stoppen als het salaris 'niet goed zou zijn' en dat zij de volgende dag niet zouden komen werken. Evenmin is door werknemer betwist dat naar aanleiding van dit bericht tussen SOS Brielle en de werknemers een gesprek heeft plaatsgevonden. SOS Brielle voert aan dat ook uit dat gesprek volgde dat de werknemers het voornemen hadden om te stoppen, omdat zij meenden dat zij te weinig verdienden. Het moet dan ook voor werknemer duidelijk zijn geweest dat SOS Brielle meende dat werknemer de arbeidsovereenkomst wenste te beëindigen. Het had dan ook op de weg van werknemer gelegen SOS Brielle te informeren dat hij en zijn collega’s alleen voornemens waren om te gaan staken en niet beoogden de arbeidsovereenkomst te beëindigen. Voorts heeft werknemer niet betwist dat hij op 30 april 2018 zijn kledingkast bij Enerco leeg heeft gehaald en de sleutel en toegangspas bij SOS Brielle danwel Enerco heeft ingeleverd en naar huis is gegaan. Ook dit duidt erop dat hij de arbeidsovereenkomst heeft willen beëindigen. Bij e-mail van 30 april 2018, waarvan de ontvangst door werknemer niet is betwist, is werknemer erop gewezen wat de gevolgen zullen zijn als hij de volgende dag wederom niet op het werk zou verschijnen. Ook deze e-mail heeft werknemer er niet toe kunnen brengen SOS Brielle nader te informeren, noch om op het werk te verschijnen. Gelet op het vorenstaande heeft werknemer dan ook onvoldoende onderbouwd dat hij op 30 april en 1 mei 2018 gebruikgemaakt heeft van zijn stakingsrecht. Dit leidt tot het oordeel dat SOS Brielle door werknemer op staande voet te ontslaan de arbeidsovereenkomst niet onregelmatig heeft beëindigd. Nu er in rechte van moet worden uitgegaan dat werknemer door op 30 april en 1 mei 2018 niet op het werk te verschijnen ernstig verwijtbaar heeft gehandeld is SOS Brielle gelet op het bepaalde in artikel 7: 673 lid 7 sub c BW geen transitievergoeding verschuldigd. Gesteld noch gebleken is dat er sprake is van een situatie als bedoeld in het achtste lid van voornoemd artikel, zodat de kantonrechter geen aanleiding ziet aan werknemer desondanks (gedeeltelijk) een transitievergoeding toe te kennen.